Het is voor scholieren nog steeds een populaire overbrugging: een tussenjaartje backpacken in Australië. Met een beetje geluk weet je ook nog ergens een baantje te scoren om de hoge kosten van het reizen en feestvieren mee te kunnen dekken. Precies dit moeten de Canadese vriendinnen Hanna en Liv ook hebben gedacht toen ze besloten om een baantje aan te nemen in een pub ergens ver afgelegen in het Australische binnenland. De waarschuwing van het uitzendbureau luidt dat er nogal wat testosteron rondom het café waart.
Dat is nog zacht uitgedrukt. Het café van echtpaar Carol en Billy lijkt zo'n beetje het enige toevluchtsoord voor de hardwerkende mijnwerkers te midden van helemaal niets. Er is weinig anders te doen dan het op een zuipen zetten en de vuurdoop van de vriendinnen is immens intens. Ze moeten niet alleen flauwe grapjes zien te verdragen maar ook de vele seksistische opmerkingen van de dronkenlappen velen. De kroegtijgerinnen die hun mannen vergezellen doen hier overigens net zo hard aan mee. Hanna wil al snel haar biezen pakken, maar Liv wil het nog wel een kans geven.
The Royal Hotel markeert de tweede fictiefilm voor Kitty Green. De filmmaker grossiert in onheilspellende sferen zonder dat nou echt duidelijk is of en zo ja wat voor gevaar de Canadese meiden nou precies lopen. Goed, hun slaapvertrekken zijn ranzig, er komt vaker niet dan wel water uit de douche en de kroeggasten zijn werkelijk niet te harden. Maar Hanna en Liv zijn gekomen voor het avontuur en daar hoort nou eenmaal een beetje afzien bij.
Green speelt voortdurend met de verwachtingen van haar publiek, alsof haar psychologische drama elk moment in regelrechte horrortaferelen kan uitbarsten. De spanningsopbouw faalt echter omdat verwachtingen niet worden ingelost. Vreemd genoeg gaat het bizarre gedrag van de stamgasten wennen omdat hun onvoorspelbare gedrag het enige is dat ze definieert. Personages lijken hierdoor niet consistent. Zo wordt Hanna versierd door een jonge gast, maar elk mogelijk conflict dat hun ongemakkelijke contact genereert wordt in de kiem gesmoord.
Green heeft best potentie in handen, maar weet dit niet voldoende te benutten. Dit laat niet onverlet dat de vrouwelijke hoofdrolspelers, vooral Julia Garner in de rol van Hanna, een solide vertolking neerzetten. Ze worden hierbij op prettige wijze bijgestaan door Hugo Weaving en Ursula Yovich als de kroegbazen, maar ook zij blijken elk uur in een andere bui te verkeren. De conclusie van alle andere personage is wel dat het een stel idioten zijn, wat ze degradeert tot vehikels om het (gebrek aan) plot verder te helpen.
Dit Australische werkje zou in de categorie van psychologische thriller moeten worden ondergebracht. Veel bijfiguren werpen ongemakkelijke blikken, maar daar blijft het ook wel bij. De conclusie na anderhalf uur is toch dat de lange aanloop uiteindelijk tot een matige climax en weinig verlossing leidt.