Un Homme Qui Crie
Recensie

Un Homme Qui Crie (2010)

Afrikaans pareltje Un Homme Qui Crie ontleedt op haarfijne wijze het leed van een heel continent.

in Recensies
Leestijd: 2 min 45 sec
Regie: Mahamat-Saleh Haroun | Cast: Youssouf Djaoro (Adam), Dioucounda Koma (Abdel), Djénéba Koné (Djénéba), Hadjé Fatimé N’Goua (Mariam), Emile Abossolo M’bo (Districtschef), e.a. | Speelduur: 92 minuten | Jaar: 2010

Tsjaad is een Afrikaans land dat nu niet bepaald bekend staat om een bloeiende filmcultuur. Toch heeft het land nu al voor de tweede keer in vier jaar een film geproduceerd die in de Nederlandse bioscopen te zien is, iets wat de meeste Afrikaanse landen niet kunnen zeggen. Dat heeft echter niet zozeer te maken met een structurele ontwikkeling, maar meer met het unieke talent van regisseur Mahamat Saleh-Haroun, een van de weinige Afrikaanse regisseurs van deze tijd die zich een plek heeft verworven tussen de belangrijkste internationale filmmakers.

Na het al even indrukwekkende Daratt, over een jongen die wraak zweert op de man die zijn vader in de burgeroorlog heeft vermoord, komt Haroun nu opnieuw met een film die op ogenschijnlijk simpele wijze de pijn van een land, en in feite van een heel continent, haarfijn ontleedt.

Un Homme Qui Crie gaat over Adam, een voormalig zwemkampioen die nu als badmeester werkt in een chique hotel in Ndjamena, de hoofdstad van Tsjaad. Als het hotel wordt overgenomen door Chinese investeerders, wordt de trotse Adam gedegradeerd tot portier. Zijn baantje als badmeester is ingenomen door zijn zoon. Adam voelt zich vernederd en verraden door zijn zoon en wil zijn baan terug. Om dat te bereiken neemt hij een beslissing met verstrekkende gevolgen. Niet alleen voor hem, maar vooral voor zijn zoon.

Net als in Daratt, is Haroun ook in Un Homme Qui Crie met name geïnteresseerd in twee zaken: de relatie tussen vaders en zonen en de verwoestende gevolgen van oorlog. Haroun laat zien hoe onschuldige mensen, die niets anders willen dan hun leven in alle rust te leiden, door de burgeroorlog in Tsjaad worden getroffen. Hij brengt het geweld nooit in beeld, maar in alles merk je dat de oorlog nooit ver weg is. De angst en onzekerheid grijpen steeds meer om zich heen totdat er geen ontkomen meer aan is.

Of het alleen door de oorlog komt dat Adam zijn zoon steeds verder wegdrijft, is echter nog maar de vraag. Adam houdt van zijn zoon, zoals elke vader doet, maar kan niet toezien hoe hij hem in alles beter af is. Dat begint al met de eerste scène van de film, waarin Adam en zijn zoon een wedstrijdje doen wie het langst zijn adem in kan houden. Abdel wint. Een onschuldig voorval wellicht, maar voor zwemlegende Adam het eerste teken dat zijn aftakeling onomkeerbaar is. Pas als hij dat onder ogen durft te zien en accepteert, beseft hij de ernst van de beslissing die hij heeft genomen. Adam stelt dan alles in het werk om zijn zoon nog bij hem terug te krijgen, maar dan is het al te laat.

Mede dankzij het voortreffelijke spel van acteur Youssouf Djaoro als Adam is Un Homme Qui Crie, terecht bekroond met de Juryprijs in Cannes, een ontzettend krachtige film geworden. Met behulp van statig camerawerk en een trage montage vertelt Haroun het verhaal van Adam rechtlijnig, zonder ook maar een moment aandacht te besteden aan overbodige terzijdes. Het vergroot de urgentie van zijn verhaal, dat klein begint maar gaandeweg uitgroeit tot een volwaardige analyse van het verdriet van Afrika.