Poulet aux Prunes
Recensie

Poulet aux Prunes (2011)

De opvolger van Persepolis heeft zeker zijn charmes, maar de luchtigheid doet het drama meer kwaad dan goed.

in Recensies
Leestijd: 3 min 23 sec
Regie: Vincent Paronnaud & Marjane Satrapi | Cast:Mathieu Amalric (Nasser-Ali Khan), Maria de Medeiros (Faringuisse), Eric Caravaca (Abdi) Golshifteh Farahani (Irâne), Isabella Rossellini (Parvine), e.a.| Speelduur: 91 minuten | Jaar: 2011

Enkele jaren geleden gooide de Franse productie Persepolis op menig filmfestival hoge ogen en sleepte vervolgens een Oscarnominatie binnen in de categorie beste animatiefilm. Een aanzienlijke prestatie voor het regisseursduo Vincent Paronnaud en Marjane Satrapi. Beiden waren immers striptekenaars met weinig tot geen ervaring op het gebied van animatie en met het beladen onderwerp van de Iraanse Revolutie begaven ze zich op behoorlijk glad ijs. Wat de film echter deed slagen, was een grote mate van eigenheid: een opvallend effectieve animatievorm (zeer simpel, verstoken van kleur en toch vaak adembenemend mooi), goed toegepaste relativerende humor en een verhaal dat dusdanig gedetailleerd was dat het wel een autobiografie moest zijn (wat inderdaad het geval was). Dat lijkt veel goeds te beloven voor Poulet aux Prunes, de nieuwste samenwerking van de twee en wederom een verfilming van een Satrapi-strip.

Hoewel de gelijknamige strip op exact dezelfde wijze getekend is als Persepolis, heeft het duo bij deze verfilming besloten voor een ander uiterlijk te gaan. Enkele geanimeerde scènes daargelaten is Poulet aux Prunes een live-actionfilm. Dat gegeven leidt al gelijk tot een lichte uitglijder: in het creëren van het Iran van de jaren vijftig verzanden Paronnaud en Satrapi in een overdreven exotisch tintje. Dat ze zich hiervoor hebben laten inspireren door het oeuvre van Douglas Sirk steken ze niet onder stoelen of banken, maar dat pleit ze niet geheel vrij van een vormgeving die eerder in de Efteling thuishoort. Daarbij wekken de vele Franse acteurs vooral de indruk de Perzische wereld te aanschouwen door dezelfde bril die het Parijs van Amélie Poulain zo onnatuurlijk kleurde. Persepolis had die handicaps niet, aangezien de animatiestijl juist voor iets universeel herkenbaars zorgde.

Nu valt dit alles wel enigszins te vergeven, aangezien Poulet aux Prunes een soort modern sprookje is. We volgen de getalenteerde violist Nasser-Ali, wiens geliefde viool bij een echtelijke ruzie onherstelbaar beschadigd is geraakt. Na een uitgebreide zoektocht naar een vervangend exemplaar, blijkt dat het gat in zijn hart niet te vullen is, waarop hij besluit niet langer te willen leven. Acht dagen later, zo toont de film ons, wordt Nasser-Ali begraven. De film schiet vervolgens weer terug naar het moment dat hij zijn doodswens heeft uitgesproken en werkt vervolgens dag voor dag toe naar het onvermijdelijke moment dat Nasser-Ali’s lichaam aan de aarde wordt toevertrouwd. Gedurende deze acht dagen krijgt de hoofdpersoon flashbacks naar de cruciale momenten in zijn leven en wordt langzaam maar zeker duidelijk wat hem tot deze opvallende keuze heeft gedreven.

Wat dan volgt is een aaneenschakeling van scènes waarin het leven van Nasser-Ali van diverse kanten wordt belicht: van zijn eigen jeugd tot de toekomst van zijn kinderen (waarvoor bij één van hen wel erg makkelijk leentjebuur wordt gespeeld bij een iconische scène uit Natural Born Killers). De hoge mate van verbeeldingskracht en zeer degelijke acteerprestaties houden tijdens dit deel van de film (dat zeker een uur duurt) het vuurtje steeds brandend, maar qua toon schieten Paronnaud en Satrapi werkelijk alle kanten uit. Een emotioneel beladen scène is nog maar nauwelijks voorbij of de kijker wordt alweer ondergedompeld in een situatie die op niets anders mikt dan kluchtige humor. Dat is opvallend, aangezien Persepolis op dat gebied juist zeer consequent was en het menselijke aspect nooit uit het oog verloor.

De grootste tekortkoming is echter dat de luchtigheid in al deze scènes niet als een pluspunt werkt, maar het drama uiteindelijk vooral ondermijnt. Wat dat betreft relativeert de film misschien net wat te veel; een hoofdpersoon die besloten heeft uit het leven te willen stappen, is immers niet zomaar iets. In het laatste kwartier wordt dan toch duidelijk waar Nasser-Ali’s doodswens vandaan komt. Het blijkt een mooie ontknoping en zonder twijfel het hoogtepunt van de film, maar om de kijker echt om Nasser-Ali te laten geven, had dit konijn een stuk eerder uit de hoge hoed moeten worden getoverd.