Frank Ripploh verfilmde in 1980 zijn eigen leven als homoseksuele man in Duitsland. Hij deinst er niet voor terug om alles te laten zien. In figuurlijke zin: Ripploh geeft op heerlijke wijze zelfkritiek. Maar ook in meer letterlijke zin door erecte penissen, sperma en orale seks in beeld niet te mijden. Door deze expliciete inhoud mocht Taxi zum Klo, ondanks het ontvangen van meerdere filmprijzen, niet in roulatie worden gebracht in verschillende landen. Nu komt de gerestaureerde film opnieuw uit in Nederland. Weliswaar in een zeer beperkt aantal filmhuizen, maar behalve de leeftijdsrestrictie kan iedereen erheen.
Taxi zum Klo is zeer autobiografische fictie, maar wel met een knipoog. Ripploh begon het project zelfs deels als dikke middelvinger. Ondanks dat hij er nooit geheim van maakte dat hij op mannen viel, kreeg hij zijn ontslag als leraar. En dat is zijn beroep in de film: basisschooldocent. Hij houdt zijn werksfeer en zijn seksuele escapades in zijn privétijd strikt gescheiden, zegt hij. Maar toch. Wachtend in een openbaar toilet op wat er door zijn ´gloryhole´ komt prijken, gaat hij toch huiswerk zitten corrigeren. De twee zaken kruisen elkaar niet, maar Frank Ripploh brengt ze soms gevaarlijk dicht bij elkaar.
En zo zijn er meer tegenstellingen die op ingenieuze wijze aan elkaar gekoppeld worden. Tijdens een uitje met leraren kan hij zijn gedachten maar niet van seks houden, maar tijdens een neukscène ligt hij steeds aan alledaagse dingen te denken. Ripploh moet de kinderen voorlichting geven over het menselijk lichaam, terwijl hij het tijdens zijn seksuele escapades met zijn eigen gezondheid niet zo nauw neemt. We krijgen zelfs te zien hoe de dokter in zijn anus speurt naar wratten en later belandt hij met een soa in het ziekenhuis.
De grootste tegenpolen zijn Frank en zijn vriend Bernd, die al gauw voor langere tijd bij hem intrekt. De lieve, besnorde Bernd gaat er niet graag op uit om seks te zoeken in openbare toiletten, hij wil een gelijkwaardige relatie met regelmaat en emotionele steun. Frank houdt ook wel van hem, maar geeft zich continu over aan zijn impulsen. Sekt drinken, coke snuiven en de beest uithangen. Behalve veel levendigheid biedt dit ook heel veel zelfreflectie van Frank Ripploh. Ja, hij haalt veel plezier uit zijn hedonistische bestaan, maar hij weet ook wat hij naasten zoals Bernd ermee aandoet.
Het is geen wonder dat deze film in 1980 een cultstatus verwierf, want onder alle absurde situaties, zwartgallige grappen en bizarre kunstgrepen zit enorm veel eerlijkheid. De figuren in de film voelen als echte mensen en ook de waarachtigheid waarmee de homoscene is weergegeven druipt ervan af. Doordat je zo om de scène een paar keer een slag om de oren krijgt met weer een blote penis in beeld, erect of niet, heeft de film waarschijnlijk een bescheiden publiek. Maar zelfs als buitenstaander moet je nageven dat die groep op zijn wenken bediend wordt.
Door de rijkheid aan materiaal laat Taxi zum Klo zich uiteindelijk vooral omschrijven als een reeks van vignetten die aan elkaar zijn geweven tot een rijk tapijt, dat het bestaan van Frank Ripploh toont. Of in elk geval, hoe het op dat moment in brede zin was. Al biedt de weergegeven relatie met Bernd zeker ook een rode lijn om te volgen. Je valt binnen in een situatie die bezig is, en bent weer weg voordat alles is uitgespeeld. En dat geeft Taxi zum Klo een tempo waar professioneler gemaakte films jaloers op kunnen zijn.
De film staat echter ook bol van regiekeuzes die andere, betere regisseurs nooit van hun leven zouden maken. En de korreligheid van het beeld onderstreept dat Taxi zum Klo een liefhebberijwerkje is, gemaakt met een laag budget. Maar daardoor komt in dit geval het verhaal ook volledig tot leven. De vorm van de film sluit namelijk naadloos aan op die van het bestaan van de hoofdpersoon en maker. Veel rafelrandjes, slordigheid en beweeglijkheid. In al hun glorie.