'Patsers': de vete tussen drarries en tatta's loopt hoog op, net als de irritatie
Recensie

'Patsers': de vete tussen drarries en tatta's loopt hoog op, net als de irritatie (2025)

Het gouden regisseursduo uit Vlaanderen verstaat het vak, maar had dat ook met minder hippe fratsen kunnen doen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 23 sec
Update:
Regie: Adil el Arbi en Bilall Fallah | Scenario: Adil el Arbi, Sven Huybrechts, Bram Renders, e.a. | Cast: Matteo Simoni (Adamo), Nora Gharib (Badia), Saïd Boumazoughe (Volt), Junes Lazaar (Junes), Ward Kerremans (Barabas), Ruben van der Meer (Dzjenghis Khan), Soundos el Ahmadi (Tante Mounja), Louis Talpe (Vincent), e.a. | Speelduur: 119 minuten | Jaar: 2025

Toen eerst Vlaanderen en later een groot deel van Europa aan hun voeten lag, wekte het werk van regisseursduo Adil el Arbi en Bilall Fallah de interesse van Hollywood. Hun Amerikaanse avontuur begon met een deceptie toen hun voltooide Catwoman-film onuitgebracht op de planken bleef liggen. Gelukkig wachtte rehabilitatie in de vorm van twee vervolgen in de Bad Boys-reeks. Bilall en Adil zijn hun thuisbasis echter niet vergeten en komen na zeven jaar op de proppen met een vervolg op hun onrustige drugsbendevehikel Patser.

Op een flinke uitbreiding van de cast na is de terugkeer van vier vrienden uit een Antwerpse buitenwijk naar de bioscoopzalen meer van hetzelfde. Nadat de 'drarries' het in hun zucht naar macht, geld en aanzien aan de stok kregen met de Colombiaanse drugsmaffia houden ze het dit keer dichter bij huis. Hoofdpersoon Adamo zegt zijn leven gebeterd te hebben door zich nog maar voor vijftien procent met criminaliteit bezig te houden. Het wekt weinig verbazing dat dit betekent dat hij al snel diep in de shit zit.

Zijn besties lijken het handiger te hebben aangepakt. Badia is in het huwelijksbootje gestapt met een degelijke man. Danser Volt is een Bekende Vlaming geworden vanwege zijn deelname aan een dansprogramma en Junes is helemaal zen met zichzelf en zijn lichaam. Toch blijkt Adamo zijn beloofde keurige gedrag niet lang vol te houden. Hij moet verantwoording afleggen aan een Nederlands-Marokkaanse drugstante, gevangen in een houterige bijrol van stand-upcomedian Soundos El Ahmadi. Het komt Adamo duur te staan, maar zelfs in de bak is hij zijn leven niet veilig.

De inspiratiearme titel die dit vervolg meekreeg - gevatte pogingen in de film om met iets originelers te komen ten spijt - blijkt tekenend voor het gebrek aan innovatie die het Vlaamse regieduo laat zien. De flitsende montages, talloze knipogen naar videogames en sociale media en de Amerikaanse gangsterfilms van Scorsese en Tarantino zijn gebleven, maar gaan al vlot tegenstaan. Zelfs het retrosausje waarmee ze vaak onnavolgbaar gehannes overgieten had wel een snufje zout kunnen gebruiken.

Verwoede pogingen om vaart en originaliteit te serveren resulteren in een overdaad aan voice-overs en afgezaagde beeldtrucjes. Met de overdadig gekopieerde effecten uit The Matrix kun je als eigengereide filmmaker(s) vandaag de dag toch echt niet meer aankomen. De ronkende soundtrack dreunt daarbij door in je kop, maar lijkt al even richtingloos als het gaan en staan van Adamo en zijn kornuiten.

Dit alles kan niet te verhullen dat de personages niet alleen weinig ontwikkeling doormaken, maar tevens flinterdun zijn. Criminele eindbazen met namen die angst zouden moeten inboezemen zijn slechts passanten. Grote slechterik is een drugsbaas die zichzelf Dzjengis Khan heeft gedoopt en het vuile werk laat opknappen door een onderknuppel terwijl hij zelf grotendeels buiten beeld blijft. Zijn vertolker, Ruben van der Meer, heeft in eerdere rollen laten zien het serieuze werk best aan te kunnen, maar gooit misplaatste kolder in zijn rol.

Patsers is een vermoeiende adrenalinekick die al snel omslaat naar irritatie. De actiescènes zijn rommelig en chaotisch en niet op de goede manier. El Arbi en Fallah verstaan hun best vak, maar de vluchtigheid van hun terugkeer op Vlaamse bodem gaat al snel tegenstaan. Scènes hebben nauwelijks een kop en een staart, personages krijgen door de geringe introductie en het genadeloos snelle afserveren niet de kans om enige indruk achter te laten.

Het werk van het vierkoppige schrijversteam (onder wie een van de regisseurs) staat volledig in de schaduw van een overdaad aan visuele fratsen. Met een schuin oog naar die semi-geslaagde overstap naar Hollywood staan Bilall en Ardin als jonge honden te trappelen om hun kunstjes te laten zien, maar lijken te zijn vergeten dat amusement en hippe beeldtaal niet voldoende zijn om een solide gangsterdrama af te leveren.