Onder hun huid spannen spieren aan, maar dat is moeilijk zichtbaar door het lubberende vel eromheen. Hun aderen worden blauwer, dikker, groter. Met een opmerkelijk soepele beweging voeren ze hun atletiekonderdeel uit: discuswerpen, hoogspringen, kogelstoten of hardlopen. Op hun verbeten gezichten is strijd zichtbaar, strijd met hun tegenstander, maar vooral met zichzelf. Het is maar moeilijk te geloven dat bijna al deze sporters ouder dan negentig jaar zijn.
De documentaire Autumn Gold volgt vijf stokoude sportfanaten in hun aanloop naar de World Masters Athletics Championships. Dit kampioenschap wordt om het jaar gehouden op verschillende plaatsen in de wereld en deelnemers zijn allemaal vijfendertig jaar of ouder. Er wordt gestreden per leeftijdsklasse van vijf jaar. Toen de Duitse filmmaker Jan Tenhaven over dit evenement hoorde verwachtte hij in het oudste segment kreupele, rolstoelgebonden of op zijn minst krakkemikkige oudjes. Een soort van freakshow. Niets bleek minder waar. Menig twintiger kan een puntje zuigen aan het fanatisme van de hoofdpersonen uit zijn film. Mentaal en misschien ook wel fysiek.
Het doet een beetje pijn aan de ogen als de Tsjechische Jiří Soukup van 83 tijdens zijn training hoogspringen op de keien valt. Hij staat op en klopt het vuil van zich af, niets aan de hand. De kracht van zijn lichaam is ongekend. Zijn doelstelling: 109 cm. Ook de Zweedse Herbert Liedtke van 93 kan er wat van. Zonder moeite doet hij wat sit-ups op een fitnessapparaat terwijl hij ondersteboven hangt. Bovengetekende betrapte zich een paar keer op het luisteren naar knarsende ledematen, maar er viel niets te horen: voor een man die de gemiddelde levensverwachting ruimschoots is gepasseerd, heeft hij een ongekende fysieke conditie.
De meeste oudjes willen niets van hun leeftijd weten. Natuurlijk zijn ze er bewust van dat de dood loert, maar ze proberen hem er letterlijk uit te rennen. Door te sporten probeer ik mijn leven te verlengen, zegt Liedtke tegen de filmploeg. Ik wil jullie overleven. Hij lacht ondeugend. Alleen aan zijn uiterlijk valt te zien dat hij oud is, maar voor de rest is hij nog helemaal bij de tijd. Dat geldt overigens ook voor de andere sporters. Ze praten openhartig over hun leven, maar ook over de dood. De meesten zijn weduwnaar of weduwe, alleen Soukup is nog gelukkig getrouwd. Zijn vrouw maakt zich wel zorgen om zijn fanatisme, al weet ze ook dat haar man zonder sport zal wegkwijnen. Sportblessures horen erbij: die had hij vijftig jaar geleden ook. Als hij naar Finland vertrekt voor het kampioenschap dringt ze er wel op aan dat hij zich niet te hard uitslooft. Het gaat erom dat je meedoet en wees vooral voorzichtig op jezelf!
Tenhaven maakt een onvoorstelbare levensuitsnede. Daardoor wordt het sportkampioenschap zelf ook des te spannender. De oudjes mogen niet verliezen van hun tegenstanders; winnen is ze na al hun getoonde daadkracht en wijsheid zo gegund. De trage slowmotion waarmee hun heldendaden tijdens de uiteindelijke krachtmeting zijn vastgelegd zijn pure filmkunst. Het zijn bewegende fotoportretten. De meeste bewondering gaat uit naar Alfred Proksch uit Wenen. De man heeft net een nieuwe knie gekregen en staat in de ring van de arena uit zijn rolstoel op om te discuswerpen. Hij wilde per se op het podium staan voor de categorie honderd jaar en ouder. Honderd jaar!
Op het IDFA won deze film de Doc U Award; de prijs die door een jury in de leeftijd van vijftien tot achttien jaar oud wordt uitgereikt. Hun leeftijden vormen een leuk contrast met die van de oudjes. Maar de prijs is terecht. Het is moeilijk om tijdens het kijken niet ook bij jezelf naar binnen te kijken. Ben ik überhaupt wel zo sportief? Fanatiek? Daadkrachtig? En zit ik ook nog zo vol leven als ik 93 ben? Het is een prestatie, 93 worden, maar het is een wonder om die leeftijd te halen in deze conditie. Fysiek en mentaal. Bij het ouder worden hoort ook het verlies van kracht, vrienden en familie. Dat toont Tenhaven in al zijn oprechtheid. Maar zijn film draait niet om terugkijken naar het verleden. Over twee jaar ga ik mijn score verbeteren, zegt één van de oudjes.