Regisseur Rúnar Rúnarsson werd geboren in Reykjavik, maar studeerde aan de filmschool in Denemarken. Nog voor zijn afstuderen regisseerde hij drie korte films. The Last Farm, 2 Birds en Anna, wonnen gezamenlijk meer dan honderd internationale filmprijzen, waarmee Rúnarsson de meest onderscheiden regisseur van korte films ter wereld werd. Na zijn afstuderen keerde hij terug naar IJsland om daar met Volcano zijn speelfilmdebuut te maken. Het verhaal is een aantal jaar in ontwikkeling geweest en Rúnarsson ziet het resultaat als het logische vervolg op zijn drie korte films, die hij ook wel de trilogie over de Liefde noemt. Met Volcano wilde hij het publiek laten nadenken, maar vooral een realistisch, IJslands perspectief laten zien op het stereotype van de ongevoelige IJslandse man.
Hannes is het type man waarvan iedereen er wel één kent: nors, zwijgzaam en ouderwets. Hij werkt op een school als conciërge, en het belangrijkste advies dat hij zijn opvolger geeft is dat de leerlingen bang voor hem moeten zijn. Hij heeft deze mentaliteit duidelijk mee naar huis genomen, en dat heeft hem niet bepaald geliefd gemaakt. Zijn kinderen zijn bang dat hij zijn humeur, nu hij met pensioen gaat, zal botvieren op hun moeder, terwijl zij klaagt dat ze niets kan zeggen zonder dat hij boos wordt. Hannes bemoeit zich op zijn beurt niet veel met zijn familie. Maar onder dat gedrag gaat een wat trieste man schuil. Hij mist zijn oude leven als visser, maar ook het leven zonder baan als conciërge ziet hij niet zitten. Alleen op het open water, vissend in zijn boot, lijkt hij nog enigszins gelukkig.
Het IJslandse landschap zet direct de toon van het verhaal. Die is koel en rauw, wat ondersteund wordt door het uit de losse pols geschoten camerawerk, wat de film een documentaireachtige uitstraling geeft. Vooral in het begin weet de cameravoering de afzondering van Hannes van zijn familie goed te vatten. Hij is vaak alleen en van een afstand te zien, of juist in extreme close-ups die de gebeurtenissen vanuit zijn beleving tonen. Dit is vooral duidelijk in een scène waarin Hannes met zijn familie aan tafel zit. Met de camera dicht op zijn gezicht blijft het gesprek op de achtergrond en lijkt hij er geen deel van uit te maken. Belangrijker is de smaak van zijn soep. Als hij opmerkt dat die niet zo is als hij gewend is, is zijn irritatie voelbaar.
Volcano is niet alleen het verhaal van Hannes, maar het document van een hele familie. Het script verkent op slimme wijze de rollen en banden binnen de familie van Hannes. Zo was de rolverdeling in het gezin van Hannes en Anna traditioneel: hij werkte, terwijl zij voor de kinderen zorgde. Bij hun kinderen is dat juist omgekeerd. Dochter Telma is een drukke carrièrevrouw, terwijl hun gescheiden zoon juist vaak te zien is met zijn zoon op sleeptouw. Beide keurt Hannes uiteraard af. Hij heeft er geen goed woord voor over dat Anna voor Telmas dochter zorgt, en beschuldigt zijn zoon ervan te zeuren als een vrouw, als hij Hannes vraagt niet in de buurt van de kinderen te roken. Het script draait de rollen om als Anna een beroerte krijgt en Hannes, zeer tegen de wens van hun kinderen in, besluit haar zelf thuis te verzorgen.
In de rol van Anna leert Hannes naast te koken en verzorgen zijn familie opnieuw kennen, vooral als hij samen met zijn kleinzoon aan de boot werkt die in de tuin ligt. Deze ontwikkeling gaat echter niet vanzelf. Hannes is en blijft een norse man, en zelfs aan het einde lijkt de hernieuwde band tussen de familieleden nog wat onwennig en breekbaar. Hiermee worden veel clichés en vals sentiment vermeden. Met die langzame ontwikkeling ligt het tempo laag. Er gebeurt niet veel in het voortkabbelende verhaal, maar dat geeft tegelijkertijd goed de eentonige en steeds uitzichtlozere situatie waarin Hannes zich bevindt weer. Hierdoor komt het einde als een verrassing en laat een grote indruk achter. Door zijn onderwerpen zal Volcano vooral wat oudere kijkers aanspreken, maar het authentieke familieportret dat hij neerzet is universeel herkenbaar.