Wat is een djinn, oftewel een Jinn? In de westerse overlevering kennen we vooral de folklorevariant in een fles of lamp die drie wensen vervult. Maar de djinn in Jinn is het onzichtbare wezen dat naast mensen en engelen als derde bewustzijn kreeg van Allah, de djinn in de Koran. Als je die voor het eerst leest als verwarde tiener, kan het bestaan van djinn nogal overweldigend zijn.
Dat overkomt Summer, nadat haar moeder Jade zich plots bekeert tot de islam. Jade probeert haar dochter te betrekken bij de nieuwe wereld, waarin ze zich helemaal thuis voelt. Summer lijkt daar, na enig tegenstribbelen, wel open voor te staan. Ze begint de Koran te lezen en gaat mee naar de moskee. Maar doet ze dat vanuit oprechte geloofsovertuiging of omdat ze haar klasgenoot Tahir erg leuk vindt en hem daar kan zien?
Met dat verhaal als basis snijdt debuterend filmmaker Nijla Mu'min een scala aan onderwerpen aan. Of beter gezegd stipt aan, want ze blijft vaak aan de oppervlakte zweven. Jinn is een coming-of-ageverhaal van een zwarte Amerikaanse tienermeid met gescheiden ouders, die zichzelf probeert te ontdekken dan wel opnieuw uit te vinden. Daarbij passeren verschillende vormen van seksualiteit, een nieuwe religie, een nieuwe gemeenschap en meerdere personages de revue.
Genoeg voer voor een complexe en fascinerende karakterstudie waarin al deze elementen samensmelten in de beleving en het leven van Summer. Maar ook een grote uitdaging om tot eenheid te maken. Mu'min neemt te weinig tijd om alles goed uit werken. Wellicht had ze moeten kiezen voor een langere speelduur of minder onderwerpen.
Te veel conflicten en ideeën verdwijnen of komen zonder tussenstappen tot een plotselinge ontknoping. Zo zijn er in het eerste kwartier meerdere hints dat Summer op vrouwen valt (of biseksueel is) en daar (in ieder geval voor haar vriendinnen) zelfs open voor uitkomt, maar daarna is er geen spoor meer van te ontdekken.
Jade bekeert zich tot de islam en zegt dat ze zich bij haar nieuwe religie en de kleine gemeenschap voor het eerst in haar leven thuis voelt. Ze gaat ook een hoofddoek dragen en verschijnt daarmee ook op haar werk, wat tot consternatie leidt, omdat ze weerpresentator is op tv. Daardoor wordt het automatisch een politiek statement. Eerst lijkt ze zonder pardon vervangen te worden, later is alles opgelost en geaccepteerd, maar alles wat daartussenin gebeurt komt niet aan bod.
Het verhaal van Summer neemt soms ook zulke sprongen, waardoor dramatische ontwikkelingen impact missen. De bekering van beide vrouwen tot de islam wordt eerst als iets nieuws en aparts neergezet, en vervolgens opeens als iets natuurlijks en vanzelfsprekends. Van een overgang is geen sprake. Het enige echte gesprek tussen moeder en dochter over het geloof, geloofsovertuiging en geloofsregels gaat over het wel of niet dragen van een hoofddoek, maar dit is puur praktisch: "ga je nu altijd een hoofddoek dragen?" "Ja."
De discussie over het dragen van een hoofddoek hoeft hier niet per se gevoerd te worden (dat is in de westerse media al tot in den treure gedaan), maar Summer heeft er duidelijk vragen over. Ze stelt er echter maar weinig van. En haar moeder vertelt niets over waarom ze deze keuze maakt.
Als Summer dan voor het eerst interesse in de islam toont, vindt haar moeder al snel dat ze ook maar een hoofddoek moet dragen. En Summer mag niet meer dansen, terwijl dat juist haar grootste plezier in het leven is. Ze is al maanden met twee vriendinnen een optreden aan het voorbereiden en de dansschool is de enige vervolgopleiding die ze wil. Nooit doet haar moeder een poging om iets uit te leggen, zelfs niet in clichés zoals 'zo is het nu eenmaal' of 'zo zijn de regels'.
Misschien is het ergens wel logisch, want zowel moeder als dochter lijkt meer op zoek te zijn naar een (nieuwe) identiteit dan naar een geloof of spirituele zingeving. Voor Summer lijkt de hidjab vooral uiterlijk vertoon, hetzelfde als haar paars en later blauw geverfde haar. De intellectuele of spirituele invulling die ze aan haar nieuwe geloof geeft, beperkt zich tot een stukje Koran lezen op de computer.
Er is hier en daar wel een hint naar meer diepgang. De ouders van Tahir groeiden op met hun geloof, en zijn zowel ruimdenkender als zelfverzekerder in hun overtuiging, dan de net bekeerde, fanatiekere en rechtlijnige Jade. In deze tegenstelling zit een verhaal op zich over verschillende vormen van geloofsovertuiging en geloofsbelijdenis. Dit ontbreekt in de verhaallijnen en conflicten van de hoofdpersonages.
Of misschien mis ik als witte Nederlandse man veel subtiele hints en is Jinn voor een zwarte vrouw in de Amerikaanse islamitische gemeenschap een veel rijkere ervaring en/of een feest van herkenning. Het is goed mogelijk dat wat voor hen voor zichzelf spreekt, voor mij meer uitwerking en/of uitleg nodig heeft.
De djinn is voor mij wel een duidelijk aspect van Summers beleving van de islam, omdat die letterlijk wordt uitgesproken en nota bene in de titel zit. Ze praat er met Tahir over en ze geeft er een speech over na haar dansoptreden. Vooral het idee dat djinns geschapen zijn uit een rookloze vlam van vuur (in tegenstelling tot de mens uit klei) komt meerdere keren terug. Zo vraagt Summer zich af of ze een djinn zou kunnen zijn zonder het zelf weten, en later gebruikt ze het verschil tussen djinns en mensen als metafoor om de verschillen tussen zichzelf en haar moeder uit te leggen. De toepassing van het concept is simpel, maar effectief en op een bepaalde manier zelfs elegant. De rest van Jinn had daar meer van mogen hebben.
Jinn is te zien binnen het Pepr-programma van Picl.