Na hoeveel tijd is het gepast een waargebeurd verhaal te verfilmen? Op dit lastige vraagstuk bestaat geen eenduidig antwoord, maar een mooi uitgangspunt zou zijn om te wachten tot de meeste relevante informatie boven tafel is. Zo wordt het leven van wielrenner Lance Armstrong al sinds zijn Tourzeges geschikt geacht voor een verfilming, maar gebeurt dat gelukkig pas nu de waarheid over zijn dopinggebruik aan het licht is gekomen. Dat zal ongetwijfeld resulteren in een boeiendere film dan de heldenverering waar men vijf jaar geleden waarschijnlijk mee op de proppen zou zijn gekomen. Het Franse drama L'Homme Qu'on Aimait Trop is gebaseerd op gebeurtenissen van halverwege de jaren zeventig, waarover sindsdien het nodige is gezegd en geschreven. Echter, het laatste woord lijkt nog niet lijkt te zijn gezegd en daarmee komt de film toch nog een paar jaar te vroeg.
Dat L'Homme Qu'on Aimait Trop een waargebeurd verhaal vertelt, zou je zonder voorkennis aanvankelijk niet snel vermoeden. De film start namelijk als een tamelijk luchtig familiedrama waarin de jonge Agnès Le Roux na een mislukt huwelijk verhuist van Afrika naar haar thuishaven Nice. Hier runt haar moeder Renée een succesvol casino, een familiebedrijf waarin ook Agnès aandelen heeft. Haar wens om die te verzilveren, wordt door haar moeder geweigerd, waardoor hun onderlinge relatie op scherp komt te staan. Wat de situatie niet veel beter maakt, is dat Agnès zich in een relatie stort met de meer dan tien jaar oudere advocaat Maurice Agnelet, de voormalige adviseur van moeder Renée. Maurice oogt weliswaar vriendelijk en onderdanig, maar blijkt behoorlijk gehaaide trekjes te hebben en weinig waarde te hechten aan monogamie.
L'Homme Qu'on Aimait Trop verandert gedurende de speelduur van twee uur diverse keren van richting, wat resulteert in een onevenwichtige film. Het luchtige familiedrama wordt namelijk al snel ingeruild voor een steviger plot over de machtsstrijd binnen het casino (waarin ook de Italiaanse maffia een kleine rol speelt), om vervolgens te worden vermengd met een vertelling over de moeizame relatie tussen Agnès en Maurice. Wat daarin vooral opvalt, is hoe plotseling de aanvankelijk zo sterk in haar schoenen staande jongedame transformeert in een behoorlijk wanhopig meisje. Ze maakt geregeld een dusdanig kinderlijke indruk dat het moeilijk te geloven valt dat ze al een huwelijk van vijf jaar achter de rug heeft, laat staan dat ze zich op haar jonge leeftijd zou kunnen redden in Afrika. Jammer, want de veelbelovende actrice Adèle Haenel doet enorm haar best. Net als haar tegenspelers Guillame Canet en Catherine Deneuve overigens.
Waar de film uiteindelijk om draait, is dat Agnès verdwijnt en Maurice daarvan verdacht wordt. Het duurt echter een goede anderhalf uur alvorens dat cruciale punt wordt aangesneden. Wat resteert is een stevige sprong in de tijd en een verschuiving van het perspectief naar Agnès' moeder. Deze verandering van richting valt te verklaren doordat het scenario is gebaseerd op een boek van de echte Renée Le Roux, maar het is onbegonnen werk om dit personage op dit punt naar voren te schuiven als degene met wie de kijker zich moet identificeren. Daarvoor heeft ze immers te lang aan de zijlijn gestaan. Een bevredigend einde krijgt de film helaas ook niet, want zoals de slottekst overduidelijk laat zien was de nasleep van de verdwijningszaak nog in volle gang toen de film al in productie was. Had nou toch nog maar even een tijdje gewacht.