Midnight in Paris
Recensie

Midnight in Paris (2011)

Eindelijk een nieuw meesterwerk van Woody Allen, waarin nostalgie en de schoonheid van Parijs centraal staan.

in Recensies
Leestijd: 3 min 51 sec
Regie: Woody Allen | Cast: Owen Wilson (Gil), Rachel McAdams (Inez), Marion Cotillard (Adriana), Léa Seydoux (Gabrielle), Michael Sheen (Paul), e.a. | Speelduur: 94 minuten | Jaar: 2011

Het afgelopen halve decennium kreeg de nieuwste film van Woody Allen - die sinds 1982 elk jaar minstens één film aflevert - het predicaat ‘zijn beste in jaren’ opgeplakt. Telkens gebeurde dit als hij voor die film naar een nieuwe grote Europese stad verhuisde. In 2005 werd Match Point (gesitueerd in Londen) ontvangen als Allens comeback na een aantal jaren van minder warme recepties en in 2008 viel Vicky Christina Barcelona nog meer lof ten deel. Nu, weer drie jaar verder, komt Woody Allen met Midnight In Paris. En het is echt zijn beste film sinds het briljante Husbands and Wives uit 1992.

De film heeft een charme, humor en sfeer die de afgelopen twintig jaar niet in zo’n heerlijke combinatie in een film van Allen te zien waren. Zijn romantische, magisch-realistische versie van Parijs is oogstrelend en met liefde in beeld gebracht door Darius Khondji en Johanne Debas. Onder meer in de vorm van voor de regisseur kenmerkende lange shots waarin de camera hele gesprekken of delen daarvan vastlegt. Net als in zijn vorige vier films speelt Woody Allen zelf geen rol in de film, maar heeft hij de hoofdrol geschreven als een soort jongere versie van hemzelf.

Dat heeft hij wel vaker gedaan in de afgelopen twee decennia, met uiteenlopende resultaten. Sommige acteurs bleven steken in imitatie van Woody Allens maniertjes, terwijl anderen hun eigen draai daaraan gaven en iets interessanters creëerden. Owen Wilson behoort tot die laatste categorie en is meteen een van de besten daarin. Zijn eigen lome manier van acteren staat haaks op de zenuwen van Allen en die combinatie levert een frisse interpretatie van het Woody Allenpersonage op. Deze frisheid gaat op voor de hele film, ondanks dat hij voornamelijk over nostalgie en het verleden gaat.

Wilson speelt Gil, een Amerikaanse schrijver die zijn geld verdient met Hollywoodscripts maar eigenlijk goede literatuur wil schrijven. Hij werkt al jarenlang aan een boek over nostalgie, maar durft het niemand te laten lezen. Samen met zijn verloofde Inez en haar rijke ouders is hij op vakantie in Parijs. Door toeval ontdekt hij dat - mocht u als lezer verder nog niets van de plot afweten, dan is het misschien wijselijk dat u verder leest na de film gezien te hebben - als hij om twaalf uur op een bepaalde plek wacht, er een oude auto langskomt die hem voor de rest van de nacht naar het Parijs van de jaren twintig brengt.

Het is de tijd van het modernisme, het surrealisme, de opkomst van de jazz (van het type dat sinds jaar en dag Woody Allensfilms van een soundtrack voorziet) en een aantal Amerikaanse literaire helden van Allen (en dus van Gil). Al deze kunstenaars bevonden zich op een gegeven moment van de jaren twintig wel in Parijs en in Midnight In Paris doen ze dat allemaal tegelijk. Gil begint met de Fitzgeralds op een feestje waar Cole Porter de muziek verzorgt en spreekt later in een café met Hemingway. Later komt hij nog veel meer befaamde artiesten tegen. De komische hoogtepunten zijn Salvador Dalí (hilarisch gespeeld door Adrian Brody) en Luis Buñuel.

Te midden van al deze artiesten is Gil echter het meest gefascineerd door de mooie Adriana, op dat moment de maîtresse van Picasso. Terwijl hij meent in de mooiste tijd en plek op aarde beland te zijn, verlangt zij naar het leven rond de eeuwwisseling, de belle époque. Gil slaagt erin met haar naar deze tijd te reizen, maar al haar helden zijn weer bezig met terug te verlangen naar de Romantiek van eerder in de negentiende eeuw. Door een ontzettend nostalgische film over een enorm geromantiseerd Parijs in de jaren twintig te maken, maakt Woody Allen juist een punt over de gevaren van nostalgie ten opzichte van leven in het hier en nu.

Het is dit inzicht dat Gil nodig heeft om in te zien wat zijn boek miste, hoewel Gertrude Stein ook een handje helpt. Heel erg diep gaat dit ook weer niet, maar dankzij de exquise manier waarop Woody zijn fantasie over historisch Parijs heeft vormgegeven en de humor die hij uit de galerij van grootheden haalt, is het een van zijn fijnste films in tijden. Allen speelde al eerder met soortgelijke gegevens, zoals in Annie Hall wanneer hij tijdens een discussie over Marshall McLuhan de auteur zelf het gesprek in sleept, of in The Purple Rose of Cairo als de acteur van het doek de zaal instapt, maar zijn nieuwste film kan zich moeiteloos meten met deze meesterwerken.