Zijn vrouw Anna is dolenthousiast en ziet allerlei mogelijkheden in het landhuis dat ze geërfd hebben van zijn vader, Erik twijfelt nog. "Je raakt elkaar kwijt in een groot huis." Niet alleen is het veel te duur, het is ook veel te groot voor het echtpaar en hun tienerdochter. Zij vindt de oude, karakteristieke villa een fantastisch huis, dat gevuld kan worden met fantastische mensen. Ole, bijvoorbeeld, hun linksige vriend. Ole heeft wel zin, maar geen geld en dus moeten er nog meer vrienden aan te pas komen. Voor Anna en Erik het goed en wel doorhebben is een heuse commune geboren, een noviteit nog in het Denemarken van 1975. De intellectuele club heeft de perfecte plek gevonden voor hun idealen van onvoorwaardelijke liefde en saamhorigheid. Maar het duurt niet lang of de realiteit komt binnensijpelen en het gezin moet erkennen dat papa gelijk had: dat ze elkaar inderdaad kwijt beginnen te raken.
Thomas Vinterberg (1969) weet waarover hij spreekt. De Deense regisseur, bekend van Festen en Jagten en Engelstalige uitstapjes als Far from the Madding Crowd, is zelf opgegroeid in een commune. Een tijd die hij als een sprookje heeft ervaren behalve tijdens die periode in de maand waarin de vrouwen in huis menstrueerden. Hij verklaart er veel bier en genitaliën te hebben gezien en ook het nodige leed, maar het is vooral de warmte en de verbintenis die hem het meest is bijgebleven. Het is aan zijn nieuwste film af te zien.
Kollektivet is na Submarino (2010) en Jagten (2012) de derde samenwerking tussen regisseur Vinterberg en scenarioschrijver (maar ook regisseur) Tobias Lindholm, die deze maand met zijn eigen Krigen in de filmzalen te zien was. Het sombere Submarino en het genadeloze Jagten bewezen al eerder dat hun samenwerking tot de meest vruchtbare van de hedendaagse Deense cinema behoort.
Opnieuw is het scenario uiterst effectief. Vinterberg en Lindholm hebben maar een paar pennenstreken nodig om elk van de bewoners neer te zetten en tegen elkaar op te zetten. Het drama is niet alleen een weergave van een tijdperk en van een generatie, het is ook een portret van menselijke relaties. De twee zijn ultieme observatoren van de mens en zijn sociale gedrag. Wat Vinterberg doet is hechte gemeenschappen onder druk zetten: in Festen ruïneert de onthulling van een familiegeheim dat wat een groot feest had moeten zijn, in Jagten ontketent een misverstand een kolossale hetze binnen een klein dorp. Idylles die onverbiddelijk uiteenspatten. Ook in Kollektivet wordt de façade getoond en de spanningen achter de façades: de hoop in een sprookje en dat wat er van het sprookje werkelijk waar is. Ook al heeft hij de teugels van het mede door hem geformuleerde Dogme95-manifest laten vieren; de Deen is het nog altijd om waarachtigheid te doen.
Niet dat Vinterberg de mensen binnen deze commune spaart, verre van zelfs, maar waar hij in het verleden weinig genade kende voor zijn personages, lijkt hij hier minder hardvochtig. Kollektivet is warmer dan gewoonlijk. Geestiger ook. De humor geeft Vinterbergs doorgaans vaak aardedonkere universum wat meer lucht en biedt de kijker kans zich met de verschillende personages te vereenzelvigen. Het huis voelt werkelijk aan als een warm nest en de bewoners als een hechte familie. Er is meer ruimte voor ontroering en het drama is poëtischer dan we van de Deen gewend zijn, zowel qua vorm als wat betreft subtekst. Scherp blijft hij echter altijd.
Anna krijgt het het zwaarst te verduren. De initiator en mater familias van de commune ziet niet alleen haar dromen, maar ook haar werkelijke leven in duigen vallen. Als duidelijk wordt wat haar droombeeld in werkelijkheid betekent, raakt ze verteerd door verdriet. Ze wordt prachtig vertolkt door actrice Trine Dyrholm (In a Better World, A Royal Affair), die al eens met Vinterberg (en met Ulrich Thomsen, die haar man speelt) samenwerkte in Festen. Haar spel in Kollektivet werd bekroond met de Zilveren Beer voor Beste Actrice op de Berlinale. Ook de jonge Martha Sofie Wallstrøm Hansen ontroert als haar filmdochter.
In zekere zin vertoont Kollektivet overeenkomsten met het Vlaamse Belgica van Felix van Groeningen, dat vorige maand uitkwam. Beide filmmakers lieten zich inspireren door de ongewone en excentrieke leefomgeving van hun vroege jeugd: het warme nest van de leefgemeenschap in het geval van Vinterberg en de wonderlijke wereld van de familiekroeg in het geval van Van Groeningen. Die laatste verklaarde met Belgica zijn meest persoonlijke film tot nu toe te hebben gemaakt. Ik durf te wedden dat dat voor Vinterberg ook geldt.