House of Flying Daggers
Recensie

House of Flying Daggers (2004)

Opnieuw een oogstrelend spektakel van Zhang Yimou, dat vooral visueel imposant is, maar daarom niet minder is op andere gebieden.

in Recensies
Leestijd: 3 min 33 sec
Regie: Zhang Yimou | Cast: Ziyi Zhang (Mei), Takeshi Kaneshiro (Jin), Andy Lau (Leo), Dandan Song (Yee), e.a.

Regisseur Zhang Yimou is misschien wel de bekendste exponent van de zogenaamde ‘Vijfde Generatie’ van Chinese filmmakers, en in het Westen is hij dat zeker. Zo viel hij zowel op de festivals van Cannes, Venetië en Berlijn meerdere malen in de prijzen en won hij twee BAFTA’s, dit allemaal in het laatste decennium van de vorige eeuw. Maar hij brak pas echt internationaal door met zijn eerste ‘wuxia pien’ (Chinese zwaardvechtfilm), Hero, die wereldwijd meer dan 155 miljoen dollar opbracht en genomineerd werd voor een Oscar. Yimou was altijd al een visueel zeer begaafd filmer, maar met Hero overtrof hij zichzelf. De schoonheid van de beelden van Hero kende zijn weerga niet in de filmgeschiedenis. Zijn nieuwste rolprent, House Of Flying Daggers is eveneens een ‘wuxia pien’ (overigens voorlopig zijn laatste) en wederom wonderschoon van uiterlijk. Deze keer wordt er echter een complex liefdesverhaal gepresenteerd; de politieke boodschap die zo prominent aanwezig was in de vorige film, speelt hier eigenlijk nauwelijks een rol.

De ooit imposante Tangdynastie is in 859 na Christus in verval geraakt. De regering is corrupt en vele rebellenlegertjes komen in opstand. De grootste en meest prestigieuze van allemaal is wel het Huis van Vliegende Dolken, dat van de rijken steelt en aan de armen geeft. Hoewel de lokale politie van Feng Tiang (de regio waarin zowel de rebellen als de keizer zich ophouden) nog geen half jaar geleden de leider van de beweging heeft gedood, gedijdt deze nog altijd goed en vormt deze guerillabeweging een bedreiging voor de gevestigde orde. Twee kapiteins van de lokale politie, Leo en Jin, krijgen de opdracht om de nieuwe, onbekende leider van de rebellen binnen tien dagen te vinden. Zij verdenken de blinde danseres Mei van banden met de verzetsgroep, en zij wordt gevangen gezet om vervolgens te worden bevrijd door Jin, die undercover met haar wegvlucht in de hoop dat zij hem naar het nieuwe hoofd van het Huis van Vliegende Dolken zal leiden. Jin wordt uitgekozen vanwege zijn verleidingskunsten, maar het wordt al gauw onduidelijk wie nu eigenlijk wie verleidt, terwijl ze tijdens hun reis voortdurend van alle kanten worden aangevallen door zowel politiefunctionarissen als het leger.

Deze aanvallen leveren zeer gedenkwaardige actiescènes op, die verfijnd gechoreografeerd én gefilmd zijn. De camera concentreert zich vaak op kleine details, maar verliest nooit het geheel uit het oog en waarborgt het overzicht, waardoor goed naar voren komt hoe mooi de gevechten zijn. Hierbij combineert Zhang computereffecten geraffineerd met traditionele effecten, wat tot een soms verbluffend resultaat leidt. Een gevecht in een geheel groen bamboebos vormt hierbij het absolute hoogtepunt. De eindconfrontatie mag er ook wezen, hoewel om geheel andere redenen, waaronder het verband tussen de emoties van de twee kemphanen en hun manier van vechten.

Een ander zeer imposante scène is het zogenaamde ‘Echo Spel’. Hierbij staat er een groot aantal verticale drums om de blinde Mei heen. Er worden noten in een bepaald ritme tegen de drums aan geworpen, waarna zij dit ritme exact moet imiteren door met haar mouwen (waarvan de uiteindes verzwaard zijn) tegen dezelfde drums te slaan. Dit gegeven levert een prachtig schouwspel op waarbij beeld en geluid op fraaie wijze gecombineerd worden.

Zoals ik al meerdere malen heb aangegeven, is House of Flying Daggers een waar feest voor het oog. De ene oogstrelende locatie wordt opgevolgd door de andere, de kostuums zijn schitterend, het camerawerk is soms verrukkelijk en de actie heb ik al beschreven. Daarnaast past de mooie muziek voortreffelijk bij de beelden en is het acteerwerk meer dan adequaat. Ziyi Zhang bevestigt nog eens haar sterrenstatus die haar landsgrenzen ver voorbij gaat, en zij wordt bijgestaan door de in China zeer populaire Kaneshiro en Lau. Het op een complexe manier vertelde verhaal (veel plottwists) weet de aandacht goed vast te houden en de romance die opbloeit zorgt voor een spetterende emotionele finale. Het einde had misschien iets ingekort kunnen worden, waarna het dan misschien gevolgd had kunnen worden door een nog grotere climax. Daar zijn namelijk eerder in de film voorbodes van, maar ik was aan het eind zo betoverd door wat ik daarvoor in hoog tempo beleefd had, dat mij dat niets meer kon schelen.