Journalist Flavien komt net terug van een boer die een UFO op bezoek heeft gehad, getuige de graancirkels op zijn land. Flavien krabbelt het verhaal uiterst serieus op, want dat is waar zijn lezers geïnteresseerd in zijn. Op de kamer van zijn hoofdredacteur hangt een van de covers van hun blad: een foto van een vrouw met drie borsten, en in de studio is de huisfotograaf net begonnen aan een fotosessie getiteld 'Gorillaman met zijn driebenige drag queen bruid'. Toch heeft de baas het gehad met deze in scène gezette non-journalistiek en wil eruit gaan met één echt gebeurd groot verhaal: de verdwijning van een aantal inwoners van het dorpje Saints-Martyrs-des-Damnés in Quebec. Flavien en fotograaf Armand worden er op af gestuurd, en bevinden zich al snel in de problemen.
Horror uit Canada: dat is sinds jaar en dag vooral de verdienste van David Cronenberg te noemen. Naast de confronterende films van deze meester van de lichamelijke horror, komt er echter weinig interessants uit Canada. Van de laatste paar jaar komen bij mij alleen The Dark Hours en Ginger Snaps naar boven drijven. En die lopen kwalitatief toch erg achter bij de betere Canadese horrorfilms zoals Black Christmas (1974) en The Changeling (1980) om maar te zwijgen van het gehele oeuvre van eerdergenoemde Cronenberg. Nu heeft het land nooit een erg sterke cinematografische traditie gekend en het wordt dan ook tijd voor wat frisse talenten, die laten zien dat het anders en beter kan. Debuterend regisseur Robin Aubert keek nog eens goed naar het werk van Lynch en de Franse filmers Jeunet & Caro (Delicatessen, Amélie) en komt nu met het alleraardigste Saints-Martyrs-des-Damnés, dat zijn Europese première beleeft op het AFFF.
Voor hun allerlaatste klus in dienst van het rioolblaadje stappen Flavien en Armand nietsvermoedend en vol goede moed in de auto op weg naar het verafgelegen dorpje met de onheilspellende naam Saints-Martyrs-des-Damnés, waar ze inchecken in een al even onheilspellend hotel. Het wordt gerund door twee identieke zussen met dezelfde naam: Malvina. Het hotel heet toepasselijk LAuberge des deux Malvina en vormt het beginpunt van een zoektocht naar de gruwelijke waarheid van het dorp waar sinds jaar en dag mensen verdwijnen. Ook Armand is plotseling verdwenen, en na een steak in het dorpsrestaurant is ook de bagage van Flavien foetsie. Sterker nog: van de twee Malvina's en de reservering is geen spoor meer te bekennen. Niemand wil iets los laten over de verdwijningen, en alleen de teddybeer van de met het Down-syndroom behepte zoon van de immer in lingerie geklede restauranteigenaresse wil iets loslaten.
Na lang aandringen wordt Flavien een eind op weg geholpen door het mooie meisje Tite-Fille en heeft een dode bruid die Flavien steeds tegenkomt, zeker iets te maken met de ontknoping van het mysterie. Die laat overigens best lang op zich wachten en wordt vervolgens wat al te snel afgeraffeld. En dat is extra jammer, omdat de pijnlijke waarheid van Saints-Martyrs-des-Damnés ingewikkeld in elkaar zit en blijk geeft van een stevige Cronenberg-bagage met diens nadruk op identiteit en het maakbare lichaam. Het plot zelf is dan wel goed bedacht en origineel, maar de manier hoe de film er toe komt is niet geheel bevredigend. De opzet en daarmee het eerste uur zijn zeer sterk met een mooie introductie van de karakters en het spookstadje. De locaties, belichting en muziek zijn eersteklas en geven Saints-Martyrs-des-Damnés een heel eigen, magische sfeer. Alles draait vervolgens om de oplossing van het geheim en dat wordt veel te lang uitgesteld, zodat je de interesse verliest. Het is in de eerste plaats een eng sprookje met verbluffende visuele vondsten, maar neemt teveel tijd voor de zoektocht naar een mysterie dat in de slotscènes wel erg snel wordt uitgelegd.