Géén special effects, géén dure Hollywood-cast, géén bloed, geweld of bizarre plotwendingen. Les Choristes breekt met alle blockbuster-tradities en keert terug tot een oeroude verhaalvorm; het sprookje. Barratier levert met zijn regiedebuut een bijzonder resultaat; een film die draait om emoties en deze op een eenvoudige, integere manier op de kijker overbrengt. Vergelijkingen met films als Dead Poets Society en Mr. Holland's Opus zijn snel gemaakt, maar afgezien van een oppervlakkige overeenkomst in het plot is het een compleet andere film. Barratier blijft ver weg van de dik aangezette sentimenten en houdt de vertelstructuur simpel door te beginnen met een korte inleiding, waarna de film zich als een lange flashback ontvouwt, om weer in het heden te eindigen. Dit levert een boeiende, ontroerende feelgood-movie op, in de nieuwe Franse traditie van films als Le Fabuleux Destin d'Amélie Poulain en Etre et Avoir.
Het is 1948. In het jongensinternaat Fond-de-l'Etang ('bodem van de vijver') wordt Clément Mathieu benoemd tot surveillant. Het internaat wordt gerund door Rachin, een man die houdt van orde en tucht. Om de leerlingen onder de duim te houden, hanteert hij strenge maatregelen onder het motto 'actie = reactie': iedere ongewenste actie van de leerlingen kan rekenen op een onevenredige, soms bijna onmenselijke reactie van de schoolleiding.
Mathieu is hierdoor geschokt. Hij is ervan overtuigd dat de arme jongens op andere manieren op het rechte spoor te houden zijn. Op een enkele uitzondering na zijn het geen slechte jongens. Het zijn bijna allemaal weesjes of in elk geval kinderen die thuis geen veilig en zorgzaam leven hadden. Mathieu ziet voor deze knaapjes nog hoop. Hij krijgt hun vertrouwen doordat hij enkele malen weet te voorkomen dat er weer een onredelijke straf wordt uitgedeeld. Daarnaast besluit hij de jongens te betrekken bij zijn grote passie, de muziek.
Mathieu deelt zijn klas in als een jongenskoor en gaat met ze aan de slag. Rachin ziet hier geen heil in, maar hij houdt Mathieu ook niet tegen. Na een aarzelende start krijgt Mathieu de jongens inderdaad aan het zingen. Hij slaagt er in tot ze door te dringen en ze iets te geven waar ze enthousiast over kunnen zijn en vol overgave aan kunnen meedoen. De enige die niet mee lijkt te willen doen is Pierre Morhange. Bij toeval ontdekt Mathieu echter dat Pierre over een uitstekende zangstem beschikt maar bang is om deze in de groep te laten horen. Wanneer Mathieu ook Pierre bij de groep weet te betrekken ontstaat er een heus jongenskoor, met een indrukwekkende solist.
Natuurlijk staat de film bol van de clichés en zijn de personages veelal karikaturen. Rachin, de directeur, is een en al boosaardigheid en incompetentie maar aan het einde krijgt hij zijn verdiende loon. Het verlegen zangtalentje Pierre Morhange sluit zich uiteindelijk toch aan bij het koor en met zijn engelengezichtje wordt hij de grote sopraan. Zelfs voor het ontroerende weesje Pepinot loopt het verhaal precies af zoals je dat ver van tevoren ziet aankomen. Menig docent of pedagoog zal zich achter de oren krabben bij het zien van het gemak waarmee het zooitje ongeregeld verandert in een getalenteerd en volgzaam kinderkoor, of de tijd die deze leraar uit kan trekken voor zijn buitenschoolse activiteiten. Dit alles hoort echter ook een beetje bij een sprookje. Het klinkt allemaal erg saai en voorspelbaar, maar de kracht van de film ligt dan ook niet in spanning, verrassing en sensatie. Barratier legt de nadruk veel meer op sfeer en de subtiliteit van emoties. In Frankrijk en Zwitserland is de film een groot succes en Nederland heeft bij films als Amélie ook laten zien gevoelig te zijn voor emotionele sprookjes.