De Waddenzee verdient onze liefde. Laten we het daar op zijn minst over eens zijn. En Pieter-Rim de Kroon is een regisseur die duidelijk een hele warme plek in zijn hart heeft gereserveerd voor dit vijfhonderd kilometer lange strookje zee, dat door de getijden een deel van dag droog ligt, en zich uitstrekt van Den Helder tot het Deense Esbjerg. Silence of the Tides is zijn ode, zijn lieve woordjes, die hij in het oor van de Waddenzee fluistert.
De film is eigenlijk een lange collage van taferelen. Een man rijdt op een eenpersoons treintje door de duinen, ongeacht het weer. Water stijgt en daalt. Gevechtsvliegtuigen razen over tijdens een militaire oefening. In een kerk speelt een organist, en een dweilorkest rijdt mee achterop een truck. Er zijn beestjes, er groeit van alles en de wind beweegt de golven. Reken niet op al te veel woorden, maar onderga al het moois dat De Kroon heeft samengebracht in zijn visuele essay.
Om een project als dit te laten slagen, heb je mooie beelden nodig. En daarvoor is een van de cameramensen van het eerder zeer populaire De Nieuwe Wildernis ingeschakeld: Dick Harrewijn. Als hij in de Oostvaardersplassen al een olifantengeduld moet hebben gehad, om alle prachtige natuur te vangen, dan geldt dat hier misschien nog veel meer. We zien soms in de loop van luttele minuten enorme hoeveelheden tijd passeren. Niet versneld, maar wel onopvallend ingekort in de montage, om de stilte niet verloren te laten gaan.
Anderhalf jaar geleden alweer ging Silence of the Tides in première op IDFA. En de reden dat we 'm nu pas te zien krijgen, lijkt vooral de wens van de regisseur. Want De Kroon wilde hiermee iets maken wat je op het grote scherm moet ondergaan, liefst ook met een goed geluidssysteem, waarin alle auditieve details nog lekkerder op hun plek vallen. En zelfs als je weinig hebt met de manier waarop deze vignetten samen zijn gesneden, moet je erkennen: op beeldend - en 'geluidend' - vlak is dit prachtig.
Maar je moet er wel zin in hebben. Als de opeenvolging van beelden je niet meteen in een meditatieve stemming brengt, kan dit namelijk ook nogal een lange zit worden. Een zit waarin de samenhang van de beelden eigenlijk alleen blijkt uit de kennis vooraf, dat het allemaal taferelen in en om de Waddenzee betreft, en uit de eenduidige beeldstijl. Want die samenhang wordt nou ook weer niet zó evident door het zien van de beelden alleen. Door minder betoverde ogen bezien is het een opeenhoping van lange, stille en slome scènes zonder een echt punt.
Toch moet gezegd worden: in wat het wél is, is het ook wel een erg sterke film in zijn soort. Geen narratief, geen informatiedump en geen melodrama, maar wel hypnotische mooifilmerij in een opeenvolging waar elk nieuw vignet een nieuwe laag toevoegt. Bovenal is dit een ervaring. Een echte bioscoopervaring.