Passion
Recensie

Passion (2012)

De Palma is weer terug met een exquis vormgegeven thriller zoals alleen hij dat kan.

in Recensies
Leestijd: 2 min 8 sec
Regie: Brian De Palma | Cast: Rachel McAdams (Christine), Noomi Rapace (Isabelle James), Karoline Herfurth (Dani) e.a. | Speelduur: 100 minuten | Jaar: 2012

Brian De Palma roept met zijn films al sinds jaar en dag verdeelde reacties op. Zelfs het gros van zijn fans moest echter toegeven dat na het meesterlijke Femme Fatale tien jaar geleden de koek een beetje op leek te zijn met het tegenvallende Black Dahlia en Redacted. Gelukkig is Passion de terugkeer van De Palma de jazzartiest, die prachtige solo's speelt over oude (bekende) melodietjes en ze nieuw leven inblaast. Met dromen in dromen, spiegels en splitscreens bebopt De Palma op heerlijke wijze weer lustig op zowel Hitchcock als zijn eigen oeuvre.

Daarnaast is Passion een remake van het Franse Crime d'Amour uit 2010. Van die film keerden de producent en co-scenariste terug, maar De Palma paste flink wat aan en maakte er een echte auteursfilm van. Ondanks dat het een Frans-Duitse co-productie is en hij en Rachel McAdams de enige Amerikanen op de set waren, is de film zeer duidelijk van zijn hand. Zo doet hij met al die dromen niet alleen aan Femme Fatale maar ook aan Raising Cain denken, zijn moordmysterie uit 1992 dat qua speelsheid erg lijkt op zijn nieuwste. Dat komt ook door de muziek van Pino Donaggio, die na twintig jaar eindelijk weer met de regisseur samenwerkt (ooit zijn bijna vaste componist) en een kenmerkende, klassieke score aflevert.

De fantastische splitscreensequentie is ook een oude bekende stijlvorm uit zijn oeuvre (denk aan Sisters, Blow Out of Snake Eyes) die De Palma voor Passion niet alleen weer van de plank haalt en afstoft maar ook met verve uitvoert. In dit hoogtepunt van de film wordt een moderne balletvoorstelling op muziek van Debussy gecontrasteerd met een zeer duistere daad. De mooie cinematografie van José Luis Alcaine (de semivaste cameraman van Pedro Almodóvar) speelt daarbij uiteraard een belangrijke rol, hoewel de lange takes dan weer vooral typisch De Palma zijn evenals een aantal van de sterke kadreringen.

De Palma zegt wel eens dat hij betreurt dat men zo weinig meer visueel probeert te vertellen en daarom doet hij dat zelf wel. Daardoor moet je wel goed opletten wil je aan het eind nog een beetje doorhebben wat droom of werkelijkheid is, aangezien dat niet wordt uitgelegd - de aanwijzingen zitten in de cameravoering. De steeds escalerende strijd tussen twee medewerkers van een groot reclamebureau in Berlijn is voor De Palma geen aanleiding om een aanklacht tegen de zakenwereld aan te spannen, maar om een exquis vormgegeven, dromerige thriller te maken zoals alleen hij dat kan.