Het blijft wennen voor een liefhebber van Woody Allen, verantwoordelijk voor giganten als Manhattan en Annie Hall, om verplaatst te worden naar het Europese continent, de Britse eilanden, Londen. Wennen is het dat er Brits-Engels gesproken wordt en dat acteur Woody Allen zelf op het doek ontbreekt. Ook in zijn nieuwste drama/thriller Cassandras dream gaat dit allemaal op.
Allens recentere films dragen zichtbaar een andere signatuur dan zijn vroegere werk en kenmerken zich door een verandering van sfeer. Wat is er aan de hand? Daar waar zijn plots in het verleden een literaire complexiteit konden herbergen, lijkt zijn moderne verhaal simpel, helder en kil. De karakters missen diepgang en de dialogen zijn volledig van scherpte ontdaan. De films van Allen toonden vaak de grote eruditie van de auteur, maar werden ook getekend door de voor hem vertrouwde setting en thematiek - New Yorks intellectualisme, Amerikaans jodendom, het conflict der geslachten, enz. Wat Allen soms aan te rekenen viel was de overdaad aan stereotypen, de daaraan gekoppelde humor en de frequentie waarmee hij deze elementen in zijn films verwerkte. Cassandras Dream draagt deze kenmerken echter allerminst en lijkt duidelijk een product van het verander(en)de taalgebruik van de regisseur. Je kunt je afvragen of het een en ander letterlijk het gevolg is van het verschil tussen Amerikaanse en Britse idioom. Waarom is het bovenstaande eigenlijk van belang voor de beoordeling van deze film? Omdat dit keer de omgekeerde opgave aan de orde is: ontdek de regisseur Woody Allen en diens kwaliteiten in deze vaardig geproduceerde film.
Muziek levert niet zelden een essentiële bijdrage aan een film, en zeker ook aan die van Allen, maar hier zou dat een te zwakke uitdrukking zijn. De repeterende, intense klanken van Philip Glass (Mishima, Koyaanisqatsi) zetten van begin af aan de nare ondertoon van deze film. Met de eerste mineurklanken bekruipt je het gevoel van een onafwendbare tragedie, dat je voedt totdat de belofte is ingelost. De miezerigheid van de broertjes Terry en Ian, uitstekend gedragen door respectievelijk Colin Farrell en Ewan McGregor, de transparantie van hun levenswandel en de invulling van het begrip geluk, zetten onherroepelijk de ramkoers voor deze twee heren uit. De film is door deze permanente ondertoon niet erg spannend. Het einde - weliswaar verrassend - mist dan toch de nodige zeggingskracht. Of is de kilte waarmee de film hier stilletjes het doek lijkt te verlaten toch te ervaren als een sterke laatste zet van de maker en een pluspunt voor de film? Aan u de keus. Allen weet de kijker in elk geval met succes aan het verhaal en de hele film te binden door deze blijvend te betrekken bij de bijna tastbare ellende van de broertjes Terry en Ian..
Cassandras Dream lijkt enerzijds niet ontdaan van moralistische trekjes in de vorm van het benadrukken van de uitzichtloze ellende als gevolg van de zwakten van het vlees, maar anderzijds wordt er een prachtige opening geboden naar een andere speling van het lot in de vorm van het personage Howard. IJzersterk neergezet door de ervaren Tom Wilkinson, duikt deze oom Howard als een duiveltje uit een doosje op en neemt afwisselend de klassieke rol van Faust en Mephistopheles op zich. Klassiek in dit drama is dan ook de worsteling die de broers Terry en Ian ondergaan met het geweten, wroeging en moraal. Colin Farrell lijkt hier zichzelf waarlijk te overstijgen in de neurotische vertwijfeling van Terry!
Woody Allen kiest met zijn laatste films voor een andere taal en voorziet deze van een nieuwe, maar duidelijke signatuur. Het zijn niet de individuele acteerprestaties of de finesses van de regie, maar de constante van sfeer en helderheid van constructie, die deze films de kracht en waarde verleent. Een totaalpakket. Cassandras Dream is misschien wel een mindere broeder dan Match Point, maar een broeder zonder meer en vooralsnog een onvervalste nieuwe Woody Allen.