Clint Eastwood is één van de beste nog levende Amerikaanse regisseurs. Niet omdat hij altijd consequent goede films maakt. Eastwood is een regisseur van hoge pieken en diepe dalen. De afgelopen tien jaar waren daarop geen uitzondering. De man maakte naast Mystic River en Million Dollar Baby ook Bloodwork. Zijn nieuwste film, Changeling, is niet een van de pieken van zijn carrière, maar staat er niet ver vanaf.
De regie van Clint Eastwood straalt klasse uit, van het uiterlijk van de film tot de acteurs. De jarentwintigsetting is prachtig authentiek. De voertuigen, de kleren, de ruimtes en de sociale verhoudingen kloppen helemaal. Alleen de aandacht die op een gegeven moment aan de uitreiking van de Oscars wordt besteed en het belang voor de personages hiervan is misschien teveel van het goede en lijkt een beetje een lokkertje voor de huidige Academy.
Erg knap is hoe Eastwood manipuleert zonder dat het opvalt. Het verhaal is zo nu en dan tamelijk melodramatisch, maar Eastwood verbergt dat grotendeels met zijn ingetogen stijl en maakt het aanvaardbaar. Waar onder leiding van een andere regisseur een betekenisvolle plottwist met sensatie zou worden gebracht, blijft Changeling opvallend onderkoeld zonder dat Eastwood de emotie uit het oog verliest.
Boven alles blijft hij namelijk een acteursregisseur die regelmatig het optimale uit zijn acteurs haalt. Zij zijn degenen die je ondanks de ingehouden dramatische filmstijl bij het verhaal betrekken. Angelina Jolie is nooit beter geweest als moeder Christine Collins en zou daarvoor best eens een tweede Oscar kunnen krijgen. Wanneer de politie van Los Angeles zes maanden na haar zoontjes vermissing haar een jochie opdringt dat niet de hare is, proef je haar verwarring en verdriet. Als zij protesteert en de politie, die met hun rampzalige imago zon blunder er niet bij kunnen hebben, haar het zwijgen probeert op te leggen door haar zonder proces in een psychiatrische inrichting weg te stoppen, voel je haar wanhoop en woede.
De strijd die Christine Collins levert tegen al haar mannelijke tegenstanders wordt door de meesten gezien als een feministische. Machtige mannen, de gevestigde orde, vallen deze sterke onafhankelijke vrouw, die hun gezag lijkt te ondermijnen, dan ook van alle kanten op haar vrouwelijkheid aan. Haar gevoelens zouden haar geestelijk instabiel hebben gemaakt. Politiekapitein J.J. Jones (een fenomenale rol van Jeffrey Donovan) verpersoonlijkt deze mannelijke macht en benadert Christines probleem met minachting. Hij doet geen enkele poging haar te begrijpen.
Het probleem is echter dat Christine afhankelijk is van de hulp van meerdere mannen om haar doel te bereiken. John Malkovich loopt heerlijk te schmieren als een Presbyteriaanse priester die de politie als het kwaad ziet en Christine Collins inzet in zijn strijd daartegen. En dan is er nog de inspecteur wiens onderzoek de film een geheel andere wending geeft.
Eastwood trekt uiteindelijk een wat al te strakke lijn tussen goed en kwaad. Het staat meteen buiten kijf dat het jochie dat beweert zoonlief te zijn dit niet is. Ook Christines mentale gezondheid wordt nooit in twijfel getrokken. Het had van haar meer dan een strijdend slachtoffer kunnen maken met iets meer psychologische diepgang. Dat laatste zouden de andere personages ook wel kunnen gebruiken. De film is echter nog steeds een uitstekend drama, met mooie muziek van Eastwood zelf. Alleen tegen het einde sleept hij helaas nogal voort en ontstaat het gevoel dat de makers er maar moeilijk een eind aan konden breien.