Is het toeval dat deze film een week voor de al veelbesproken verfilming van Kluuns boek Komt Een Vrouw Bij de Dokter uitgebracht wordt? Waarschijnlijk wel. Zoveel overeenkomsten zijn er niet tussen de twee films, behalve dat de twee protagonisten zich allebei verliezen in een buitenechtelijke affaire als vlucht uit andere emoties. De Nederlanders gaat het om die vlucht, de Fransen laten dat al snel liggen en vanaf dat moment draait de film volledig om de passie van twee niet met elkaar getrouwde mensen.
Architect Mathieu keert naar zijn ouderlijk huis terug vanwege zijn zieke moeder. In het dorpje waar hij opgroeide ontmoet hij zijn ex, Maya, met wie hij ooit een stormachtige relatie had. Vanaf het eerste moment dat hun ogen kruisen, kunnen ze niet meer aan hun gevoelens ontsnappen, ook al hebben ze dat dan nog niet door. Mathieu blijft nog een tijd omdat zijn moeder in een coma ligt, en in deze periode wordt het vuur tussen hem en zijn oude vlam weer aangewakkerd. Haar dronken man heeft in den beginne niets door, net zomin als de vrouw van Mathieu, eveneens een architect die in de tussentijd hun bedrijfje draaiende houdt.
Gaandeweg worden de plotontwikkelingen wat ongeloofwaardiger en vooral Mathieu steeds onsympathieker. Zijn obsessie met Maya wordt steeds grotesker en dat levert enkele nare momenten op waarin hij meer van een stalker dan een lover wegheeft. De eerdere notie dat hun overspel lotsbestemming is, valt weg en wat overblijft is vooral veel pijn. Cédric Kahn lijkt vooral een film over onbedwingbare passie te willen maken, maar heeft daar een paar plotwendingen voor nodig die het geheel nogal melodramatisch maken. Voeg daarbij de karakterontwikkeling van Mathieu en de passie krijgt een vreemde bijsmaak.
De acteurs kwijten zich allemaal prima van hun taak, van de twee hoofdrolspelers tot aan de bijrolbezetting. Zij houden dit onevenwichtige drama boeiend om naar te kijken en maken de passie voelbaar. Ze kunnen echter niet verhinderen dat de film te lang doorgaat en dat de schijnbare boodschap over passie van de film verloren gaat in het plot en in de problemen van het hoofdpersonage. Het kan nooit de bedoeling van Kahn geweest zijn dat de sympathie uiteindelijk bijna volledig verplaatst van de hoofdpersonen naar de vrouw van Mathieu, maar toch is dat wat er gebeurt. De film mist hierdoor uiteindelijk een punt, met als gevolg dat hij in het laatste gedeelte min of meer uiteenvalt, de muziek van Philip Glass en uitstekend gebruik van Nina Simones Sinnerman ten spijt.