Walt Disney Studios opent het kerstseizoen in de bioscopen met The Nutcracker and the Four Realms. Een beetje aan de vroege kant misschien, maar nu de dagen weer donker en koud worden ook geen overbodige luxe. Regisseurs Lasse Hallström en Joe Johnston proberen het hart van de filmkijker te ontdooien met een mierzoet prinsessensprookje en een bijpassend warme familieboodschap.
Hun film is gebaseerd op het in 1816 geschreven verhaal 'De Notenkraker en de Muizenkoning' van de Duitse schrijver Ernst Hoffmann. Later volgde een minder enge bewerking van zijn sprookje door Fransman Alexandre Dumas - de versie die de basis zou leggen voor het inmiddels wereldberoemde klassieke ballet. 'De Notenkraker' was in zijn verschijningsjaar geen daverend succes, maar groeide in de loop der tijd uit tot een waar fenomeen op de bühne. De vertaalslag naar het witte doek blijft echter problematisch: de laatste speelfilmversie is het uit 2010 stammende The Nutcracker in 3D met in de hoofdrol Elle Fanning. Een sprookje dat in duigen viel aan de box office.
Of dat ook zal gebeuren met The Nutcracker and the Four Realms valt te bezien, want productiehuis Disney strooit net zolang met denkbeeldige poedersuiker en zuurstokken tot het klassieke verhaal is omgetoverd tot commercieel aantrekkelijke kitsch. Voor het oog valt er veel te smullen, want op de 'art direction' en de kostuumontwerpen is niet bespaard. Denk aan feeën met suikerspinkapsels en een jurkengarderobe waar een gemiddelde sprookjesprinses jaloers van zou worden. Ook de magische koninkrijken uit de titel (het Land van Snoepgoed, het Land van Bloemen, het Land van Sneeuwvlokken en een mysterieus vierde land) zijn zo weldadig vormgegeven dat zo'n beetje elk detail om aandacht vecht.
Daar moet je maar net tegen kunnen. Het scheelt dat hoofdpersonage Clara zelf geen affiniteit heeft met al die tierelantijn en zo de cynische kijker een beetje op sleeptouw kan nemen. Ze is de nieuwste toevoeging aan een lange reeks van Disney-prinsessen die zich wars tonen van tradities en de ouderwetse tijdsgeest. Het veertienjarige meisje wil namelijk helemaal geen jurken dragen of met haar vader in een chique balzaal dansen - nee, liever sleutelt Clara aan het mechaniek van een oude muziekdoos. Het is geen kunst om te voorspellen dat haar vaardigheid als knutselaar later in de film van pas zal komen bij een letterlijk sleutelmomentje.
Die voorspelbaarheid is het grootste probleem van The Four Realms. Hoe wonderlijk de magische werelden er ook mogen uitzien, plotmatig is de film maar weinig fantasievol. Dat begint al met een bulk aan exposé: de personages praten veel over gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld in de vier koninkrijken, maar visueel komt dat nergens sterk tot uiting. Een uitzondering is misschien de balletvoorstelling die tussen de bedrijven door wordt ingelast. Niemand minder dan de Amerikaanse prima ballerina Misty Copeland mag opdraven om 'De Notenkraker' te dansen. Aardig bedacht, die Inception-achtige aanpak - waarbij een schijnwerkelijkheid binnen een schijnwerkelijkheid ontstaat - maar eigenlijk ook niet meer dan een geforceerde hommage aan de podiumklassieker. De scène is nauwelijks constructief voor het verhaal te noemen, want de makers kiezen ervoor om tussentijds naar Keira Knightley te snijden, die de taferelen op het podium steeds van commentaar voorziet.
Het enthousiasme en de lulligheid waarmee Knightley een fladderende fee neerzet is dan stiekem wel weer aanstekelijk. Bijna alles in The Four Realms is vet aangezet: het schmierende acteerwerk en de soundtrack van James Newton Howard (gebruikmakend van Tsjaikovski's oorspronkelijke muziek) die zo'n beetje alle scènes dicht plamuurt. Gelukkig rust de productie grotendeels op de schouders van de zeventienjarige actrice Mackenzie Foy, die van Clara een redelijk menselijke prinses weet te maken. Haar zoektocht naar de gouden sleutel is soms nog best vermakelijk, al laat het publiek zich natuurlijk nooit echt foppen - het is immers Disney, dus de zoektocht zal wel gekoppeld zijn aan iets wat veel wezenlijker is. Die verwachte levensles dient zich keurig aan in een ietwat sentimentele slotscène, maar met de feestdagen in het vooruitzicht zal alleen een kniesoor daar om malen.