Wie bekend is met de films van regisseur Paolo Sorrentino, weet dat vergankelijkheid als een rode draad door zijn grootse werk loopt. Het leven kan vederlicht en wonderschoon beginnen, maar donker en zwaar eindigen. Zodra je levenspad is gekozen, is er geen weg meer terug. Met romantiek komt vaak tragiek, de jeugd vervliegt en de jaren gaan tellen. Parthenope, een eerbetoon aan zijn geboortestad Napels, volgt het leven van een prachtig Napolitaans meisje uit een welgestelde familie. Na een zwoele zomer slaat het noodlot toe, terwijl deze goddelijke schone nog haar hele leven voor zich heeft.
De film opent in het zonovergoten Italië van de jaren vijftig. De betoverende verschijning Parthenope, vernoemd naar de sirene die volgens de legende aanspoelde en de stad Napels werd, is in de baai geboren. Haar ouderlijk huis heeft een groot dakterras, met ruimte voor drukke familiediners en een prachtig uitzicht op zee. Haar eerste liefde is helemaal hoteldebotel van haar en Parthenope laat het zich welgevallen. Ze draait haar snoet naar de zon en steekt een sigaret op, terwijl het zout op haar huid droogt. Haar diepbruine haar wappert in de wind.
De jonge Parthenope werpt gloedvolle blikken op de maan, haar familie en de mannen om zich heen, die ter plekke in katzwijm vallen. Ze is speels, maar blijft bewust een tikje mysterieus. Samen met haar broertje en haar geliefde bezoekt ze exclusieve feesten. Ze geniet ervan om te dansen en te sjansen, maar dan neemt het leven een noodlottige wending: de dood verziekt de midzomernachtsdroom.
Wat deze film zo prachtig maakt, is niet de overweldigende, bijna verpletterende katholieke kitsch die komisch wordt. Het is ook niet het liefdesspel of de verleidingskunst van Parthenope (zoals de scène waarin ze haar handdoek laat vallen voor een nietsvermoedende jongen, die haar vervolgens stralend van geluk een bloemetje aanbiedt in slow motion). Het is zelfs niet Gary Oldmans geweldige rol als steenrijke, drankverslaafde schrijver die uit pure melancholie letterlijk van zijn stoel valt.
Parthenope is weliswaar rijk aan dit soort parels, maar de ware kracht van dit kunstwerk is dat de bloedmooie Parthenope meer is dan haar zongebruinde huid. Ze is een gedreven student die zich
vastbijt in culturele antropologie en zich niet door docenten laat afpoeieren. Haar beschouwende blik blijkt van pas te komen, als een grote zonsverduistering het licht uit haar leven onttrekt. Parthenope is nog jong, maar van haar ouders hoeft ze niks meer te verwachten. Haar voormalige thuis voelt als een spookhuis. Ze staat er helemaal alleen voor. Maar ook mensen die leven in de schaduw van een groot verdriet, moeten verder.
Volwassen worden is herhaaldelijk ontwaken in een onttoverde wereld, een pijnlijk proces dat door onheil wordt versterkt. Overgeleverd aan de wereld ontdekt Parthenope niet alleen een gestoorde actrice die woest is op de stad, maar ook de duistere en armoedige kanten van Napels. Met minder oogstrelende en zelfs walgelijke taferelen.
De magie uit haar jeugd is verdwenen, ze is getekend voor het leven en haar onbevangenheid heeft plaatsgemaakt voor iets nieuws: honger naar kennis. Parthenope raakt begeesterd. Ze steekt haar weelderige lokken elegant op, gaat kaarsrecht lopen en begint klasse uit te stralen. De ware schoonheid van Parthenope schuilt in haar veerkracht.
Hoewel de film op het eerste gezicht voor de mannelijke blik lijkt gemaakt, met een magistraal mooie vrouw als hoofdpersonage, voert Sorrentino je moeiteloos mee in haar levensverhaal. Wie niet helemaal verpletterd wordt door de pracht en praal, kan zelfs een bildungsroman ontwaren, die niet ver van De Wetten van Connie Palmen staat. Er is een stoffige en bitse professor, door wie de bolleboos in de bloedmooie vrouw opbloeit, en een schurk van een katholieke priester die zich bewust wordt van haar verborgen verdriet.
Sommige mannen kunnen de zoekende en verloren ziel in Parthenope zien, maar die zijn stokoud, homoseksueel of gewijd aan god. Van stoere mannen op motoren valt volgens Sorrentino niet veel te verwachten. Het thema moederschap moest er uiteraard ook nog in, maar dat is er iets te haastig tussen gefrommeld.
Sorrentino's voorliefde voor symboliek, magische beelden en het lichtelijk absurde is bedoeld om je bloed sneller te laten stromen. In het bedwelmende en dromerige landschap contrasteert het inktzwarte thema van verlies sterk met alle weelderigheid. Zo dring je samen met Parthenope steeds dieper door tot de essentie van échte schoonheid. De halfgodin wordt net als ieder ander door het leven gepokt en gemazeld. Misschien is dat waar de film om draait: de kunst van het verder leven.