De Amerikaanse Greta accepteert een baan als kindermeisje bij een Engels gezin. Bij aankomst komt ze erachter dat het jongetje waar ze in afwezigheid van zijn ouders voor dient te zorgen, de achtjarige Brahms, geen jongen van vlees en bloed is, maar een porseleinen pop. Een eenvoudig baantje, want hoe moeilijk kan het verzorgen van een pop nu eigenlijk zijn? Met het rijk alleen begint haar taken dan ook al snel te versloffen. Maar als ze vreemde geluiden in het huis hoort en spullen begint te vermissen raakt ze er langzaam maar zeker van overtuigd dat Brahms niet zomaar een pop is.
Het is een bekend gegeven: sluit één of meerdere personages op in een locatie afgezonderd van de buitenwereld, en na verloop van tijd zien ze, letterlijk of figuurlijk, vanzelf spoken. Hoe de personages omgaan met deze stress is de voornaamste bron van spanning. Voor The Boy gaat dat echter niet op. Zowel Brahms ouders als Greta zelf worstelen met een traumatisch verleden, maar regisseur Bell werkt dit nergens uit. Enige diepgang is misschien teveel gevraagd voor een horrorfilm, maar juist de beste genrewerken geven een diepere betekenis aan de gruwelen. Zo bleek een familietrauma de grootste plaaggeest in The Babadook, en liet Martyrs je achter met een ijzingwekkende vraag over de zin van het bestaan. Er had meer gezeten in de themas als ouderschap en verlies die Bell aanhaalt.
Spannend wil het dan ook niet worden als Greta in de ban van de pop raakt. De scènes waarin Greta door de gangen sluipt, reagerend op ieder piepje en kraakje, beginnen al snel te vervelen. Zelfs van het handjevol schrikmomenten komen er slechts een paar aan. Met de vraag of Greta inderdaad haar verstand aan het verliezen is springt Bell inconsequent om. Of Greta al dan niet gelooft of de pop toch leeft lijkt per scène te verschillen. Ook pogingen om achtergrond te geven aan het echte jongetje Brahms en diens dood lopen op niets uit. Bell komt niet verder dan suggereren dat het mannetje helemaal niet zon lieverdje was, en probeert zo een mysterie te creëren dat er nauwelijks is, laat staan dat het bevredigend wordt opgelost in de schreeuwerige finale.
Desondanks heeft Bell wel een aantal goede vondsten. Het stille porseleinen gezicht van Brahms is op zich al verontrustend genoeg, en Bell maakt slim gebruik van lichtval en andere effecten om het onbeweeglijke gezicht een expressie te geven. Net als Greta vraag je je soms toch af of de uitdrukking op het gezicht van de pop inderdaad niet stiekem veranderd is. Ook het huis en de mistige omgeving lenen zich uitstekend voor een enge sfeer, maar ondanks een aantal goed gevonden shots weet Bell er nergens spanning uit te halen. The Boy blijft een doorsnee horrorfilmpje waar zelfs de grootste fanaten van het genre weinig plezier aan zullen beleven.