Toen in 2002 de videogameverfilming Resident Evil uitkwam, had waarschijnlijk niemand verwacht dat dit de start zou zijn van een langlopende filmreeks. Dat er vijf vervolgdelen kwamen, mag gerust een klein wonder heten. De eerste film was namelijk niet enorm winstgevend en zowel de pers als liefhebbers van de gelijknamige videogamereeks waren er niet bijster enthousiast over. Filmstudio Sony zag toch brood in een rendabele franchise met enige naamsbekendheid. Alles liever dan investeren in originele ideeën. We hebben het immers over de studio die onlangs nog een vijfde Underworld-film uitbracht. Na een viertal vervolgdelen met nietszeggende titels als Apocalypse, Extinction, Afterlife en Retribution impliceert de titel van de zesde film dat de reeks hiermee ten einde komt. Het zou tijd worden.
Resident Evil-films hebben al een tijdje de vervelende gewoonte om in hun slotfase iets interessants op te zetten dat in het volgende deel nooit volwaardig wordt uitgewerkt. Zo werd de door Extinction gedane belofte van een aanval door een legertje onoverwinnelijke Alice-klonen weliswaar in de beginminuten van Afterlife ingelost, maar helaas resulteerde dit in een even flauwe als korte scène die uiteindelijk nauwelijks invloed had op de rest van de film. Datzelfde Afterlife zette in zijn laatste minuut de deur open voor een groots gevecht tussen Alice en haar bondgenoten tegen een overmacht van kwaadwillende Umbrella-soldaten, wat hun leider zowaar omschreef als "the fight of your lives". Dat bleek uiteindelijk wel mee te vallen; de strijd werd tijdens de optiteling van Retribution achterstevoren in slow motion getoond om vervolgens weer snel te worden vergeten. The Final Chapter gaat qua deceptie nog een stapje verder.
Het slot van Retribution toonde namelijk hoe Alice en haar bondgenoten hun toevlucht zochten tot het door duizenden zombies en andersoortige monsters belegerde Witte Huis. Hier zou volgens Albert Wesker (de voormalige aartsvijand die ineens als een bondgenoot werd opgevoerd) het lot van de mensheid worden beslecht. Dat de voorafgaande speelduur was besteed aan een missie om Alice te bevrijden, bleek een reden te hebben: ze was onmisbaar voor deze eindstrijd en kreeg daarom zelfs haar eerder afgenomen superkrachten weer terug. Bij aanvang van The Final Chapter blijkt echter dat schrijver-regisseur Paul W.S. Anderson maar wat aanklooide. Hij laat zien dat er nog iets teleurstellenders bestaat dat een interessante opzet haastig afraffelen in de openingsscène: beginnen met de anticlimactische nasleep. Geen belegering dus, Wesker blijkt de boel te hebben verraden en iedereen behalve Alice is dood. Oh, en die superkrachten? Die heeft ze helemaal niet teruggekregen. Wesker deed maar alsof.
Ook een andere oude handicap steekt de kop: het teruggrijpen op zaken die al lang afgerond (hadden moeten) zijn, terwijl openstaande lijntjes niet worden opgevolgd. Vooral met de personages laat Anderson kansen liggen. Bracht hij in Retribution nog op geforceerde wijze Michelle Rodriguez, Colin Salmon en Oded Fehr terug in de cast, daar zien we ditmaal geen van de vertrouwde personages terugkeren behalve Alice en Claire Redfield (die zowaar nog minder te doen krijgt dan voorheen). Spijtig, want hoewel de meeste bijrolfiguren in eerdere delen niet enorm interessant waren, zou hun verschijning ditmaal mogelijk voor wat spanning hebben kunnen zorgen. In haar laatste missie om de wereld te redden van het dodelijke T-virus wordt Alice namelijk vergezeld door een nieuw groepje gelijkgestemde overlevers. Uiteraard wordt dit gezelschap al snel uitgedund door de vele dodelijke obstakels, maar de dood van deze net geïntroduceerde nieuwelingen zal de kijker weinig interesseren.
Wie wél terugkeren, zijn de schurken Albert Wesker en Dr. Isaacs, ook al zagen we beiden al eens uitgeschakeld worden. Maar goed, doodgaan is in deze reeks nooit een reden geweest om weg te blijven. Laatstgenoemde blijkt nu een Bijbelfanaat. Religie is nooit eerder als plotelement gehanteerd en een halfslachtige poging daargelaten (zou de verrader soms degene zijn met de bijbelse naam?) resulteert het in bar weinig. Overigens heeft Alice ditmaal een bondgenoot in het als klein meisje vormgegeven computerprogramma Red Queen, dat in eerdere delen nog zo lekker moordzuchtig was. Een aardige omdraaiing van de situatie, maar dit is niet Alice' verdienste; net als Wesker is het programma simpelweg tussen de films door van kant veranderd. Alice ondergaat het allemaal maar zonder tegenspraak. Na vijf films weet ze wel beter.
Natuurlijk heeft het weinig zin om logica of consistentie te verwachten van een Resident Evil-film, maar helaas zijn de actiescènes ditmaal bij lange na niet boeiend genoeg om de aandacht van dergelijke tekortkomingen af te kunnen leiden. Waar de derde film nog aangenaam brak met zijn donkere voorgangers door de actie in het volle zonlicht te laten afspelen en de twee films daarna tamelijk kleurrijke beelden hadden, hanteert deze afsluiter een onprettig ogend palet van bruin- en grijstinten. Het wordt er niet bepaald beter op wanneer het volledig 's nachts afspelende middenstuk zich aandient. De actiescènes in dit segment zijn warrig gefilmd, haastig gemonteerd en de extra verduistering van een 3D-bril (de film is praktisch nergens in 2D te zien) komt de overzichtelijkheid helaas niet ten goede.
Anderson herpakt zich enigszins in het laatste halfuur, door iets meer lampen aan te doen tijdens de actie en het nooit echt interessante hoofdpersonage eindelijk eens van iets meer achtergrond te voorzien. Niet veel, maar meer dan ze in de afgelopen vier films heeft gehad. Het is echter een teken aan de wand dat de climax van deze zesdelige reeks simpelweg een conventionele vechtpartij is tussen een paar oudgedienden die elkaar al vaker hebben getroffen. Nieuwe elementen zijn dan ook spaarzaam; als Anderson het even niet meer weet, valt hij terug op zijn 'greatest hits'. Aldus krijgen we weer de gang met dodelijke lasers te zien, ook was die na het eerste deel al niet interessant meer. The Final Chapter is exact het slotstuk dat je kunt verwachten van een filmfranchise waar al jaren de rek uit is.