Ingeklemd in de Drakensbergen en geheel omringd door buurland Zuid-Afrika ligt de hoogstgelegen staat ter wereld. Het is de enige natie die in zijn geheel boven de duizend meter ligt. De bevolking is op zijn zachtst gezegd traditioneel. Als je er komt, kun je veel mooie natuur bewonderen en een plattelandse samenleving met slechts een handjevol stedelijke gemeenschappen. Toen de Chinezen er kwamen, zagen ze iets anders: goedkope arbeid. De documentaire Days of Cannibalism stelt de huidige situatie aan de kaak.
'De Chinezen maken misbruik van ons. We lijden in hun fabrieken', zingt het antwoord van Lesotho op protestzanger Bob Dylan. Het is een volstrekt helder mantra dat zich blijkbaar voor herhaling leent, vooral de eerste zin wordt in allerlei toonaarden gezongen. Met gevoel en intensiteit. De bevolking van Lesotho voelt zich uitgeknepen door een buitenlandse macht die zijn greep op de economie voorlopig niet zal laten verslappen. Deze zanger is onderdeel van slechts één van de vele taferelen die in deze observerende documentaire worden geschetst.
Als je niet bent ingelezen op het onderwerp, is het niet vreemd als het je even kost om erachter te komen waar je nu precies naar zit te kijken. Want behalve de titel en de schitterende beeldcomposities lijkt er niet zo bijzonder veel te zijn gedaan om het vastgelegde verhaal nog verder vorm te geven. We zien alleen nog taferelen van Chinezen en Lesothanen die zowat in gelijken getale de straten lijken te bevolken, een oosterling die een winkeltje runt met alleen zwarte klanten, een lokale boer die zijn koeien laat zien aan een collega met een Aziatische bedrijfsnaam op zijn overall. Het duurt even voor het beestje bij zijn naam wordt genoemd.
Maar hoe langer het duurt, hoe meer schrijnende gevallen in beeld komen. De komst van rijkere Chinezen heeft de traditionele structuur in deze Lesothaanse gebieden kapot gemaakt. Ze hebben fabrieken gebouwd, maar betalen hun werkkrachten minder dan weinig. De lokale veestapels worden ook bedreigd door Chinese concurrenten, die het geld hebben om de beste runderen weg te snaaien. De boeren van Lesotho moeten het met de restjes doen. En de prijzen van de Aziatische supermarkt zijn ook te hoog: lokale burgers moeten goederen terugleggen om hun boodschappen te kunnen betalen.
Het gebrek aan geld leidt ook tot veel meer criminaliteit. Er ontstaat steeds meer een situatie van wetteloosheid, en dat heeft de documentairemakers ertoe bewogen om de film aan de man te brengen als een documentairewestern. Leuke term, maar reken niet op close-ups, vuurwapenduels en harmonicatonen van Ennio Morricone. Sterker nog, reken er niet op dat het geschilderde verhaal een spanningsboog heeft, met terugkerende figuren en een heldere tegenstelling tussen goed en kwaad. Dit is een verzameling vignetten.
Dat maakt het niet gemakkelijk om snel vat te krijgen op wat er verteld wordt. Het kabbelt wat en van veel beelden is niet meteen duidelijk wat ze met het onderwerp te maken hebben. Je aandacht wordt niet automatisch getrokken naar dat wat van belang is. Days of Cannibalism brengt boeiende materie, maar dat wordt pas laat duidelijk.
De Chinezen hebben wettelijk gezien niets fouts gedaan, maar hoe kun je uitbuiting goedpraten? Verschillende Lesothanen verzanden in diefstal, soms met geweld. Wie zou dat niet doen in zo´n situatie? Er zijn oproepen tot verbinding, met sommige Chinese kooplui krijg je medelijden door het wantrouwen van hun zwarte klanten, en een zwarte rechter kun je niet verwijten dat hij twee meelijwekkende veelplegers een zware straf oplegt. Dat het niet makkelijk is, is duidelijk. Maar alléén aankaarten zonder commentaar voelt een beetje te mager. Het is af te vragen of de strikt observerende stijl zonder achteraf aangebrachte rode draad wel zo geschikt is om deze ingewikkelde situatie op je los te laten.
Days of Cannibalism is vanaf 23 april te zien op Picl.