Becoming Led Zeppelin bevat geen kritische noten over de band Led Zeppelin. Niks over de geruchten over misbruikte groupies, muzikaal jatwerk, rechtszaken en andere controverses. Wel biedt de documentaire een overvloed aan goede muziek uit de jaren zestig en de vroege nummers van Led Zeppelin zelf. In bioscopen waar het geluid hard uit de speakers knalt, is dat optimaal genieten.
De meeste controverses zijn vermeden doordat Becoming Led Zeppelin alleen terugblikt op de jaren zestig. De filmmakers hebben de volledige medewerking van de drie nog levende bandleden, wat een aannemelijk verklaring is voor het uitblijven van kritiek. John Bonham, die in 1980 overleed, is alleen te horen in een ontdekte geluidsopname. Voor kenners zal dit het enige echt nieuwe materiaal zijn.
Fans zullen bekend zijn met het verhaal, dat wordt verteld via archiefmateriaal en interviews met de bandleden. Gitarist en songwriter Jimmy Page en bassist John Paul Jones begonnen hun carrière als sessiemuzikanten in het Londen van halverwege de jaren zestig. Zanger en songwriter Robert Plant en drummer Bonham zaten in diverse bands in de West Midlands. Page wordt de nieuwe gitarist van de beroemde band The Yardbirds, in navolging van Eric Clapton en Jeff Beck.
Wanneer die band uit elkaar valt, zoekt Page nieuwe leden voor de tour die nog op de agenda staat. Uit de as van The Yardbirds ontstaat Led Zeppelin, dat in korte tijd twee succesvolle albums opneemt. Dan vormt het viertal een volwaardig Led Zeppelin en houdt Becoming Led Zeppelin op. Ondanks het ontbreken van nieuwe informatie, is de documentaire toch onderhoudend.
De bandleden zijn goede vertellers en hun verweerde hoofden zijn op zichzelf al een fascinerend schouwspel. Jimmy Page lijkt opvallend veel op Geert Wilders, wat een vreemde, ietwat onfortuinlijke bijkomstigheid is. Het hoogtepunt van de interviews is de zichtbare ontroering van de drie nog levende leden wanneer ook zij voor het eerst de opname van Bonham horen.
Verder draait alles om de muziek. Eerst om de blues en de r&b die vormend waren voor Page, Plant en Jones, en waar ze later veel uit 'citeerden'. Vervolgens horen we muziek waaraan de bandleden bijdroegen voor Led Zeppelin, van Goldfinger tot Band of Joy. Uiteindelijk komen de iconische nummers van hun eerste twee albums aan bod.
De makers maken de uitstekende keuze om de nummers volledig te laten horen in plaats van ze na een kort fragment af te kappen. De muziek wordt ondersteund door een montage van archiefmateriaal en prachtig opgepoetste beelden van liveoptredens. Soms wordt de illusie gewekt dat de geluidsopnames van die optredens afkomstig zijn, zo goed matchen beeld en geluid, maar het betreft toch telkens de studio-opnames van de albums.
Becoming Led Zeppelin is een waar genot om naar te kijken en te luisteren. De film komt het best tot zijn recht in een bioscoop met een goede geluidsinstallatie. Zoals Bob Dylan ooit zei, toen hij tijdens een concert in Engeland voor Judas werd uitgemaakt omdat hij zijn akoestische gitaar voor een elektrische had ingeruild: "Play it fucking loud!"