Als een zoon een documentaire over zijn overleden vader maakt is het misschien niet verwonderlijk als het resultaat vol beelden van een gelukkig gezin en voice-overs met stokpaardjes zit. Als deze vader echter een van de belangrijkste cinematografische vernieuwers van de twintigste eeuw is, is dergelijke fotoboekjournalistiek op zijn minst een gemiste kans. Waarschijnlijk doet zoon Andrej Tarkovski zijn vader en invloedrijke cineast Andrej Tarkovski geen eer aan met deze schoolse weergave van een filmmaker die tot dusver ongrijpbaar leek.
Filmregisseur Andrej Tarkovski geniet ook vandaag de dag onder een bepaald publiek een onaantastbare status. Als Sovjet-dissident maakte hij in de jaren zestig en zeventig furore met films die zichzelf los leken te weken van de tijd. De gefilmde tijd, de ervaringstijd van de kijker en de communistische tijd waarin Tarkovski zijn expressionistische films maakte. Vooral dat laatste was olie op het vuur van zowel het Sovjetregime als van de westerse, filmkijkende intellectueel met een in die tijd gezonde sovjetantipathie. Het door Chroesjtsjov verbieden van Tarkovski's debuutspeelfilm De Jeugd van Ivan, waarin hij het leven van een kindsoldaat in de USSR portretteerde, zette hem in het Westen op een voetstuk waar hij tot op de dag van vandaag niet van af te beitelen is.
Tarkovski junior lijkt er een levensdoel van te hebben gemaakt de wereld kennis te laten maken met de luisterrijke nalatenschap van zijn meer dan dertig jaar geleden overleden vader. Zo maakte hij een boek, een tentoonstelling en deze documentaire over de onnavolgbare cineast. In Andrey Tarkovsky. A Cinema Prayer heeft hij ervoor gekozen zijn naamgenoot te portretteren als kunstenaar en filosoof. Met filosofische monologen van zijn vader en gedichten van zijn grootvader en dichter Arseni Tarkovski doet junior een poging het standbeeld van senior nog steviger op de sokkel vast te metselen en het eventueel nog groter te maken. Door echter als Icarus zo uitgesproken dichtbij de zon te willen vliegen, is de kans groot dat de was van de vleugels smelt.
Dit laatste is helaas exact wat gebeurt in Andrey Tarkovsky. A Cinema Prayer. Tarkovski junior is noch dichter, noch regisseur. Met zijn goedbedoelde poging is hij eerder vaders erfenis aan het bezoedelen dan aan het polijsten. Tekenend is de academische indeling in hoofdstukken, waarmee hij niet alleen de documentaire, maar ook het ongrijpbare oeuvre van zijn vader lijkt te willen voorzien van een overzichtelijk kader. Met een vervagende poging van willekeur in beeldkeuze en soms suggestief zweverige geluidsopnamen krijgt hij deze simplificering vervolgens ook niet ongedaan gemaakt.
Ook legt hij vaders 'verzegelde-tijd-ideologie' uit aan de hand van singuliere quotes die eerst artistiek poëticaal en daarna dogmatisch theologisch van aard zijn. Een belangrijke voorwaarde voor het waarderen van het intellectuele werk van Tarkovski door filmcritici, cinefielen en cultliefhebbers is vooral de ongrijpbaarheid ervan: de suggestie van het oplossen van tijd en het uitvergroten van het bewustzijn van de kijker. Van beide zaken heeft zijn zoon geen kaas gegeten. Er is zelfs een kans dat als je in deze documentaire op zoek gaat naar de oorsprong van deze ongrijpbaarheid, het geloof in beide zaken, en daarmee het geloof in de grootse Andrej Tarkovski minder sterk zal worden.