Disloyaliteit. Dat werd zanger en ex-Beatle John Lennon het meest kwalijk genomen door de Amerikaanse regering. Zijn pacifistische oproepen voor vrede en voor het beëindigen van de oorlog in Vietnam waren al jaren een doorn in het oog van de Nixonregering, wiens FBI er alles aan gelegen was om de zanger het land uit te krijgen. Dat lukte bijna toen ze ontdekten dat hij in Engeland nog een veroordeling voor marihuanabezit open had staan. The U.S. vs. John Lennon is een uitstekend gedocumenteerd verslag van de dreiging die de Verenigde Staten zagen in een man met een vredesboodschap.
Het eerste opstootje dat John Lennon in de Verenigde Staten veroorzaakte, stamt uit 1965, toen hij in een interview opmerkte dat de Beatles populairder waren dan Jezus. Dat schoot menig Amerikaans radiostation en in Nederland de NCRV - in het verkeerde keelgat, waarop hun platen werden geboycot of zelfs georganiseerd verbrand. Hoewel achter die opmerking geen anti-religieuze intenties schuilgingen, was duidelijk hoe invloedrijk niet alleen hun muziek was, maar ook de ideeën van hun meest uitgesproken lid. Lennons provocerende pijlen richtten zich vervolgens op de Vietnamoorlog, waarmee hij de woede van de Amerikaanse regering definitief op de hals haalde.
Min of meer chronologisch volgt The U.S. vs. John Lennon de moeizame relatie tussen de zanger en het Amerikaanse bewind. Lennons liedjes worden daarbij met name ingezet om zijn ideeën en het algemene tijdsbeeld te duiden, maar vormen op zichzelf nooit het onderwerp van deze documentaire die zich expliciet richt op de manier waarop John Lennon opkwam voor vrede in een land dat in diepe crisis was geraakt door de Vietnamoorlog. Zijn huwelijk met de Japanse conceptueel kunstenares Yoko Ono in 1969 is daarbij van groot belang geweest voor zijn steeds progressievere gedachtegoed.
Lennon zette de media-aandacht heel slim in voor hun vredesboodschap, wat tijdens hun huwelijksreis culmineerde, toen ze in het Amsterdamse Hilton een week lang vanuit bed voor lange haren en wereldvrede predikten. Weliswaar wereldwijd bespot, genereerde het stel zoveel aandacht dat ze hun actie in de Verenigde Staten wilden herhalen. Uit angst voor pacifistische protestacties weigerde de regering, waarna de twee het probeerden op de Bahamas en in Canada, waar ze Give Peace a Chance opnamen. De Amerikaanse regering had haar buik vol van de opruiende Engelsman en zag in een nog in Engeland openstaande marihuanaveroordeling hét middel om Lennon het land uit te schoppen.
The U.S. vs. John Lennon laat een indrukwekkende rij betrokkenen aan het woord over de zaak Lennon. Natuurlijk Yoko Ono zelf, die alles van dichtbij heeft meegemaakt, maar ook mensen uit de toenmalige regering, activist Noam Chomsky, Black Panther oprichter Bobby Seale en Vietnamveteraan Ron Kovic, op wiens verhaal Oliver Stone zijn Born on the Fourth of July baseerde. Behalve een rijk tijdsbeeld wordt een zeer volledig overzicht gegeven van de manier waarop de pacifistische boodschap van John Lennon miljoenen mensen bereikte, maar die door de regering werd uitgelegd als een disloyaal gebaar richting het land waar hij zich had gevestigd.