Martha is haar echte naam. Ze wordt door de leden van de commune waarbij ze zich heeft aangesloten Marcy May genoemd. Als de vrouwen daar de telefoon opnemen dan stellen ze zich standaard voor als Marlene. Martha, zoals we haar voor het gemak maar zullen noemen, ontsnapt in het begin van het psychologische drama dat haar namen draagt uit de commune, die eigenlijk gewoon een sekte is. Compleet verward klopt het meisje aan bij haar oudere zus Lucy. Zij heeft met haar nieuwe man, de Britse architect Ted, tijdelijk haar intrek genomen in een groot zomerhuis gelegen aan een meer. De twee zussen hebben al geruime tijd geen contact meer gehad. Lucy heeft er dan ook geen idee van wat Martha allemaal in de sekte overkomen is.
De sekte wordt geleid door de charismatische Patrick die zijn psychisch labiele leden erin luist met dooddoeners over complete opoffering en gemeenschapszin. Hij beschouwt angst als de puurste emotie, omdat het ons bewust maakt van onszelf. Elk nieuw meisje mag met de leider een nachtelijk ritueel aangaan, wat botweg neerkomt op een ontmaagding of zelfs verkrachting. Waarom Martha zich bij de sekte aansluit, blijft in raadselen gehuld. Waarom ze er uiteindelijk vertrekt, wordt door een schokkend incident ineens glashelder. Zus Lucy krijgt niet boven tafel waarom Martha zich zo merkwaardig gedraagt en aan angstaanvallen lijdt. Ted vervult de rol van buitenstaander, die niet gehinderd door emoties of familiebanden aanvankelijk zijn schoonzus omarmt, maar door haar rare gedrag steeds minder met Martha te maken wil hebben.
Martha Marcy May Marlene, het speelfilmdebuut van Sean Durkin, vertelt parallel twee essentiële episodes uit het leven van het getroebleerde titelpersonage. Haar hereniging met haar familie en haar ervaringen bij de sekte zijn door Durkin met elkaar versneden. Maar zelfs binnen deze twee verhaallijnen lijkt Durkin soms zo minutieus met de werkelijkheid te spelen, dat de verwarring die zich meester heeft gemaakt van Martha eveneens van de kijker bezit neemt. Waar veel filmmakers deze vertelstructuur gebruiken om interessant uit de hoek te komen, is het bij Durkin een effectief middel om het verhaal te ontvouwen. Hierbij kan zijn publiek zelf bepalen hoe diep het in de gebeurtenissen en gevoelens van Martha wil duiken, om zich ondertussen vertwijfelend af te vragen of het zelf wel alles op een rijtje heeft.
Het is tekenend voor Durkins ambitieuze aanpak waarbij niet alles wordt voorgekauwd. Je mag zelf de hiaten invullen, zonder dat je met los zand aan de slag mag. Het komt tevens overeen met Lucy's onvermogen om het vreemde gedrag van haar zusje te verklaren. Maar de filmmaker maakt zich er allesbehalve makkelijk vanaf. Als je beter kijkt, heeft Durkin subtiele kruisverwijzingen toegevoegd, waar je nooit helemaal je vinger achter krijgt. De grootste ontdekking is hoofdrolspeelster Elizabeth Olsen (inderdaad het jongere zusje van de bekende acteertweeling). Vooral met haar stille spel weet de actrice een gelaagd personage neer te zetten. Ze kruipt met haar introverte karakter steeds verder in haar schulp, maar neemt op cruciale momenten ingrijpende beslissingen.
De scènes rondom de boerderij waar de sekte haar intrek heeft genomen verlopen redelijk klassiek. De sekteleider wordt gespeeld door John Hawkes, die na zijn rol in Winters Bone wederom op meesterlijke wijze een ambivalent personage neerzet. Er is eigenlijk weinig voor nodig om de geknakte zieltjes in de gladde quasifilosofische praatjes van Patrick te laten trappen. Door de focus op haar worstelende persoonlijkheid te leggen en af te wisselen met Marthas hereniging met haar zus, brengen de scènes in de sekte een ongrijpbare spanning met zich mee. Durkin toont ermee aan dat heden en verleden voortdurend in elkaar grijpen. Je mag wellicht je tong breken over de titel, Martha Marcy May Marlene is een knap geconstrueerd drama waaraan alles lijkt te kloppen. Het laatste onheilspellende shot onderstreept nog eens Durkins feilloze regie-instinct.