Gameverfilmingen hebben doorgaans geen goede reputatie en kunnen regelmatig rekenen op de toorn of hoon van de fans. Als dan ook nog een racegame verfilmt wordt waarbij het verhaal nauwelijks van belang is, slijpen de sceptici hun messen alvast. Maar Need for Speed heeft een paar sterke troeven in huis: een miljoenenbudget, een getalenteerde cast en een ambitieuze regisseur.
Need for Speed is uiteraard gebaseerd op de gelijknamige gamereeks, waarvan het eerste deel alweer in 1994 verscheen, dit jaar twintig jaar geleden dus. Waarom er juist nu een verfilming van het spelletje uitkomt? Wie weet vanwege het twintigjarig jubileum, maar waarschijnlijker is dat de populariteit van de Fast & Furious-reeks er iets mee te maken heeft, waar Need for Speed handig op in lijkt te spelen. Voor de hoofdrol werden namen als Taylor Kitsch en Liam Hemsworth genoemd, maar men koos uiteindelijk voor Aaron Paul, wellicht in de hoop een graantje mee te pikken van het Breaking Bad-succes. Scott Waugh, bekend van het mariniersdrama Act of Valor, tekende voor de regie.
Het verhaal draait om Tobey Marshall, eigenaar van een garage en een bijzonder getalenteerde straatracer. Als zijn bedrijf in de financiële problemen komt, laat hij zich door zijn arrogante concurrent Dino Brewster verleiden tot deelname aan een illegale straatrace waarbij de winnaar een flink geldbedrag zal opstrijken. Die race loopt echter uit op een ramp als één van de auto's crasht met desastreuze gevolgen. Dino maakt zich snel uit de voeten waardoor Tobey de schuld in zijn schoenen geschoven krijgt en de gevangenis in moet. Als hij twee jaar later vrijkomt, is hij vastberaden zijn naam te zuiveren en wraak te nemen op Dino.
Het plot roept de vraag op waarom Toby ondanks voornoemde rampzalige race vrolijk verder gaat met het door roekeloos rijgedrag in gevaar brengen van mensenlevens. Maar misschien zijn dit niet de soort vragen die je bij een dergelijke film moet stellen. Want laten we wel wezen: actiefilms als deze moeten het niet hebben van een erg doortimmerd scenario of een verrassend verloop van gebeurtenissen. Het gros van het publiek komt voor opwindende races, hoogstaande achtervolgingsscènes en spectaculaire crashes. Wat dat betreft stelt Need for Speed dan ook niet teleur: aan races geen gebrek.
Waugh filmt die races vanuit alle hoeken en standen: vanuit eerste persoon, vanuit de lucht, van ver en van dichtbij, en weet daarbij het gevoel van snelheid goed over te brengen. Waugh, zelf een ervaren stuntman, koos ervoor om alle stunts echt uit te laten uitvoeren (zonder green screens) en liet zijn acteurs zelf stuntrijlessen nemen. Door ook voor variërende, visueel interessante locaties te kiezen, zien de races en stunts er erg goed en echt uit.
Aaron Paul doet het goed als de gedreven coureur, net als Imogen Poots, in een rol die haar gelukkig meer te doen geeft dan alleen 'eye candy' zijn; de twee maken het beste van de vaak wat sullige dialogen. Maar Waugh en consorten maken ook enkele vreemde keuzes: zo heeft Michael Keaton een vreemde rol als de ietwat irritante organisator van illegale races, die alleen in beeld is in zijn studio vanwaar hij alles luidkeels becommentarieert en verder geen enkele interactie heeft met andere acteurs. En in ongetwijfeld de vreemdste scène van de film doet Rami Malek een apart soort striptease die ongetwijfeld grappig bedoeld is, maar vooral de wenkbrauwen doet fronsen.
Op deze eigenaardigheden na is Need for Speed verder vooral clichématig: dit is het soort film waarin de slechterik zwart haar heeft en leren jasjes draagt, omdat dat nu eenmaal is wat je doet als je slecht bent. En toch heeft de film wel wat, door de juiste combinatie van gelikte races, stoere stunts en een gepaste dosis 'cheesiness'. Need for Speed vliegt soms uit de bocht, maar op weg naar de finish hoef je je niet te vervelen.