Onder een knokige boom in het stadspark laat een oude man zich kreunend zakken op een stuk karton. Iedereen zou erlangs lopen en nauwelijks de dakloze man willen aankijken. Totdat plots twee mannen op een motor naast het park stoppen, de boom doorzeven met kogels en er een molotovcocktail op werpen. Bruut dwingt de film Togo zijn publiek om te kijken naar deze mannen van de straat en de verschillen tussen hen te begrijpen.
De hoofdpersoon van de film, dakloze Togo, heeft al wit haar en een verminkt been. Toch staat hij elke dag op zijn straatblok in een Uruguese stad klaar om autoramen te wassen, te helpen met inparkeren en een kort praatje te maken met alle bewoners. Hij vormt haast een levend deel van het exterieur, als een stoplicht of een wasstraat. Iedereen maakt er dankbaar gebruik van, maar meer dan een voorziening lijkt Togo voor weinig mensen te worden.
Een tienermeisje verschijnt plots in Togo's stadsparkje en eist haar plek op naast hem onder de boom. Een stroeve vriendschap wordt geboren tussen de oude man en het jonge meisje, dat op straat is beland. Tegelijkertijd duiken er steeds meer dealers op die Togo en zijn vrienden proberen te verdringen van 'hun' blok. Voor vele voorbijgangers zijn het allemaal dezelfde junkies in het park, maar de film laat duidelijk zien hoe Togo een man is gebleven, die geleid wordt door zijn principes.
Het verhaal begint zo klein als Togo's wereldje, en toont in de eerste plaats genuanceerd hoe de oude, manke bokser moet leven met de lange consequenties van levensingrijpende gebeurtenissen. Zijn dochter moet gescheiden van hem leven in een afkickkliniek, wat door zijn eigen nalatigheid als vader is gebeurd. Toch blijft hij sterk in zijn schoenen staan en weet hij altijd nog wat het juiste is. Gedurende anderhalf uur kan de kijker hem rustig leren kennen en de mens achter de dakloze gaan zien.
In vergelijking met de lawaaierige dealers en het aanstellerige tienermeisje is Togo het grote voorbeeld van een 'nobele bedelaar', die ook in Nederland zijn gelijke niet schijnt te kennen. Het sterke spel van acteur Diego Alonso moet dan ook de film uit het slijk trekken, want zonder hem blijft deze strijd tussen daklozen niet lang interessant. De sfeerimpressies van de straat worden visueel monotoon gebracht en de overgangen tussen de verschillende scènes verlopen slordig. Hoe overtuigend Alonso zijn rol ook neerzet, het aantrekkelijk in beeld brengen ervan blijft continu een ergernis.
Door onkunde beweegt het kwakkelende plot nauwelijks verder dan de premisse van een nukkige zwerver die zijn territorium verdedigt. De film wordt hierdoor haast een goed doel, die je enkel afkijkt vanuit sympathie met de hoofdpersoon. Wanneer Togo tegen het einde zijn mouwen moet opstropen voor een finaal conflict kan het niet anders dan aanvoelen als onnatuurlijk. Zijn nieuwe rol als 'supertramp' die de lokale onderwereld aanpakt siert Togo niet. Gek genoeg had hij beter de zwijgende zwerver van het begin kunnen blijven en zijn waardigheid kunnen behouden.
Togo is te zien bij Netflix.