Albert Lamorisse maakte in de jaren vijftig twee mooie korte films die nu opnieuw worden uitgebracht in een gerestaureerde versie: Le Ballon Rouge (1956) en Crin-Blanc (1953). Vaak ligt in de korte lengte een pluspunt besloten. De beperkte tijdsduur werkt creativiteit in de hand en kan een film een universeel karakter verlenen.
Le Ballon Rouge
Dat een rode ballon de hoofdrol speelt in een film mag een unicum genoemd worden. Wat zit er voor de maker van dit luchtige fabeltje anders op dan het tonen van de mensen die er achteraan hollen? De rode ballon vormt een magnetische kracht voor diegenen die het magische in het leven waarderen én willen vasthouden. De ballon heeft gelukkig een touwtje.
Een klein ventje bevrijdt een mooie rode ballon uit een hinderlijke lantaarnpaal en hiermee begint een wel heel bijzondere vriendschap. De ballon zweeft trouw achter de jongen aan, die hierdoor na school veel te verduren krijgt van andere kinderen die geen ballon hebben. De jongens zijn stinkend jaloers en proberen de ballon van de jongen af te pakken.
Waarom zouden we er immers niet achteraan gaan? Het is een grote en aantrekkelijke rode ballon. De jaloersheid van de ballonloze jongens is heel begrijpelijk en men kan de film zien als de aard van de mensheid in een notendop. Daarnaast is het een voortreffelijk tijdsbeeld van Parijs in de jaren vijftig, toen de wereld nog een stuk onschuldiger was. De rol van de kleine jongen wordt overigens perfect vertolkt door Pascal Lamorisse, het zoontje van de regisseur.
Crin-Blanc
Twee prachtige iconen van de natuur; de apollinische jongen en het wilde paard. De twee zijn gevormd door de wereld waarin ze zich staande moeten houden.
Folco, een vissersjongen, leeft samen met zijn vader en zijn broertje in een houten hut in het drassige Zuid-Franse gebied Camargue. De jongen beweegt zich voornamelijk voort met behulp van zijn sloep en leegt elke dag zijn strategisch geplaatste netten. Wanneer de hengst van een groep wilde paarden wordt belaagd door paardenfokkers, ziet Folco de gebeurtenis met schrik aan. Hij krijgt medelijden met dit trotse dier, dat Crin-Blanc (witte manen) wordt genoemd. De jongen heeft een idyllische dagdroom waarin hij langs een witte kust op het paard rijdt en besluit zijn moment af te wachten.
In deze korte film staat de schoonheid van de natuur en de bemoeienis van mensen centraal en dit is op een mooie en vaak poëtische manier in beeld gebracht. Opnames van Crin-Blanc in volle galop zijn zo geleidelijk en precies, dat men ook ontzag krijgt voor het technische vernuft dat hier achter zit. Alain Emery is geknipt voor de rol als Zuid-Franse landsjongen en is waarlijk een voorbeeld van esthetische perfectie.
Zowel Le Ballon Rouge als Crin-Blanc zijn alom gewaardeerd om hun eenvoud en souplesse en hebben talloze prijzen ontvangen. Zo sleepte Le Ballon Rouge de Gouden Palm in Cannes in de wacht, naast de Louis Dellucprijs en een Academy Award voor beste screenplay. Crin-Blanc werd beloond met de Jean Vigoprijs en de grote prijs voor beste korte film bij het filmfestival in Cannes.
[doemaarrood]Le Ballon Rouge en Crin-Blanc zijn gezamenlijk te zien in De Uitkijk in Amsterdam, het Filmhuis Den Haag en het Louis Hartlooper Complex in Utrecht.[/doemaarrood]