Het is geen geheim dat het niet heel goed gaat met filmstudio Universal. De flops volgden elkaar de afgelopen jaren in rap tempo op en de eens zo succesvolle studio had met de Fast & Furious-films maar één redelijk succesvolle franchise in handen. Een vervolg op het vierde en commercieel gezien meest succesvolle deel kon dan ook niet lang uitblijven. Maar waar zon vervolg normaal gesproken resulteert in een fantasieloos, lopendebandproduct, vormt Fast & Furious 5 een uitzondering op die regel. Deze film is met afstand het beste deel uit de reeks, en biedt alles waar een goede zomerblockbuster aan moet voldoen.
Nadat Dom Toretto met hulp van Brian OConner en Mia Toretto aan de politie is ontsnapt, zijn de drie op de vlucht voor de Amerikaanse autoriteiten. Uiteindelijk belanden ze in Rio de Janeiro waar ze nog één laatste klus aangrijpen die hen definitief naar de vrijheid moet brengen. Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan, omdat ze achterna worden gezeten door FBI-agent Luke Hobbs en ook moeten zien af te rekenen met drugsbaas Reyes.
Onlangs kwam in het nieuws dat de Fast & Furious-franchise in de toekomst minder aandacht wil besteden aan de straatraces die de eerste films zo populair maakten en meer richting het heistgenre wil gaan, waarin een groep personages een grote overval pleegt. Deze overgang krijgt al duidelijk gestalte in dit vijfde deel, op een bepaald moment zelfs heel letterlijk. Als OConner en Toretto namelijk op zoek gaan naar snelle autos en bij een straatrace belanden, verwacht je als fan dat veel snelle autos over circuits gaan rijden, maar regisseur Justin Lin snijdt heel bewust op dat moment weg om maar aan te geven dat de films van toon gaan veranderen.
Het is een gewaagde zet, maar wel een die opvallend goed uitpakt. Uit Fast & Furious 5 spreekt een opmerkelijke frisheid die sinds het eerste deel uit de franchise was verdwenen. Dit is voor een belangrijk deel ook te danken aan de introductie van het personage Luke Hobbs, die op geheel eigen wijze jacht maakt op de bende van Dom Toretto. De door Dwayne Johnson met de nodige ironie gespeelde Hobbs krijgt een aantal heerlijke oneliners in de mond gelegd die vaak nergens op slaan, maar door een goede timing wel erg grappig zijn.
Een andere reden voor het succes van Fast & Furious 5 is Rio de Janeiro, dat het decor vormt voor de film. De stad lijkt wel gemaakt te zijn voor deze franchise met de hagelwitte stranden, mooie vrouwen maar ook de energie en het gevaar dat te vinden is in de talrijke favelas. Het is een knappe prestatie van regisseur Justin Lin dat hij de sfeer van de stad zo goed op het scherm heeft weten over te brengen, zeker als je beseft dat een groot deel van de opnames in Puerto Rico plaatsvonden.
En zo lijkt het alsof alle puzzelstukjes in elkaar zijn gevallen bij Fast & Furious 5. Zo ongeveer de voltallige cast uit de vorige vier films is opgetrommeld, de onderlinge chemie is goed en met de humor zit het ook wel snor. En, misschien wel het belangrijkst, ook de actiescènes zitten prima in elkaar, met als uitschieter de minutenlange scène waarin Toretto en OConner een gigantische stalen kluis vastbinden aan hun autos en door de straten van Rio scheuren. Het gaat helemaal nergens over, maar vermakelijk is het allemaal wel en laat dat nou net precies de belangrijkste voorwaarde van een geslaagde zomerblockbuster zijn.
Lees ook het interview met Paul Walker, Dwayne Johnson en Justin Lin.