Non-educated delinquents, daar staat de afkorting Neds voor. Jongeren die op vroege leeftijd al hun school hebben verlaten en sindsdien op het verkeerde pad zijn geraakt. Er zijn er genoeg in het Glasgow van de jaren zeventig, waar de nieuwste film van regisseur Peter Mullan zich afspeelt. Een van die Neds is Benny, een jonge crimineel die inmiddels een zodanige reputatie heeft opgebouwd dat alleen al het noemen van zijn naam voor rillingen bij mensen zorgt. Neds gaat echter niet over Benny, maar om zijn jonge broertje, John McGill.
Deze John lijkt het voorbeeld van zijn oudere broer in eerste instantie niet te volgen. Hij is vastbesloten om later te gaan studeren en te ontsnappen aan het milieu waarin hij is opgegroeid, met een dronken vader en criminele broer. Maar hoe vastbesloten John ook begint aan de middelbare school, langzaam maar zeker vindt er een verandering plaats in zijn houding. Hoe goed hij ook zijn best doet, de leraren blijven hem met een schuin oog aankijken en ook de ouders van bevriende klasgenoten halen hun neus voor hem op. Het zorgt ervoor dat het enthousiasme van John als sneeuw voor de zon verdwijnt en hij zich steeds meer gaat inlaten met de groep jongeren die hij juist probeerde te vermijden.
Peter Mullan staat vooral bekend als acteur in films als Braveheart en Trainspotting, maar bewees met zijn vorige films Orphans en The Magdelene Sisters ook als regisseur uit de voeten te kunnen. Neds past moeiteloos in dit rijtje, met name als het aankomt op de sociaal-realistische onderwerpkeuze. Mullan begint zich langzaam maar zeker te ontwikkelen als de nieuwe Ken Loach, maar dan nog deprimerender, voor zover dat mogelijk is.
Neds is namelijk geen lichte kost. De ontwikkeling van John McGill van verlegen, aardige puber tot misdadiger die het geweld niet schuwt is een cynische, die je eigenlijk niet wilt zien. Het sterke van de regie van Mullan is dat hij je dwingt te blijven kijken, hoe bont John het ook maakt. Belangrijkste reden daarvoor is de ruime tijd die Mullan besteedt aan de jeugd van John. Je leert hem kennen als aardige jongen, die niets kwaads in de zin heeft, een schril contrast met de kwade jongeman die hij een paar jaar later is geworden.
De enige kritiek die op de film te geven is dat de omslag van het karakter van John iets te plotseling komt. Het ene moment is hij nog modelstudent, het andere gooit hij een molotovcocktail door het raam van een huis. Natuurlijk is dit het resultaat van een tijdlang opgebouwde frustratie, maar Mullan had er goed aan gedaan nog iets meer tijd te besteden aan dit cruciale deel van de karakterontwikkeling van John.
Maar dit minpunt wordt al heel snel goedgemaakt door het onwaarschijnlijk sterke optreden van Conor McCarron in de hoofdrol. Het is de eerste rol voor de jonge Schotse acteur, maar het voelt alsof hij nooit anders heeft gedaan. Hij heeft precies de juiste mix van onschuldig jochie en agressief bendelid, waardoor hij fascinerend blijft om naar te kijken. McCarron is het kloppende hart van deze weinig prettige, maar buitengewoon indringende kijkervaring.