Starbuck
Recensie

Starbuck (2011)

Canadese komedie over het vaderschap is af en toe wat sentimenteel, maar heeft veel humor en het hart op de juiste plaats.

in Recensies
Leestijd: 3 min 20 sec
Regie: Ken Scott | Cast: Patrick Huard (David Wozniak), Julie LeBreton (Valérie), Antoine Bertrand (advocaat), David Michael (Antoine), Patrick Martin (Étienne), e.a. | Speelduur: 109 minuten | Jaar: 2011

Met Starbuck wilde schrijver en regisseur Ken Scott samen met coscenarist Martin Petit een verhaal vertellen over het vaderschap. Zij kozen voor een extreme situatie: een man die honderdvijftig kinderen heeft verwekt. Zelfs voor een komedie vonden zij dit aantal wat hoog en vreesden ze dat dit de geloofwaardigheid van hun verhaal zou schaden. Gelukkig bleek het echte leven een stukje vreemder. Kort na aanvang van productie verscheen een bericht in de media over een man die niet minder dan vijfhonderd kinderen zou hebben verwekt. Verbaasd dat ze beneden de realiteit zaten, verhoogden Scott en Petit het aantal kinderen, zodat ze hun verhaal ironisch genoeg alsnog geloofwaardigheid mee konden geven.

De originele Starbuck was een fokstier, die wereldwijd meer dan tweehonderdduizend nakomelingen heeft verwerkt. Zo ver is David Wozniak ondanks meerdere donaties aan een spermabank in zijn jonge jaren niet gekomen, maar hij krijgt alsnog de schrik van zijn leven als hij te horen krijgt dat hij de biologische vader is van ruim vijfhonderd kinderen. Inmiddels volwassen probeert een aantal van hen via een gerechtelijk bevel achter zijn identiteit te komen.

Met een duidelijk zoveelste bezoek aan de spermabank van een jonge David is Starbuck vanaf de eerste minuut grappig. De humor is vaak droog, behalve tijdens de tirades van Davids beste vriend en advocaat - een hilarische rol van Antoine Bertrand - waarin het gezinsleven en vooral David zelf het moeten ontgelden. De film krijgt een lekker tempo en is op zijn leukst als David ‘toevallig’ en anoniem zijn kinderen ontmoet. Vooral de scène waarin één van zijn zoons, het type ‘emo’, ineens bij hem in de huiskamer staat, is tegelijkertijd ongemakkelijk, wrang en komisch. De humor wordt mooi afgewisseld met een aantal dramatische momenten als David ziet dat sommige van zijn kinderen net zo met hun leven worstelen als hijzelf. Het drama wordt gelukkig nooit te zwaar doordat er steeds wel iets te lachen valt, maar het voelt wel altijd oprecht aan.

Ondanks de aanwezigheid van een ontelbare hoeveelheid kinderen en de leuke bijrol van Bertrand, draagt Huard de film praktisch in zijn eentje. David is zo’n onvolwassen kerel die wel vaker in komedies voorkomt: hij zit in de schulden, loopt de kantjes ervan af op zijn werk en is zojuist gedumpt door zijn vriendin die zwanger van hem is. Het is een bekend gegeven dat zo’n personage ondanks zijn onverantwoordelijke gedrag toch een hart van goud blijkt te bezitten, en daar kan Starbuck dan ook niet omheen. Huard weet die ontwikkeling echter goed tastbaar te maken. Zijn David is ondanks zijn tekortkomingen sympathiek, en heeft duidelijk de behoefte te helpen en te zorgen, ook al lijkt hij niet altijd goed te weten hoe. Huard weet prima de humor te vinden in de situatie waarin zijn personage zich bevindt, maar kan net zo goed met de meer dramatische momenten overweg. Dit is vooral mooi zichtbaar in de scènes waarin David omgaat met een zoon die zwaar gehandicapt is.

Er wordt echter aan vaart ingeboet naarmate David steeds meer betrokken raakt bij het leven van zijn kinderen. De humor maakt meer en meer plaats voor sentimentaliteit en het verhaal slaat platgetreden paden in, vooral als David in tweestrijd komt over het al dan niet onthullen van zijn identiteit. Juist hier valt op dat er eigenlijk niet wordt ingegaan op de reden dat de kinderen hun biologische vader per se willen ontmoeten. Het is de grote tegenstelling van het verhaal: terwijl David juist leert dat het vaderschap meer inhoudt dan het afleveren van een potje DNA, blijven de andere vaders op de achtergrond. Dat is jammer, want verder zet Starbuck een mooi beeld van familie neer. Vooral de band tussen David, zijn broers en hun vader, die zich als gezinsleden vaak aan elkaar ergeren maar ondanks al hun tekortkomingen om elkaar geven, voelt echt en herkenbaar aan.