Steven Soderberghs Oceans Twelve demonstreert het verschil tussen acteurs en filmsterren. Deze film is als een schitterende zeepbel: duidelijk inhoudsloos, maar met zon mooi glimmend en kleurig oppervlak dat je het niet over je hart kunt verkrijgen om hem door te prikken. Op het eerste gezicht gaat hij over hele gewiekste meesterdieven die hun slag slaan door middel van gecompliceerde operaties, maar dat is schijn. Er zit niet één echt goed uitgewerkte kraak in de film, en toch verveel je je als kijker twee uur lang geen moment. Dat komt door de overkill aan starpower, afkomstig van mensen die puur met hun charisma weten te amuseren. Clooney, Pitt, Zeta-Jones en Roberts zijn wel degelijk acteurs, maar op hun acteerkwaliteiten wordt in Oceans Twelve slechts een bescheiden beroep gedaan. Zij worden voornamelijk geacht het publiek om hun vinger te winden, en dat gaat ze heel goed af.
De plot is van geen enkel belang, maar het is voor ons in ieder geval aardig dat een flink deel van de eerste helft zich afspeelt in Amsterdam. Danny Ocean is met zijn kompanen in Nederland neergestreken om een onbetaalbaar VOC-document te stelen uit het hermetisch beveiligde grachtenpand van Jeroen Krabbé. Als die klus slaagt maken ze kans op een grotere klus, met een nog grotere opbrengst. En die hebben ze hard nodig, want Terry Benedict (de casino-eigenaar die in Oceans Eleven werd beroofd) heeft Ocean en de zijnen opgespoord en precies twee weken gegeven om hem terug te betalen mét rente. Om toegang te krijgen tot bovengenoemd pand moet het in zijn geheel een paar centimeter worden opgetild, een schitterend idee waarover helaas veel gepraat wordt zonder de uitvoering ervan te laten zien. Deze zogenaamde Schumann Special komt uit de koker van ladies man Rusty (Brad Pitt), en die heeft het weer van ex-vriendinnetje Isabel Lahiri (CZJ), een rechercheur die haar leven heeft gewijd aan het opsporen van s werelds meesterdieven.
Haar verhaal is zijstraatje nummer één in de plot; zijstraatje nummer twee leidt naar een ongrijpbare dief die zich de Night Fox noemt. Deze figuur (een leuke rol van Vincent Cassel) is in alles het cliché van de flamboyante juwelendief: een steenrijke Franse baron die werd getraind door de beste dief aller tijden, puur voor zijn plezier steelt en op alle plekken die hij berooft een klein stenen vossenbeeldje achterlaat. Ook hij heeft een appeltje te schillen met Danny Ocean, en uiteindelijk komen de verschillende plotlijntjes bij elkaar op een manier die duidelijk maakt dat het vertellen van een samenhangend verhaal nooit de bedoeling is geweest.
Er wordt in Oceans Twelve veel ophef gemaakt over hoe ingenieus mensen als Ocean en de Night Fox wel niet te werk gaan, maar de grap van de film is dat de belangrijkste diefstal wordt gepleegd door middel van een ordinaire en bepaald niet subtiel uitgevoerde wisseltruc, die alleen werkt omdat een deus ex machina de benodigde voorkennis levert. Ocean en zijn mensen vertrouwen meer op bluf en charme dan op nauwgezette plannen, en daarom is het zo gepast dat ze worden gespeeld door sterren. Van mensen als Clooney, Pitt en Roberts geloof je direct dat ze met bravoure en een oogverblindende glimlach iedere beveiliging kunnen omzeilen, iets wat perfect geïllustreerd wordt door een grappig stukje waarin Julia Roberts moet doen alsof ze Julia Roberts is. Steven Soderbergh, een regisseur met een geweldig gevoel voor stijl, weet precies hoe hij zijn acteurs zo goed mogelijk voor de dag kan laten komen. Trek ze de juiste kleren aan, zet er een groovy muziekje onder en fotografeer ze alsof het modellen zijn; vooral Catherine Zeta-Jones ziet er hier uit om door een ringetje te halen.
Het blijft jammer dat de film niet iets meer om het lijf heeft, maar Oceans Twelve bluft zich een heel eind in de goeie richting door de juiste mensen op de juiste plekken in te zetten: niet alleen de supersterren, maar ook scene stealers Don Cheadle en Elliott Gould, Bruce Willis in een cameo, en de grote Albert Finney in een piepklein rolletje aan het eind. Gebakken lucht was zelden zo smakelijk.