Wind River vormt samen met het eerder verschenen Sicario en Hell or High Water het zogenoemde 'American frontier'-drieluik van scenarist Taylor Sheridan. De gemeenschappelijke deler? Met de scenario's voor deze drie films schetst Sheridan een compromisloos beeld van het hedendaagse Amerika, waarbij zaken als armoede, geweld en een haperend overheidsapparaat aan de orde van de dag zijn. Wederom levert dat een bloedstollende misdaadthriller op.
De plaats delict is het Wind River-indianenreservaat in de Amerikaanse staat Wyoming, een onherbergzaam gebied dat zich kenmerkt door stilte en vooral heel veel sneeuw. Tijdens een rondgang door deze omgeving treft wildjager Cory Lambert het levenloze lichaam van een jong indianenmeisje aan, kilometers verwijderd van de bewoonde wereld. Opvallend is dat het meisje geen schoenen aanheeft en dat ze vlak voor haar dood erg veel bloed heeft opgehoest. Verdachte omstandigheden dus, die vragen om de expertise van een FBI-team.
Hulp arriveert even later in de vorm van de onervaren FBI-agente Jane Banner, die het naargeestige tafereel classificeert als een moord. Samen met Cory Lambert besluit ze de klopjacht op de daders te openen. Hoewel ze met goede bedoelingen aan het (moord)onderzoek begint, schijnt ze zich niet helemaal te realiseren in wat voor wereld ze is terechtgekomen. Gelukkig is er altijd een wereldwijs personage in de buurt, dat niet al te beroerd is om haar de bittere waarheid onder de neus te wrijven: "This isn't a land of back-up, Jane. This is a land of you're on your own."
En daarmee is geen woord gelogen. De autoriteiten hebben nauwelijks oog voor de gruwelijkheden die plaatsvinden in deze uithoek van de Verenigde Staten, wat tot gevolg heeft dat elk slachtoffer maar voor eigen rechter gaat spelen. Voor een misdaadthriller als Wind River is dat een geweldig uitgangspunt, maar ergens is het ook enorm wrang. Want de boodschap die vlak voor de aftiteling op het scherm verschijnt laat geen misverstand bestaan over de realiteit: tot op de dag van vandaag worden inheems-Amerikaanse meisjes bij vermissing niet geregistreerd door de overheid. Die huiveringwekkende kennisgeving voorziet Taylor Sheridans film onverwachts van urgentie en een maatschappelijke relevantie.
Maar ook zonder de inmenging van die rauwe realiteit is Wind River een puike film, die ver boven de middelmaat uitstijgt. Dat komt vooral door het sensationeel goede schrijfwerk. Hoewel het hier een origineel verhaal betreft, bekruipt je regelmatig het gevoel dat je naar de verfilming van een literaire roman aan het kijken bent. Constant staat de psychologische diepgang voorop en niet zozeer de uitwerking van een ingewikkeld moordcomplot. Daarbij zijn de personages geen wandelende clichés, maar mensen van vlees en bloed, die worstelen met complexe emoties omtrent thema's als schuld en verlies.
Bovendien rijmt de duistere en poëtische toon van de dialogen uitstekend met de beelden van het woeste sneeuwlandschap. Net zoals in de westernklassiekers van weleer is de weemoed naar vervlogen tijden alomtegenwoordig. Toch is er tussen alle ellende zo nu en dan een sprankje hoop te bespeuren. Op een vergelijkbare manier als in Hell or High Water worden plotselinge geweldsuitbarstingen keurig afgewisseld met droogkomische momenten, zonder dat de ernst van de situatie geweld wordt aangedaan.
De grootste prestatie is misschien nog wel dat Wind River binnen de beperkte speelduur van honderdenzeven minuten een emotionele dreun weet te verkopen. Sheridan maakt aannemelijk dat het moordonderzoek een verwoestende impact heeft op de levens van de speurneuzen. Desondanks voelt zijn film nergens gehaast of sentimenteel aan. Het is een beetje alsof hij een heel seizoen True Detective in een compressor heeft gestopt, waarna alleen de sterke momenten overeind zijn gebleven. Tel daar het fantastische acteerwerk van Gil Birmingham en Jeremy Renner (in wellicht zijn beste rol tot nu toe) bij op, en je hebt een misdaadthriller die je aan het eind van het jaar op veel toptienlijstjes van filmliefhebbers zal zien terugkeren.