Once Upon A Time in the West
Recensie

Once Upon A Time in the West (1968)

De ultieme western blijft een must om te zien in de bioscoop, zeker in de nieuwe, digitaal gerestaureerde versie.

in Recensies
Leestijd: 4 min 21 sec
Regie: Sergio Leone | Cast: Claudia Cardinale (Jill McBain), Charles Bronson (Harmonica), Henry Fonda (Frank), Jason Robards (Cheyenne), Gabriele Ferzetti (Morton) e.a. | Speelduur: 165 minuten | Jaar: 1968

Op mijn twaalfde zag ik Once Upon a Time in the West voor het eerst. Destijds vond ik het de saaiste en slechtste film aller tijden. Jaren later werd het juist mijn favoriete film aller tijden en veranderde ik in een westernliefhebber. Once Upon a Time in the West veranderde in de tussentijd niet. Sinds 1968 is het de ultieme western, die in de digitaal gerestaureerde versie een must is om (opnieuw) in de bioscoop te beleven.

Mijn eerste ervaring met Once Upon a Time in the West werd tegengewerkt door het feit dat ik hem op een oude videoband zag. Het beeld vervormde soms en de panoramische beelden werden half afgeknipt. De jongste lezers van FilmTotaal mogen zich gelukkig prijzen dat ze die periode van films kijken niet hebben hoeven meemaken. Later kwamen er een zeer respectabele dvd-versie, een restauratie op Blu-ray en nu dus de nieuwe digitale 4K-restauratie in de bioscoop; allemaal versies waarin de film veel beter of zelfs in al zijn visuele glorie tot zijn recht komt.

Geen overbodige luxe bij Once Upon a Time in the West, de vervolmaking van Sergio Leones stijl, met de mooie weidse landschappen en contrasterende extreme close-ups van cameraman Tonino Delli Colli, de dramatische muziek van Ennio Morricone en het typisch trage tempo. Dat speelde mij als kind uiteraard parten, maar werd later een bron van genot. Neem alleen al de eerste drie scènes. De bijna een kwartier durende begintitelsequentie, waarin drie revolverhelden op de aankomst van een trein wachten, en wachten, en wachten. Leone wilde oorspronkelijk dat zij werden gespeeld door de drie hoofdrolspelers van The Good, The Bad & The Ugly, om ze aan het eind van de lange scène dood te laten gaan.

Daarmee zou hij heel letterlijk de periode van zijn eerdere westerns afsluiten. In vergelijking met Once Upon a Time in the West zijn de films uit de Dollar-trilogie (A Fistful of Dollars, For a Few Dollars More en The Good, The Bad & The Ugly) duidelijk cartoonesker. Van Once Upon a Time in the West maakte hij een filmische opera met de weidse shots en close-ups als aria's. In die eerste scène gebruikt Leone allerlei kleine details uit de omgeving, inclusief het geluid en de stilte daarvan, om de drie mannen om een fantastische doch lome spanning op te bouwen, tot aan een schietscène die anders loopt dan zij hadden gedacht.

Met de fenomenale opening introduceert Leone tegelijkertijd Charles Bronson als de inmiddels iconische Harmonica, die eerst op zijn mondharmonica speelt voordat hij schiet. De prachtige muziek is een essentieel onderdeel van Once Upon a Time in the West. Morricone, die voor alle eerdere films van Leone ook al de muziek componeerde, maakte nu de muziek vóór de opnames, die vervolgens tijdens het filmen gedraaid werd. Het bracht de acteurs in de juiste stemming en bepaalde deels het ritme van het camerawerk en de montage. Op klassieke wijze heeft elk hoofdpersonage zijn eigen thema met telkens specifieke instrumenten, van de harmonica bij Harmonica tot de haast dissonante elektrische gitaar die schurk Frank begeleidde, tot het volle orkest en de zang die bij Jill McBain horen.

Frank wordt geïntroduceerd in de tweede, lang uitgesponnen scène van de film, waarin opnieuw die lome spanning wordt opgebouwd - met meesterlijk gebruik van geluid en stiltes - naar een onverwachte conclusie. Dat de familie die centraal staat in de scène in groot gevaar is, wordt snel duidelijk, maar dat de Frank die daarvoor verantwoordelijk is, gespeeld wordt door doorgaans koene held Henry Fonda, dat was in 1968 ongekend. Leone maakt optimaal gebruik van het mooie gezicht en de priemende blauwe ogen van Fonda, zo vaak het gezicht der waardige gerechtigheid, maar nu van een nietsontziend kapitalistisch kwaad.

Op de introductie van deze twee mannen volgt die van de vrouwelijke hoofdpersoon om wie het verhaal draait: Jill McBain, gespeeld door Claudia Cardinale. In de derde scène komt zij met de trein aan in een nabijgelegen dorp. De camera zweeft omhoog om het dorpje, nog in aanbouw, in zijn geheel te laten zien terwijl de muziek aanzwelt in een crescendo. Met de vrouw en de machine arriveert ook de moderne beschaving in het Wilde Westen. Het markeert het einde van het tijdperk van de ruwe revolverhelden en hun wetteloze machismo die Leones eerdere westerns nog domineerden. En dat waren nog maar de eerste drie scènes.

Once Upon a Time in the West zit vol (visuele) verwijzingen naar eerdere westerns. Leone wilde de ultieme western maken door allerlei thema's, motieven, personages en beeldvorming uit de geschiedenis van het genre te omvatten om één groots statement te maken. Het was precies het juiste moment, want de western was op zijn retour en verloor zijn dominante status als representant van de Amerikaanse mythe. Once Upon a Time in the West gaat over verouderde ideeën, idealen en mensen die niet meer met de tijd mee kunnen. In de geweldige slotscènes balt alles prachtig samen tot een melancholisch vaarwel aan de westernmythe en een filmische traditie die nooit meer hetzelfde zou zijn.