Regisseur Robert Rodriguez heeft zijn carrière te danken aan een held met de naam El Mariachi. In 1992 bracht de eerste film over de wrekende Mexicaanse gitarist, toen nog geheel Spaanstalig, Rodriguez wereldfaam vanwege het ongehoord lage budget van 7000 dollar waarmee hij de energieke actiefilm had gemaakt. Een (grotendeels engelstalig) vervolg, met een budget dat vele malen groter was dan dat van zijn doorbraakfilm, kon niet uitblijven. Gewapend met 3 miljoen dollar, en met Antonio Banderas en Salma Hayek als zijn hoofdrolspelers, maakte Rodriguez een heerlijk over-the-top vervolg, Desperado, met virtuoos gefilmde en gemonteerde actiescènes, aanstekelijke humor, en de juiste chemie tussen Hayek en Banderas. Nu is dan het derde en nog duurdere deel van de El Mariachi-reeks gearriveerd, wederom shot, chopped, and scored door Rodriguez zelf, en het is duidelijk dat de regisseur nog niets van zijn visuele flair is kwijtgeraakt. Er kan regelmatig gesnoept worden van soepel camerawerk, een mooi verzadigd kleurenpalet, en split-second montage die toch overzichtelijk blijft. Maar het vuur in El Mariachi zelf is verdwenen; het gitaarspelende eenmansleger is een bijfiguur geworden in zijn eigen film.
Dat wordt deels verklaard door het verhaal: El Mariachi, de levende legende, heeft zijn geliefde verloren aan haar jaloerse ex, de sinistere generaal Marquez. Sindsdien leidt hij, emotioneel geamputeerd, een stil bestaan in een stoffig Mexicaans dorpje, en speelt een beetje gitaar. De wapens heeft hij afgezworen, maar dat kan natuurlijk nooit lang duren; hij wordt benaderd door de ietwat vreemde, maar uiterst zelfverzekerde CIA-agent Sands (een amusante Johnny Depp, die de gelegenheid om de show te stelen met beide handen aangrijpt). Sands is de zelfbenoemde spin in een web van machtsspelletjes, waarin drugsbaron Barillo (Dafoe) generaal Marquez gebruikt om de huidige president van Mexico omver te werpen. Dat vindt de CIA best, legt hij de Mariachi (Mag ik El zeggen?) uit, als Marquez daarna maar niet de macht grijpt. El Mariachi krijgt de kans om wraak te nemen op de moordenaar van zijn geliefde: tijd om zijn oude, tot de rand toe met wapentuig gevulde, gitaarkoffer weer op te duikelen en samen met twee collegas (waaronder een adequaat acterende Enrique Iglesias) zoveel mogelijk schurken naar de andere wereld te helpen.
Op het verhaal van Once Upon a Time in Mexico, waarin het nodige wederzijds bedrog en verraad voorkomt, hoef je in feite maar af en toe te letten. Rodriguez gebruikt de plot - terecht - om ons weer de meest onwaarschijnlijke shoot-outs voor te schotelen, en een keur aan gebronsde karakterkoppen (Dafoe, Danny Trejo, en een fascinerende Mickey Rourke) levensgroot het scherm te laten domineren. Pretty boy Johnny Depp houdt zich goed staande temidden van deze imposante tronies; Antonio Banderas helaas niet. Daar zit het grote manco van deze film: El Mariachi verklaart een schim van zijn oude ik te zijn, en dat vertaalt zich in een Banderas die door zijn scènes slaapwandelt en nergens meer de indruk wekt dat achter die broeierige blik een vulkaan kolkt. Een uitzondering vormen de flashback-scènes met Salma Hayek, waarin we de oude Mariachi te zien krijgen en Banderas vlamt zoals hij in Desperado deed. Helaas is dat niet genoeg om Once Upon a Time in Mexico naar het niveau van zijn voorgangers te tillen.