Dune
Recensie

Dune (2021)

Frank Herberts befaamde sciencefictionroman krijgt eindelijk de verfilming die hij verdient. Of in elk geval een opmaat daartoe.

in Recensies
Leestijd: 4 min 59 sec
Regie: Denis Villeneuve | Scenario: Eric Roth, Jon Spaihts, Denis Villeneuve | Cast: Timothée Chalamet (Paul Atreides), Rebecca Ferguson (Lady Jessica), Oscar Isaac (Duke Leto Atreides), Josh Brolin (Gurney Halleck), Jason Momoa (Duncan Idaho), e.a. | Speelduur: 156 minuten | Jaar: 2021

Het gebeurt niet vaak dat een boek de status van onverfilmbaar behoudt nadat het is verfilmd. Maar goed, Frank Herberts 'Dune' (in Nederland uitgebracht als 'Duin') kreeg in 1984 niet bepaald de filmbewerking die dit uiterst populaire en invloedrijke werk verdiende. In 2000 deed men nog eens een poging met een miniserie, die door de langere speelduur wat meer rechtdeed aan het complexe bronmateriaal, al bleef door het bescheiden budget het gewenste visuele spektakel grotendeels achterwege. Waarschijnlijk zou het daar normaliter bij zijn gebleven, ware het niet dat de laatste twee decennia door Hollywood heel wat onverfilmbaar geachte boeken onder handen zijn genomen. Soms zelfs met groot succes. En als het complexe 'The Lord of the Rings' kan worden bewerkt tot een van de meest geliefde en geprezen filmtrilogieën aller tijden, waarom zou dit voor zijn sciencefiction-evenknie dan niet haalbaar zijn? Met de juiste filmmaker aan het roer is immers een hoop mogelijk.

Enter Denis Villeneuve, die al een goede tien jaar bezig is aan een indrukwekkende winning streak. Deze productieve Canadees schuwt de samenwerking met grote sterren niet, maar heeft wel steeds de gemakkelijke Hollywoodprojecten weten te vermijden. In plaats daarvan wijdt hij zich aan films die je gerust onder noemer 'kwaliteitscinema' kan scharen: geschikt voor een groot publiek maar niet belerend en eerder confronterend dan behaaglijk. Blade Runner 2049 zou je zijn eerste (poging tot) een blockbuster kunnen noemen, maar waar velen voor een vervolg op Ridley Scotts scifi-klassieker hadden volstaan met een hol visueel spektakel, pakte Villeneuve uit met een introspectief detectiveverhaal dat het vooral moest hebben van toon en thematiek. Zelfs met een lijvig budget van bijna tweehonderd miljoen bleef Villeneuve met één been in het arthousesegment staan.

Dune is qua schaal en budget vergelijkbaar met Villeneuves vorige film, maar qua vertelling een stuk complexer. Frank Herberts sciencefictionroman staat immers bol van de personages en moeilijk uitlegbare sciencefictionconcepten, die de gemiddelde filmkijker mogelijk op afstand kunnen houden. Hierin blijkt gelukkig Villeneuves geschiktheid voor de materie, die opnieuw een goede balans weet te vinden tussen groots visueel spektakel en concreet persoonlijk drama. Net als bij Blade Runner 2049 blijft hij behoorlijk trouw aan het bronmateriaal, maar weet hij dit visueel erg goed naar zijn hand te zetten. Naar eigen zeggen was hij pas toe aan dit project na de ervaring van films als Arrival en Blade Runner 2049 en dat lijkt geen betekenisloze uitspraak, want Dune oogt en voelt als een logische voortzetting van Villeneuves voorgaande films, maar vooral een die gebaat is bij zijn ervaring als filmmaker.

In tegenstelling tot de 1984-film opent Villeneuves Dune niet met een verwarrende infodump, maar wordt gewoon begonnen met een heldere vertelling waarbij de plotdetails op vrij organische wijze de revue passeren. Uiteraard helpt het als je gaandeweg wat meekrijgt van het feodale systeem van de verre toekomst, de spanning tussen de verschillende edele families, het grote belang van de grondstof die enkel op de woestijnplaneet Arrakis te vinden is of de mogelijke messiaanse status van het jeugdige hoofdpersonage Paul Atreides, maar het centrale plot is nog steeds prima te volgen wanneer al deze details je even te veel worden. Dune presenteert zijn plotinformatie gelukkig nooit als huiswerk, staart zich niet blind op de details en is slim genoeg om sommige personages nog even tot een toekomstig deel in de coulissen te laten staan.

En gelukkig is Dune meer dan zijn plot. Villeneuve heeft namelijk volop oog voor de wereld waarin het omvangrijke verhaal zich afspeelt. En dus is er bijvoorbeeld een betekenisvolle close-up wanneer de jonge held Paul zijn eerste passen op het woestijnzand van Arrakis zet. Waar eerdere verfilmingen deze woestijnplaneet toonden als een tamelijk donkere plek, vergelijkbaar met hoe Mars doorgaans wordt geportretteerd, zet Villeneuve volop in op de Midden-Oosten-metafoor door deze planeet te tonen met fel licht met harde schaduwen. Hierdoor is de onherbergzaamheid van deze wereld al volledig tastbaar voordat de enorme zandwormen opduiken. Het helpt uiteraard dat echt in de woestijn is gefilmd en met de prachtige rotsformaties van Wadi Rum is het natuurlijk niet moeilijk om visueel indrukwekkend uit te pakken. Villeneuve toont daarnaast een goed oog voor schaal met zijn weidse panorama's waarin altijd iets gaande is op de achtergrond.

Het lijkt zeer aannemelijk dat het succes van de recente It-films doorslaggevend was voor het maken van Dune. Het lijvige boek van Stephen King werd vanwege zijn lengte immers ook altijd als lastig verfilmbaar beschouwd, wat werd opgelost door het enorme verhaal op te splitsen in twee films, elk toegespitst op een andere tijdsperiode. Een gouden greep, want hierdoor wist de eerste film niet alleen de basis te leggen voor een vervolg, maar vooral een goed op zichzelf bekijkbare film te zijn met een bevredigend einde. 'Dune' heeft daarentegen één lang verhaal dat zich een stuk moeilijker over twee films laat uitsmeren. Dat Villeneuves film slechts de eerste helft van het boek behandelt, resulteert in een film die volop aan het planten is, maar nauwelijks kan oogsten. Dit verhaal heeft immers niet bepaald een tussentijdse climax om mee te eindigen.

Er wordt geopend met de aanduiding dat dit 'Part One' is, maar de komst van een tweede is niet gegarandeerd. Anders dan bij The Fellowship of the Rings of de eerste Kill Bill zul je hierdoor mogelijk ietwat onvervuld de zaal verlaten, niet wetende of dit verhaal ooit op passende wijze wordt afgesloten. Het is te hopen dat er voldoende animo is voor een voortzetting, want Villeneuve verdient het absoluut, maar door zijn keuze het verhaal op te splitsen in meerdere delen riskeert hij wel te blijven zitten met een eerste helft van een wedstrijd die nooit wordt uitgespeeld. Aan de andere kant: Dune is het type project waarmee je niet anders kunt dan risico's nemen, dus ook in dat opzicht is Villeneuve het materiaal trouw gebleven.