Met onder meer Gegen die Wand en Die Fremde is de Turkse immigrantencultuur in Duitsland de laatste jaren volop op het witte doek te zien geweest. Vrolijke films levert dit doorgaans niet op, maar de gebruikelijke thema's als sociale status, uithuwelijking en het handhaven van tradities in een moderne maatschappij zorgen wel voor maatschappelijk relevante en doorgaans erg aangrijpende cinema. Kuma is weliswaar afkomstig uit Oostenrijk maar verschilt qua thematiek nauwelijks van de eerder genoemde Duitse voorgangers, zij het dat debuterend regisseur Umut Dağ iets minder heftig te werk gaat. Hij komt een heel eind met de degelijkheid waarvan hij zich bedient, maar uiteindelijk zijn er toch net te veel schoonheidsfoutjes om echt indruk te maken.
In een dorpje op het Turkse platteland treedt Ayse in het huwelijk met Hasan, zoon uit een Turks immigrantengezin dat woonachtig is in Wenen. Eenmaal in Oostenrijk wordt duidelijk dat het negentienjarige meisje niet is uitgehuwelijkt aan Hasan, maar aan diens vader Mustafa: een man van bijna drie keer haar leeftijd. Fatma, de moeder van Hasan en vier andere kinderen, is ernstig ziek dus is het aan Ayse om haar plek in te nemen wanneer zij er niet meer zal zijn. Aanzien speelt immers een belangrijke rol in deze cultuur en een vader des huizes zonder echtgenote is een ondenkbare situatie. Op Ayses vraag waarom Hasan akkoord is gegaan met het schijnhuwelijk, antwoordt hij dan ook doodeenvoudig: "Omdat mijn ouders het wilden."
De architect van dit plan blijkt overigens de aftakelende vrouw des huizes zelf, die al snel een aangename vriendschap opbouwt met haar opvolgster. Gelukkig maar, want Fatma's dochters moeten weinig hebben van Ayse en kijken behoorlijk op haar neer, wat haar beoogde status als nieuwe moeder natuurlijk niet bepaald ten goede komt. De film neemt dan ook een verrassende wending wanneer Fatma haar ziekte overwint en in plaats daarvan vader Mustafa ineens komt te overlijden. Ayses plek in de familie wordt hiermee nogal overbodig, maar aangezien zij inmiddels is bevallen van een kind kan haar nieuwe familie haar natuurlijk moeilijk naar Turkije terugsturen. En dus probeert ze zich zoveel mogelijk in te schikken en tegelijk een bijdrage te leveren aan het gezinsleven.
Kuma (wat Turks is voor 'tweede vrouw') toont op redelijk interessante wijze hoe de cultuur van voormalig Turkse immigranten in West-Europa is vastgeroest in de tradities van het voormalige thuisland. Het is dan ook een mooie vorm van ironie dat de dochters van Mustafa en Fatma hun neus ophalen voor Ayse vanwege haar eenvoudige achtergrond, terwijl zijzelf qua houding een stuk minder vrijgevochten zijn, ongeacht het feit dat ze zijn grootgebracht in een westers land. Zeer waarschijnlijk komt dat door het isolement waarin ook Ayse al snel belandt: slechts zelden verlaat zij (en daarmee de kijker) het appartement waarin de familie woonachtig is, en wanneer dat dan toch gebeurt, komen we niet veel verder dan de plaatselijke Turkse supermarkt. Hoewel er een handvol dialogen in het Duits is, had de film dan ook zonder enige aanpassing in een ander West-Europees land gesitueerd kunnen worden.
Bij het maken van films geldt het aloude devies "show, don't tell" en in veel scènes lijkt Dağ die discipline prima te beheersen. Erg spijtig dus dat hij dit credo toch vaak ombuigt naar "show, don't tell... and then tell anyway"; wanneer de situatie door non-verbale middelen volkomen duidelijk is, kan Dağ kan het niet laten om met wat dialoog toch maar even uit te leggen wat er precies gaande is. Zo is er een aardige scène redelijk vroeg in de film, waarin Fatma haar opvolgster hoort overgeven en er vervolgens een glimlach op haar gezicht verschijnt. Zonder dat er een woord is gevallen, begrijpt de kijker dat Fatma doorheeft dat Ayce zwanger is en dat ze daar blij mee is omdat haar opvolgster daardoor een definitieve plek in de familie zal krijgen. Echter, in de minuten erna wordt dit gegeven via dialoog toch nog wat herkauwd.
Het is een overduidelijk teken van een filmmaker die het vertrouwen mist in de overtuigende kwaliteiten van zijn script, zijn cast en zijn eigen regie, wat helaas wel vaker voorkomt bij debutanten. In dit geval is dat extra wrang omdat Dağ een student is van de Oostenrijkse cineast Michael Haneke, die vrijwel nooit op dit soort narratieve schoonheidsfouten kan worden betrapt. Daarbij bevat de film in de tweede helft te weinig coherente scènes, maar zijn er vooral losse fragmenten waarin de kneedbare persoonlijkheid van de hoofdfiguur een weinig aansprekende indruk achterlaten. Gelukkig eindigt de film wel weer op een punt waar alle uitgezette lijntjes vrij behoorlijk samenkomen zonder dat er een pasklare oplossing wordt gepresenteerd. Een situatie die vanaf het begin al fout is, zet je immers niet zomaar even recht en de film is eerlijk genoeg om dat te erkennen.