Onze gehaaste maatschappij vindt ook haar weerklank in de bioscopen en filmhuizen. Films van pakweg vijftig jaar geleden worden met onze moderne, hedendaagse perceptie dikwijls als extreem traag beschouwd. Toch is de langzame cinema niet ten dode opgeschreven; het zorgt enkel voor tweespalt tussen degenen die zich er helemaal aan over kunnen geven en degenen die er simpelweg niet het geduld voor hebben. De Franse plattelandsdocumentaire Être et Avoir over een klein schoolklasje was voor sommigen wellicht tergend draag, maar desondanks een enorm succes. Eenzelfde lot lijkt het Zwitserse Winter Nomads beschoren. Bij de European Film Awards werd hij nog bekroond met de prijs voor beste documentaire. Toch is er een kans dat veel bioscoopgangers hem te saai vinden. Dat hij ook nog eens gaat over schaapjes, die we tellen om in slaap te komen, helpt dan ook niet echt.
Sinds jaar en dag brengt parttime schaapherder en vijftiger Pascal de wintertijd door met achthonderd schapen, een drietal ezels en vier honden. Deze keer heeft hij de veel jongere Carole mee op sleeptouw genomen om gedurende vier maanden de immense kudde honderden kilometers door het heuvelachtige grensgebied tussen Frankrijk en Zwitserland te loodsen. Het blijkt nog niet zo gemakkelijk om de schaapjes in het gareel te houden. Zo moeten de beestjes zich over kleine B-weggetjes begeven en zitten niet alle boeren in het gebied te wachten op achthonderd balen wol die over hun akkers banjeren. De baas van de twee herders komt af en toe op bezoek om een schaap mee te nemen. Met Kerst plunderen Pascal en Carole de lokale buurtsuper en doen zich bij het kampvuur te goed aan exclusieve lekkernijen.
Je kunt een keur aan classificaties aan deze winterse documentaire ophangen. Tijdloze roadmovie, contemplatieve onthaasting, innemend portret van twee stedelingen die hun rust proberen te vinden of een romantische lofzang op de vrijheid. Wat voor etiket je er ook opplakt, of Winter Nomads van de Zwitserse debutant Manuel von Stürler bij je aanslaat staat of valt met je interpretatievermogen en je vermogen om je er compleet aan over te geven. Von Stürler, die deze documentaire in opdracht schoot, onthoudt zich van commentaar en trakteert de kijker met charmante en idyllische plaatjes van dorpjes en prachtige besneeuwde landschappen waar de tijd stilgestaan lijkt te hebben. Het mooie eraan is dat het is wat het is, waardoor Von Stürler zich ontdoet van elke pretentie. Wat zijn bedoelingen zijn geweest is echter volstrekt evident. Het verlangen naar en waarderen van eenvoud is wat Pascal elk jaar weer naar zijn schapen lokt.
Toch zal niet iedereen uit de voeten kunnen met de kabbelende toon van deze documentaire. Pascal is een aanhanger van de transhumance-beweging en probeert het woord te verspreiden tegenover sceptische boeren. Het levert grappige ontmoetingen en gesprekken op. Zijn levensinstelling zal echter voor sommige kijkers wat te vergezocht en vaag zijn. Voor de documentaire waarin de herder opereert, geldt exact hetzelfde.