The Black Dahlia
Recensie

The Black Dahlia (2006)

Mooi gefilmde, mooi aangeklede maar zielloze neo-noir zonder interessante personages of goed uitgewerkt verhaal.

in Recensies
Leestijd: 2 min 54 sec
Regie: Brian De Palma | Cast: Josh Hartnett (Dwight ‘Bucky’ Bleichert), Aaron Eckhardt (Leland ‘Lee’ Blanchard), Scarlett Johansson (Kay Lake), Hilary Swank (Madeleine Linscott) e.a. | Speelduur: 121 minuten

Het Los Angeles van eind jaren ’40 en begin jaren ’50 is in een vierluik van schrijver James Ellroy een poel van verderf: corruptie, misdaad en andere smerige zaken tieren er welig en zijn overgoten met een bloedrood sausje geweld. In deze boeken uit de jaren ’80 over de zonovergoten stad in Californië laten Ellroys steevast mannelijke hoofdpersonen hun leven leiden door hun instincten. Op zoek naar rijkdom en macht of juist naar gerechtigheid en morele waarden krijgen hun driften en lusten regelmatig de overhand terwijl de mannen krampachtig controle over de gebeurtenissen om hen heen proberen te krijgen of te behouden. Negen jaar geleden werd één van die vier boeken succesvol verfilmd in de vorm van het terecht veelgeprezen en met prijzen overladen L.A. Confidential. Alles klopte aan deze neo-noir over politiecorruptie. Helaas is dat verre van het geval bij The Black Dahlia van Brian De Palma.

Het grootste probleem is de rolverdeling. Van de vier grote rollen is er slechts één goed ingevuld. Charismaloze houten plank Hartnett moet de film dragen, maar verder dan moeilijk kijken komt hij niet. Zijn vlakke, monotone voice-over helpt hem ook niet bepaald. Hoofdpersoon Bucky Bleichert wordt daardoor een saaie zak die tot weinig betrokkenheid inspireert. In de rol van collega-politieman Lee Blanchard doet Aaron Eckhardt het al beter, maar ook hij schiet flink tekort. Zeker in vergelijking met de manier waarop Russel Crowe in L.A. Confidential een overeenkomstige rol invulde. Ook de doorgaans zinderende Scarlett Johansson ontspringt als ex-hoer Kay de dans der middelmatigheid niet. Alleen Hilary Swank is sterk als biseksuele femme fatale Madeleine die op het dode meisje uit Bucky’s obsessie lijkt en hem daarmee verleidt.

Die obsessie komt voort uit een moord die in 1947 daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Een jonge actrice werd in twee helften gevonden, wat bekend kwam te staan als The Black Dahlia. Bucky en Lee zijn belast met deze zaak en raken erdoor geobsedeerd, terwijl ze ondertussen een ingewikkelde driehoeksrelatie met ex-prostituee Kay aangaan. Deze drie zijn op dat moment al uitgebreid geïntroduceerd, maar ze komen nooit echt tot leven en blijven oppervlakkige figuren in een niet bijster interessant schouwspel. Het vervolg van het verhaal is even levenloos als het begin, waardoor de onthullingen en climaxen in de slotakkoorden nauwelijks indruk maken. Want als het mysterie niet meer boeit, wat maakt het dan nog uit wat daar achter zit?

De aankleding van de film is veel interessanter en spreekt meer tot de verbeelding dan de personages of de plot. De kostuums, de sets en de omgevingen zijn een genot om naar te kijken en worden ook nog eens opgeluisterd door dik aangezette jazzy muziek. Maar dit mooie, schone uiterlijk is eigenlijk ongepast voor de perversiteiten die de film herbergt. En soms is het zelfs ongeloofwaardig. Een lesbische bar zou in 1947 nooit zo opzichtig glamoureus zijn als in deze film wordt gepresenteerd.

Misschien is dat het punt dat De Palma probeert te maken: dat men in Hollywood de naakte, vieze waarheid verbergt achter mooie, maar lege plaatjes. Maar het vervelende aan The Black Dahlia is dat de De Palma er niet in slaagt om de indruk te wekken dat wat er achter zijn wervelende camerabewegingen verborgen zou zitten, echt de moeite waard is om te onthullen. Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.