Een waarschuwing vooraf is op z'n plaats: wie niet wil zien hoe een bloedende haas tot twee keer aan toe een nekslag krijgt voordat ie sterft, doet er beter aan om Het Hut Syndicaat links te laten liggen. Paradoxaal genoeg zou deze passage ook als een aanbeveling kunnen gelden om de documentaire juist wél te bekijken. Het gaat hier namelijk om een incident; achter de ogenschijnlijke gruweldaad van het jagen schuilt een enorm respect en ontzag voor de natuur.
'Er is zeven kilo ansjovis nodig om één kilo zalm te produceren', zegt een van de jagers. 'Eet dan de ansjovis!' Een waarheid als een koe. De mannen van het jachtsyndicaat spreken zich luid en duidelijk uit over de wreedheden die worden begaan in de hedendaagse voedselindustrie. Overconsumptie roept bij hen walging op; de heren schieten zelf alleen de hoeveelheid dieren af die zij nodig achten voor een smakelijk avondmaal.
Onder leiding van de eloquente gastronoom Ronald Timmermans komen de jagers - een groep mannen en één vrouw - elke herfst samen in een hut in de Wieringermeerpolder. Vanuit deze uitvalsbasis openen zij de jacht op klein wild: hazen en duiven. De jachttraditie blijkt een heus bindmiddel voor vriendschappen. Sommige mannen spreken elkaar buiten het jachtseizoen om nauwelijks of nooit, maar beschouwen elkaar toch als kameraden.
De Mexicaans-Nederlandse regisseur en beeldend kunstenaar Diego Gutiérrez maakt dikwijls documentaires die vanuit een sterke persoonlijke fascinatie ontstaan. Een onderwerp komt niet gauw té dichtbij, getuige het in 2012 verschenen Parts of a Family (goed voor een Gouden Kalf), waarin hij het verkruimelende huwelijk van zijn ouders onder de loep nam. De sluimerende wrok voorzag deze documentaire van een ongemakkelijke spanning.
Ook voor Het Hut Syndicaat blijft Gutiérrez dicht bij zijn eigen belangstellingen en is er een soort tikkende tijdbom onder de materie te ontwaren. Een kookboek wekt zijn interesse voor de Nederlandse gastronomie, waardoor hij op het spoor belandt van de mannen van het jagerssyndicaat. Een incrowdwereldje dat - zo blijkt - langzaamaan terrein aan het verliezen is. Dat moet vooral letterlijk worden genomen: door de toenemende bouw van Vinex-wijken blijft er steeds minder ruimte voor braakliggende akkers over.
Gutiérrez velt geen moreel oordeel over de jacht zelf, maar dompelt zijn documentaire wel onder in melancholie. Dat levert prachtige beelden op, bijvoorbeeld wanneer de drijvers in alle vroegte een heiige akker oversteken en die uitkammen, op zoek naar hazen. Op de geluidsband zijn continu (stemmige) strijkers te horen die het gevoel van weemoed moeten versterken. In een bredere context maakt de regisseur zo invoelbaar dat het afkalven van tradities en rituelen het grootste verlies binnen een samenleving is.
Indrukwekkend zijn de gesprekken die Gutiérrez voert met Just, een oudgediende die elk jaar getrouw naar de hut terugkeert, ook al kan hij zelf niet meer deelnemen aan de jacht. Door een zorgelijke hartkwaal wordt hij min of meer gedwongen te reflecteren op zijn eigen leven als jager. Hij vertelt dat het doden moeilijker wordt naarmate een mens ouder wordt. Andere handelingen zullen simpelweg nooit écht wennen. Die vermurwing van het mensenhart maakt dat Just een zeer waardevolle verteller is voor Het Hut Syndicaat.
Ondertussen zit de camera zo dicht op de huid van de mannen dat kin en voorhoofd regelmatig buiten het shot belanden. Zulke close-ups moeten de intimiteit met de spreker verhogen, maar in de praktijk werken ze eerder benauwend. Het grootste kritiekpunt op deze documentaire ligt dan ook op het technische vlak. Meer dan eens maakt Gutiérrez (die zelf ook filmde en samen met Jessica de Koning monteerde) zich schuldig aan een onscherpe focus of een vreemde kadrering. Tijdens enkele gesprekken kijken de sprekers zelfs óver de camera heen, waardoor je vanuit het perspectief van een kind tegen hen opkijkt. Zonde, want voor de rest biedt Het Hut Syndicaat een fascinerend inkijkje in de wereld van de polderjacht.