In de jaren zeventig probeert Oost-Duitsland met behulp van gelijkgezinde staten communistische kolonies te vestigen op manen van Jupiter en Saturnus. Als de missie mislukt, ontkent Moskou dat deze ooit heeft plaatsgevonden, worden alle documenten over de missie vernietigd en wordt er nooit meer een woord over gesproken.
Met dit fictieve verhaal maakt Jim Finn, zelf aanwezig bij de voorstelling, zijn eerste lange speelfilm. Hij heeft al een naam gemaakt met een aantal korte films, en noemt deze film ook eigenlijk een serie van korte films. Dat is te zien, want ondanks dat er wel een rode draad door de film heen is geweven, zit er weinig samenhang tussen de individuele scènes. Interkosmos is geen gemakkelijke zit, doordat de film per leuke scène ook drie doodsaaie scènes bevat. De gesprekken tussen de kosmonauten in de ruimte zijn bijvoorbeeld erg vermakelijk, maar veel vaker is de film slaapverwekkend.
Veel leuker was de Q & A na de film met regisseur Finn en actrice Nandini Khaund. Finn vertelt met veel humor over het traject dat hij heeft moeten afleggen om de film te maken en vooral wat zijn intenties waren. Hij maakt veel duidelijk over zijn project en wat hij daarmee wilde vertellen dan uit de film zelf valt op te maken. Ook wordt nu helder waarom het niveau van de verschillende filmpjes zo verschilt en de samenhang zo marginaal is. Finn dwaalt namelijk regelmatig af en vergeet soms zelfs de vraag die hij probeerde te beantwoorden. Wel doet hij dit met veel meer humor dan in zijn film, en is het toch erg jammer dat hij niet meer van die typische, droge humor in zijn film heeft gestopt. Leuke theorieën over hoe dolfijnen Stalinistisch zijn ingesteld, en Guineese biggetjes Trotskistisch, waren bijvoorbeeld in veelvoud welkom geweest. Een gemiste kans, maar als Finn ervan leert kan hij nog heel leuke films gaan maken. Misschien speelde het hem parten dat de hele film in het Duits is, terwijl hij geen woord Duits spreekt.