Chet Baker citeert in een voice-over een gedicht. Hij is dezelfde, maar hij is een ander. Een auto rijdt door een tunnel; de beklemmende maar sfeervolle sequentie werkt als een magneet. Wat een mooie opening. En wat jammer dat niet meer van dit soort fragmenten volgen.
Onderweg blijkt dat de route niet door één persoon wordt afgelegd. De Hongaarse Szabolcs doet zijn negenjarige reisgenote Tess regelmatig in de kofferbak. In stilte sluipen ze aan boord van een vrachtschip, een krantenkop onder een lading aardappelschillen verklaart een tragisch incident. Uiteindelijk komt het koppel terecht in een aftands vakantieoord aan de Britse kust. Hun leefruimte is klein en troosteloos, de wereld is grijs en grauw. Als een kat wordt de getraumatiseerde Tess opgesloten. Ze mag in ieder geval niet gezien worden.
Vlaams cineast Caroline Strubbe heeft een eigenzinnige stijl. Zonder repetities volgt haar camera de spontane bewegingen van de acteurs, scènes worden chronologisch geschoten en vertellen doet ze met beelden en bar weinig woorden. Hoewel ze haar werk daarmee tot een nichepubliek beperkt, onderscheidt Strubbe zich als filmmaker en staat ze voor een visie: regisseurs die hun tijd durven te nemen zijn zeldzaam. Daarbij zijn sommige verhalen met weinig dialoog ijzersterk (Drive, Shame) . Maar helaas valt Im the Same, Im an Other buiten die categorie.
De film is het tweede deel van een trilogie na Strubbes Lost Persons Area waarin Tess in de industriële leefwereld van haar ouders naar een ontsnapping zoekt. Een derde deel moet over een aantal jaar volgen. Het verhaal staat echter op zichzelf en is niet oninteressant. Kimke Desart laat moeiteloos zien wat rouw, verlies en de hang naar liefde met een kind kan doen, als haar personage Tess afval verzamelt of het vakantiehuisje poetst tot de vellen van haar vingers hangen. Tegelijkertijd worstelt haar huisgenoot Szabolcs met dezelfde gevoelens van verlies en samen proberen ze zich aan te passen aan hun nieuwe leven en een andere wereld. De ontwikkeling van hun relatie die subtiel aan het Stockholmsyndroom hint, houdt de kijker bij de les.
Toch duren de honderdentwaalf minuten lang. De onderliggende aantrekkingskracht van de zwijgzame film mist spanning en plotontwikkeling. Het verhaal dat wordt verteld blijft ergens na dertig minuten hangen en gaat in de laatste tien minuten pas weer van start. Het tussenstuk is als de stilte voor de storm. Beladen, onheilspellend en vooral veel te traag.