Na het indrukwekkende Moon komt regisseur Duncan Jones nu met Source Code, een film waar hij niet aan mee schreef en die in alles een blockbuster ademt. Hoofdrolspeler Jake Gyllenhaal wordt wakker in een trein. Hij weet een aantal dingen zeker: hij is militair Colter Stevens en was bezig met een helikoptermissie in Afghanistan. Hoe hij in de trein komt en wie de mensen om hem heen zijn, is voor hem totaal onduidelijk. Dit gegeven is een intrigerend uitgangspunt, maar de makers lijken helaas weinig waarde te hechten aan een plausibele verklaring of gepaste uitwerking.
Militair Colter Stevens ontwaakt in de trein waar hij niemand herkent, terwijl de mooie dame tegenover hem, hem wel lijkt te kennen als iemand anders. Hij bevindt zich in het lichaam van iemand anders, maar voor hij dat goed en wel beseft, ontploft de hele trein met alle passagiers erin. Colter ontwaakt vervolgens in een isolatiekamer, ingesnoerd op een stoel in zijn militaire gevechtstenue. Hij heeft nog steeds geen idee wat hem overkomt, behalve dat hij toegesproken wordt door commandant Colleen Goodwin. Zij plaatst hem terug in de trein met als missie: ontdek wie de terroristische aanslag op de trein pleegde. Colter kan de simulatie zo vaak beleven als hij wil en gaat daarbij steeds meer op zoek naar zijn persoonlijke voordelen met dit terugspringen in de tijd.
Net als bij een film als Paycheck, waarin menselijke geheugens gewist kunnen worden, is het uitgangspunt intrigerend maar vanaf het begin ook wankel. Want weten de makers een plausibele verklaring te berde te brengen en belangrijker, wil je dat als kijker gedurende de film accepteren? Bij Source Code maken de makers zich er wel erg makkelijk vanaf door een paar keer woorden als parabolen en kwantumfysica te noemen. Daarmee moeten we het als kijker doen. Het is enerzijds jammer, maar anderzijds ook wel begrijpelijk aangezien het uptempo Source Code vooral wil vermaken. En dus zit de film vol met heerlijke shots waarbij de camera over, door en langs alles vliegt. De montage en soundtrack zijn beide ook volgens de blockbustermaatstaven: flitsend, met hoog tempo maar zonder te veel aandacht op te eisen.
Source Code bevat elementen uit diverse films en is een soort kruising van Groundhog Day en Inception. Allemaal zijn ze goed gemaakt, maar wat bij Source Code ontbreekt in vergelijking met deze films is iets nieuws of gedurfds. Toch stoort dat niet tijdens het kijken, daarvoor ligt het entertainmentniveau ruimschoots hoog genoeg.
Jake Gyllenhaal heeft slechtere rollen gespeeld, maar ook zeker betere. Het lijkt een tussendoortje voor hem, want in zijn rol hoeft hij weinig meer te doen dan rondrennen en verbaasd om zich heen kijken. Ook het personage van tegenspeelster Michelle Monaghan blijft aan de oppervlakte, maar zij weet hoe dan ook een intelligente doch aantrekkelijke Christina neer te zetten. Het personage van Vera Farmiga maakt nog de meeste ontwikkeling door en dat weet ze in de bijrol die ze heeft treffend subtiel neer te zetten.
Jones lijkt het plot zelf ook niet erg serieus te nemen. Dat blijkt ook wel uit het makkelijke en afgeronde einde. Het element van de mindfuck ontbreekt, zoals dat bijvoorbeeld wel bij Inception aanwezig was. Het is jammer want bij films als deze geeft dat de kijker nog wat denkvoer mee voor onderweg. Bij Source Code weet je bij het verlaten van de zaal eigenlijk vooral nog dat je anderhalf uur vermaakt bent.