'The Ministry of Ungentlemanly Warfare': houdt het midden tussen een spaghettiwestern en een hippe heistfilm
Recensie

'The Ministry of Ungentlemanly Warfare': houdt het midden tussen een spaghettiwestern en een hippe heistfilm (2024)

Ook op de automatische piloot is Guy Ritchie redelijk vermakelijk.

in Recensies
Leestijd: 3 min 44 sec
Update:
Regie: Guy Ritchie | Scenario: Arash Amel, Eric Johnson, Paul Tamasy | Cast: Henry Cavill (Gus March-Phillips), Alex Pettyfer (Geoffrey Appleyard), Eiza Gonzalez (Marjorie Stewart), Cary Elwes (Brigadier Gubbins), Freddie Fox (Ian Fleming), e.a. | Speelduur: 121 minuten | Jaar: 2024

Guy Ritchie is momenteel bijzonder actief. Het is niet moeilijk te raden waarom het verhaal van The Ministry of Ungentlemanly Warfare hem aansprak. Er moet iets gekaapt worden door een groep robuuste mannen tijdens de Tweede Wereldoorlog, en nazi's lenen zich prima voor ongegeneerd geweld. Dit zijn niet echte nazi's, waarbij enkele individuen misschien stiekem tegen deze oorlog zijn maar gedwongen mee moeten vechten. Dit zijn nazi's zoals in strips. Zwart-wit voer voor kogels en messteken (en pijlen, veel pijlen).

De Amerikanen kunnen de Atlantische Oceaan niet oversteken omdat de nazi's die bezetten met hun onderzeeërs. Winston Churchill geeft een geheime opdracht: schakel de zuurstoftoevoer voor deze onderzeeërs uit. Die komt van een boot die ligt in een neutrale Afrikaanse haven. March-Phillips krijgt de opdracht. Hij verzamelt een team om via zee die haven te bereiken, terwijl twee andere reizen via land om te zorgen voor afleiding.

Gebaseerd op in 2016 vrijgegeven documenten, wordt er beweerd in de opening. Maar op de aftiteling staat: gebaseerd op een boek uit 2014. Wat is het nou? De muziek doet die vraag herhalen, maar dan over wat voor soort film dit moet zijn: het ene moment klinkt er de stijl die Ennio Morricone bekend heeft gemaakt in spaghettiwesterns, het ander moment klinkt er hippe jazz zoals we die kennen uit heistfilms.

De muziek, het geweld en de af en toe te lange gesprekken maken van dit een combinatie tussen Guy Ritchie en Quentin Tarantino. Er is meer dan één missie in deze film, en aan alles gaat een uitleg vooraf. De aandacht erbij houden hoeft daardoor niet continu, en aangezien deze film is gemaakt om thuis bekeken te worden, is het soms moeilijk om niet even de telefoon erbij te pakken om sociale media te checken.

De openingsscène zet de toon: vermakelijk, maar niet verrassend genoeg. Een stelletje nazi's wordt aan boord van een boot gelokt en vallen ten prooi aan een hinderlaag - die is alleen ietwat lui bedacht. Vervolgens komt een officiële introductie van hoofdrolspeler Henry Cavills personage March-Phillips, waarin hij wordt gepresenteerd als een onvoorspelbare wildebras. Gedurende de film blijkt dat echter best mee te vallen.

De slechterik is een Duitser die wordt omschreven als "erger dan nazi's". Til Schweiger (uit Tarantino's Tweede Wereldoorlogsfilm Inglourious Basterds) speelt zijn Heinrich Luhr inderdaad met een dreigende en psychotische uitstraling, maar er wordt nooit getoond hoe sadistisch hij kan zijn. De paradijselijke locatie van Turkije dat moet doorgaan voor de Afrikaanse westkust helpt daar ook niet bij.

Toch mag The Ministry of Ungentlemanly Warfare geen slechte film genoemd worden. Zodra alles is uitgelegd en de plannen worden uitgevoerd is de aandacht er weer helemaal bij. Ook de onaantastbaarheid van de helden komt regelrecht uit een strip. Een klein groepje mannen valt tientallen tegenstanders aan en lopen letterlijk zonder kleerscheuren weer weg. Pas in de allerlaatste aanval raakt er eentje gewond. Maar goed, ze houden hun mond en knallen er lekker op los.

Die laatste aanval is tevens de langste en het sterkste moment. Het begint met een vrij belachelijke cover van Mack the Knife, maar de muziek verandert op den duur naar een mix tussen die eerdergenoemde spaghettiwestern en hippe jazz waarbij ook het bootalarm ritmisch wordt toegepast. Het is zowaar een keer geloofwaardig dat er een aanslag wordt gepleegd zonder dat het de aandacht trekt van het hele nabije leger.

Geen kwaad woord over de aankleding. Het camerawerk is strak maar iets te ongeïnspireerd. Er is een gevoel van nostalgische herinnering dat Ritchie wel degelijk zijn eigen visuele stijl had: extreme close-ups, snel bewegende camera. Misschien is dat een valse herinnering, misschien niet. Maar hoe dan ook is dat hier niet het geval. De man is momenteel bijzonder actief als filmmaker, misschien dat hij iets te veel werkt op de automatische piloot.

Echt sprake van een waargebeurd verhaal is er niet. Dit is gebaseerd op een uitgangspunt, er wordt de echte namen gebruikt van de Britten die erbij betrokken waren. De rest is volledig uit de duim gezogen. Niet dat dat niet mag, maar zo'n melding aan het begin van een film geeft altijd de indruk dat het merendeel echt heeft plaatsgevonden. Nee, deze mensen waren helden. Geen striphelden.

The Ministry of Ungentlemanly Warfare is te zien bij Prime Video.