In het twee jaar geleden uitgekomen Long Shot speelt Bob Odenkirk een voormalige televisiester die het heeft geschopt tot president van de Verenigde Staten. Maar in plaats van zich verkiesbaar te stellen voor een tweede termijn, besluit hij te gaan voor een hoger ambt: filmster. Hij beschouwt dat als een grote uitdaging aangezien er in zijn beleving slechts twee mensen in zijn geslaagd op succesvolle wijze de overgang van televisie naar film te maken. Dit komische tafereel lijkt bijna autobiografisch voor Odenkirk, wiens carrière al een paar keer leek te hebben gepiekt om vervolgens toch weer een nieuw hoogtepunt te vinden. Begonnen als komedieschrijver en doorgegroeid tot gewaardeerd bijrolacteur, wist hij zijn smakelijke verschijning in Breaking Bad uit te bouwen tot een hoofdrol in de zeer gewaardeerde televisieserie Better Call Saul. Met Nobody lijkt hij zowaar de status van filmster te hebben bereikt.
Odenkirks hoofdrol in Nobody is vooral opvallend omdat dit een actiefilm betreft die nauwelijks zijn komische talenten aanboort. Nou was het ooit ook opvallend dat Nicolas Cage en Matt Damon werden gecast voor actiefilms, maar zij waren destijds net de dertig gepasseerd terwijl Odenkirk alweer tegen de zestig loopt en niet per se oogt als iemand die gevaarlijk uit de hoek kan komen. Toch blijkt dat juist precies waarom het werkt. Hij is volkomen overtuigend als de uitgebluste familieman Hutch, wiens leven bijzonder weinig spanning bevat. Maar dan wordt op een nacht bij hem ingebroken en ziet hij kans een van de inbrekers te overmeesteren. Eenieder die vertrouwd is met dit type film, kan de rest met zijn ogen dicht uittekenen: Hutch slaat van zich af en krijgt de smaak te pakken, waarna hij als vechtersbaas 'het tuig' te lijf gaat en zijn zelfrespect terugwint.
In plaats daarvan loopt de situatie met een sisser af en moet Hutch vervolgens van iedere man aanhoren dat hij zich in zijn plaats natuurlijk wél van zijn gewelddadigste kant zou hebben laten zien. Wat ze allemaal ontgaat, is dat Hutch de situatie volkomen meester was. Hij koos niet de weg van de minste weerstand, maar simpelweg degene met de meest gunstige uitkomst voor alle partijen. Zijn tienerzoon mag dan nog stoer tegen de inbrekers roepen dat ze het verkeerde huis hebben gekozen (een typische macho-opmerking die je in een mindere film van de hoofdpersoon verwacht), maar Hutch is slim genoeg om zich te onthouden van dergelijke onnodige provocaties. Maar hoe goed hij de situatie ook heeft weten te de-escaleren, de ervaring doet iets met hem. En dus verandert hij toch in de macho-wraakengel die hij voorheen nog zo goed in toom wist te houden.
Mocht je door het bovenstaande de indruk hebben dat Nobody een diepgravende deconstructie is van de Amerikaanse obsessie met gewelddadige helden à la A History of Violence: wees gerust, dit nog steeds gewoon een strakke actiefilm die geen denkwerk vereist. Maar in de details is wel te merken dat de makers net iets meer over de materie hebben nagedacht dan gebruikelijk is bij dit soort films. Intrigerend genoeg vertaalt dat zich niet in een onnodig serieuze film, maar juist een die vol zit met kwinkslagen en actiescènes die lekker vlot en kort zijn. Best een verrassing eigenlijk met Ilya Naishuller aan het roer, die met zijn regiedebuut Hardcore Henry nog behoorlijk overdadig uitgepakte.
Maar de sterkste troefkaart blijft toch wel de casting van Odenkirk. Een project als dit krijgt normaal gesproken enkel het groene licht wanneer Bruce Willis of Liam Neeson ervoor is vastgelegd, maar met Odenkirk hebben we zowaar eens iemand die ook echt oogt als een normale burgerman in plaats van een geboren actieheld die de eerste akte tegen zijn imago in moet acteren. En wanneer de ware aard van Hutch komt bovendrijven, zien we hem minstens zoveel klappen incasseren als uitdelen. Het resultaat is een personage voor wie met recht mag worden gevreesd dat hij het onderspit zal delven. De les is niet dat Odenkirk vanaf nu elke actierol moet krijgen, maar dat meer rollen zoals deze een verrijking van het actiegenre zouden zijn.