De verfilmingen van de verhalen van Edgar Allan Poe behoren tot het beste werk van Roger Corman, de veelvuldig gekroonde koning van de B-film. Corman maakte er maar liefst zeven en horrorlegende Vincent Price speelde mee in zes daarvan. In 1964 kwamen de laatste twee uit, te weten The Masque of the Red Death en The Tomb of Ligeia, waarvan eerstgenoemde de meest stijlvolle Corman ooit genoemd mag worden. De bijdragen van art director Daniel Heller en cameraman Nicolas Roeg zijn daarbij van onschatbare waarde geweest.
Italië, twaalfde eeuw. Het land rondom het kasteel van prins Prospero is zo goed als onbewoonbaar door de heersende rode pest. Op een handjevol boeren uit een nabijgelegen dorp na is het letterlijk en figuurlijk uitgestorven. De pest grijpt ongeacht leeftijd of gezondheid om zich heen en openbaart zich door bloed dat via je poriën naar buiten stroomt. Prospero interesseert dat allemaal niets. Hij zit hoog op een berg in zijn kasteel omgeven door ijzeren hekken en houdt daarmee de rode pest buiten de deur. Binnen is het een onophoudelijk feest vol drank, copieuze maaltijden en dans. Een dwergenpaar verzorgt het entertainment en Prospero accepteert geen sikkeneurige gezichten.
Mededogen is de prins onbekend, wat duidelijk wordt als hij een bliksembezoek brengt aan het boerendorp buiten het kasteel. In de paar minuten die hij daar is, neemt de prins drie boeren gevangen en laat het hele dorp afbranden. Terug in het kasteel blijkt hij boerenmeid Francesca voor zichzelf te willen houden en kleedt haar in de mooiste jurken. Als sinister vermaak voor zijn gasten laat hij haar geliefde tegen haar vader strijden tot de dood erop volgt. Prospero is heer en meester en dicteert het hele reilen en zeilen in het kasteel. Zelf accepteert hij maar een meester en dat is Satan zelf, de Lord of Flies. Door Francesca tot de duivel te bekeren denkt hij met haar het eeuwige leven te kunnen delen. Alles komt uiteindelijk samen in de finale tijdens het gemaskerde bal dat Prospero organiseert, en waar de film zijn titel vandaan heeft.
De scriptschrijvers van The Masque of the Red Death hebben het originele, nog geen 2.500 woorden tellende verhaal van Edgar Allan Poe (1809-1849) vooral aangevuld met elementen uit Poes andere verhaal Hop-Frog en een romance. Intact lieten ze het centrale thema dat de dood altijd toeslaat ongeacht je rijkdom of het geloof dat je aanhangt. Iedereen creëert zijn eigen god, hemel en hel, maar de dood heeft geen meester. Dit ijzersterke uitgangspunt leidde met behulp van het kleurrijke, experimentele camerawerk van Nicolas Roeg, als regisseur bekend van onder andere Don't Look Now en Bad Timing, en art-director Daniel Heller tot misschien wel het beste werk van Roger Corman.
Vincent Price geeft met zijn gedistingeerde, bijna verwijfde voorkomen een perfecte vertolking van de verwaande, in-en-in slechte Prospero. De prins is zo vol van zichzelf dat hij niet doorheeft dat iedereen sterfelijk is en hijzelf als trouwste discipel van de duivel dus ook. Zijn einde tijdens de memorabele climax van de film, de zogenoemde Dance of Deaths, vormt een hoogtepunt in het oeuvre van Roger Corman, zoals de rol van Price een van de hoogtepunten van zijn lange carrière genoemd kan worden. In combinatie met het dromerige, nadrukkelijk gestileerde camerawerk van Roeg is The Masque of the Red Death een absolute must-see tijdens dit 22ste AFFF.
[doemaarrood]The Masque of the Red Death is FilmTotaals filmtip van de dag voor woensdag 26 april. De film draait in Filmtheater De Uitkijk om 21.45. Op zaterdag 22 april om 17.45 in Filmmuseum Calypso is een tweede vertoning.[/doemaarrood]