Outlaw King
Recensie

Outlaw King (2018)

Veel grote veldslagen, maar verder een opvallend onopvallende film.

in Recensies
Leestijd: 2 min 58 sec
Regie: David Mackenzie | Cast: Chris Pine (Robert Bruce, Earl of Carrick), Stephen Dillane (King Edward I of England), Rebecca Robin (Queen Margaret of England), Billy Howle (Edward, Prince of Wales), e.a. | Speelduur: 121 minuten | Jaar: 2018

Dankzij Braveheart kennen we allemaal het verhaal van William Wallace. De Schotse opstand tegen de Britse kroon is daardoor erg bekend. Minder bekend is het verhaal van Robert Bruce, die Wallace opvolgde en de oorlog ook daadwerkelijk wist te winnen. Netflix zag er wel brood in en zette David Mackenzie (Hell or High Water) aan het werk.

Outlaw King begint in 1306, tijdens de nasleep van de Schotse poging om het Engelse juk af te werpen. De Schotse adel is bijeengekomen om trouw te zweren aan de Engelse kroon. Het toneel voor die ceremonie is er een van jewelste: de belegering van een kasteel dat zich al overgegeven heeft. Maar de Prince of Wales, Edward II, weigert die overgave te accepteren. Hij moet eerst een punt maken door met een gigantische katapult een steen naar het kasteel te lanceren. Daarna accepteert hij de overgave. De boodschap is duidelijk: met de Engelsen valt niet te spotten.

Maar het vuur van de opstand brandt nog in de harten van de Schotten, want zodra Robert Bruce een van de afgehakte armen van de gruwelijk geëxecuteerde William Wallace ziet, vormt dat aanleiding om zijn eed te verbreken. Robert weet al snel de nodige steun te verwerven en wordt tot koning gekroond. Outlaw King is eigenlijk op zijn best de eerste veldslagen zich aandienen. Regisseur Mackenzie neemt de tijd om iedereen te introduceren en weet nog redelijk geloofwaardig in beeld te brengen hoe Robert de steun van de Schotten krijgt.

Daarna breekt de hel los en bewegen Robert en zijn manschappen van de ene naar de andere veldslag. Ondertussen doet Mackenzie zijn best om te laten zien dat Edward II een echte schurk is. Hij executeert wat mensen op gruwelijke (en expliciet in beeld gebrachte) wijze. En aan het einde van de film staat iedereen nog eens voor een lange veldslag weer tegenover elkaar. Het probleem van de film is daardoor snel duidelijk: zodra Mackenzie de nodige zaken opgezet heeft, ziet hij nauwelijks reden of mogelijkheden meer voor verdieping van de personages. De zorgvuldigheid waarmee die in het begin opgezet zijn, is meteen vergeten en het geheel verwordt tot een reeks scènes die als opvulling voelen voor de volgende veldslag.

Houd je van middeleeuws geweld, dan is deze film een absolute aanrader. Hij is grof, bloederig en expliciet in het tonen van geweld. De veldslagen zijn groots en ogen chaotisch. Maar hoe mooi de veldslagen ook in beeld zijn gebracht, de personages voelen op een gegeven moment aan als flinterdunne transportmiddelen die ons naar een nieuwe veldslag brengen. Daardoor lijkt het alsof acteur Chris Pine op de autopiloot acteert. Dat geldt al helemaal voor Billy Howl als de Prince of Wales, die een prototype schurk speelt zonder ook maar het kleinste beetje diepgang.

Netflix probeert de afgelopen tijd een kwaliteitsslag te maken op filmgebied. Daarvoor biedt het lucratieve deals en krijgen regisseurs alle creatieve vrijheid. Dat leidde bij Outlaw King tot een film die bij zijn wereldpremière zo'n twintig minuten langer was. De kritiek die Mackenzie kreeg was niet mals, maar hij luisterde en schaafde zijn film flink bij. Die is daardoor een stuk gestroomlijnder, maar de vraag rijst of het niet beter is als Netflix zijn regisseurs iets minder creatieve vrijheid geeft en zelf meer de teugels in handen neemt? Wellicht was Outlaw King dan meer dan alleen een spektakelfilm geworden.